Seelische Arbeit

Vandaag de dag zouden de mensen, die wellicht vanuit een of ander onbestemd instinct de drang hebben om iets te ervaren van de bovenzinnelijke wereld, het liever hebben dat men hen het vermogen om de bovenzinnelijke wereld waar te nemen kon bijbrengen door een mystieke handoplegging of iets dergelijks. Dat geloven immers heel wat mensen. Maar zo is het niet. Wat voor ons de spirituele wereld opent, is innerlijke inspanning van de ziel (Duits: seelische Arbeit).

Bron: Rudolf Steiner – GA 072 – Freiheit/Unsterblichkeit/Soziales Leben – Bern, 18 oktober 1917 (bladzijde 29)

Eerder geplaatst op 11 december 2011

De mensen die zo denken, leven eigenlijk in een ontzaglijke hoogmoed

Als we naar de wereld in deze tijd kijken, dan zien we al vele jaren een enorme hoeveelheid vernietiging. Er zijn krachten aan het werk die doen vermoeden in welke afgronden de westerse civilisatie nog terechtkomen zal. Maar men moet zeggen: Als men kijkt naar de mensen, die in zekere zin uiterlijk de geestelijke leiding in de verschillende gebieden van het leven hebben, dan zal men merken hoe deze mensen in een vreselijke wereldslaap gevangen zijn.

Ze denken immers zo ongeveer, en nog maar kort geleden dachten de meesten zo: Tot in de 19e eeuw was de mensheid met betrekking tot hun inzichten en opvattingen kinderlijk, primitief. Daarna is echter de moderne wetenschap op de meest verschillende gebieden gekomen, en hiermee is er nu iets dat in alle eeuwigheid als de waarheid gehandhaafd zou moeten worden. De mensen die zo denken, leven eigenlijk in een ontzaglijke hoogmoed, ze weten het alleen niet. Daarentegen duikt toch in de hedendaagse mensheid hier en daar een vermoeden op dat de dingen toch niet zo zijn als de mening van de meerderheid, zoals die zojuist door mij is beschreven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 260 – Die Weihnachtstagung zur Begründung der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft 1923/1924 – Dornach, 1 januari 1924 (bladzijde 270-271)

Ik waag het werkelijk niet  te beweren dat alle antroposofen voor het leven geschikte mensen zijn

Wat nu juist de levensader van de antroposofisch georiënteerde geesteswetenschap is, dat wordt zeer weinig opgemerkt. En het zal pas dan echt gemerkt worden, als men door deze geesteswetenschap een zodanige denk- en gevoels- en wilsscholing kan doormaken, dat het iemand voor het leven niet ongeschikter, maar geschikter maakt. Ik wil zeker niet beweren, dat tegenwoordig allen die antroposofie tot hun overtuiging (Duits: Glaubensbekenntnis) gemaakt hebben, levensbekwame mensen zijn. Een overtuiging betekent in dit opzicht niet veel. Ik waag het werkelijk niet  te beweren dat alle antroposofen voor het leven geschikte mensen zijn. Maar ziet u,wat er in de antroposofische beweging en de vereniging tot uiting komt, dat is vaak wat er van buitenaf ingebracht wordt. Wat er van binnenuit ingebracht wordt, is tegenwoordig nog echt maar weinig.

En pas dan zal de antroposofisch georiënteerde geesteswetenschap voor de wereld kunnen zijn wat ze moet zijn als niet alleen mystieke neigingen, gebrek aan realisme, vals idealisme, geroddel (Duits: Tantentum) enzovoort binnengebracht worden, maar wanneer binnengebracht wordt wat in de antroposofische geesteswetenschap te halen is: een aansporing van het zielenleven die in de ledematen overgaat, die de hele mens beïnvloedt – niet enkel  een geloofsovertuiging – en die de mensen daardoor in de aangelegenheden van de wereld kunnen doen ingrijpen. Dat is het waar het hoofdzakelijk om gaat.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 7 februari 1920 (bladzijde 179)

Vervreemd van de werkelijkheid

De hele publieke opinie (Duits: öffentliche Urteil) is niet gevormd vanuit een gevoel voor werkelijkheid, maar eigenlijk vanuit abstracties, abstracte theorieën. En als er iets komt wat niet uit abstracte theorieën bestaat, zoals de sociale driegeleding, iets dat uit het leven gegrepen is en dat men – omdat men niet meteen dertig banden schrijven kan, die de mensen ook niet zouden lezen – kort moet samenvatten, dan erkent men de realiteitszin niet, maar houdt, omdat men vandaag de dag geheel vervuld is van theorieën, juist dat pas helemaal voor een theorie. Men heeft helemaal geen gevoel meer voor wat aan de werkelijkheid ontsproten is, omdat men zich geheel en al van de werkelijkheid vervreemd heeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 7 februari 1920 (bladzijde 170-171)

Geest en Praktijk (4 – slot)

Omdat deze stelregel sinds de 15e eeuw is verdwenen en in zekere zin het leven zich opgesplitst heeft in deze twee stromingen, in de het door idealisten en mystici verachte uiterlijke leven en in het door practici als dweperig en dromerig geziene mystieke, religieuze, idealistische leven, staan we tegenwoordig in de gisteren beschreven doodlopende weg van het leven. Dat is de diepere oorzaak waarom wij in dit slop zijn beland.

Daardoor is het gekomen dat aan de ene kant in het praktische leven ieder individu in een kleine kring staat, arbeidend zonder overzicht en ook zonder hartelijke deelname aan het geheel, en anderzijds, als men er idealistisch genoeg voor is, zich wijdt aan een spirituele levensbeschouwing, waarbij men deze levensbeschouwing zo wil hebben, dat men in deze niet ontplooid wordt tot praktisch handelen, bijvoorbeeld, laten we zeggen, een deugdelijke boekhouding of een behoorlijk tijdschrift.

Er zijn mensen die het bijna als een voorsprong zien als iemand niet begrijpt en helemaal niet kan begrijpen, hoe men een tijdschrift of een kasboek praktisch moet uitvoeren. Dat is de grote schade welke zich in de laatste eeuwen geleidelijk steeds meer en meer heeft ingeburgerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 7 februari 1920 (bladzijde 168-169)