Voor zijn lessen (van de leraar Duitse taal en literatuur in de drie hoogste klassen van de middelbare school) moest ik veel doen. Zijn vak omvatte in de vijfde klas de Griekse en Latijnse gedichten, waarvan fragmenten in het Duits behandeld werden. Nu pas begon ik soms erg spijt te krijgen dat mijn vader me niet op het gymnasium had gedaan in plaats van op de Realschule. Want ik voelde hoe weinig mij in de vertalingen het specifieke van de Griekse en Latijnse kunst aansprak. Ik kocht daarom Griekse en Latijnse leerboeken en gaf mijzelf stilletjes een gymnasiale opleiding. Dat nam veel tijd in beslag, maar het werd ook de reden dat ik later, weliswaar op een ongewone manier, toch nog helemaal het gymnasium doorliep. Toen ik namelijk op de hogeschool in Wenen was, moest ik pas echt heel veel bijlessen geven. Weldra kreeg ik een gymnasiast als leerling. De omstandigheden, waarover ik nog zal spreken, brachten met zich mee dat ik deze leerling bijna het hele gymnasium door met privélessen moest bijstaan. Ik gaf hem ook les in Grieks en Latijn, zodat ik daardoor ook alle details van het gymnasiumonderwijs leerde kennen.
Bron: Nederlandstalige uitgave van Mijn Levensweg – bladzijde 32-33 (Uitgave 1981, Vrij Geestesleven) Vertaling: W.A.C. Labberté
Duitstalig: GA 28 – Mein Lebensgang
Eerder geplaatst op 15 maart 2012