Beschouwen we het geval dat een mens in de bloei van zijn leven door een ongeluk uit het leven wordt weggerukt. Dan toont zich voor de geestesonderzoeker het volgende. Als hij deze ziel na de dood vervolgt, dan blijkt dat deze ziel, doordat zij dit ongeval heeft doorgemaakt, in het doormaken van deze ongelukkige gebeurtenis krachten in zich heeft opgenomen, die geëigend zijn voor het volgende aardeleven grotere intellectuele bekwaamheden voor te bereiden dan voorbereid zouden worden, als dit ongeluk niet gebeurd zou zijn.
Bron: Rudolf Steiner – GA 063 – Geisteswissenschaft als Lebensgut – Berlijn, 4 december 1913 (bladzijde 171)
Eerder geplaatst op 2 januari 2012
Kan ik dat dan als een cadeau zien? Of omdat de incantatie niet afgemaakt kon worden, ze alsnog in de volgende incarnatie kan worden afgemaakt, samen met de dan lopende, vanwege de toegenomen vermogens?
Haike,
Alle reacties op de citaten van Ridzerd zijn ’t waard om te worden gelezen.
Sommige reacties van lezers/volgers verwijzen naar andere uitspraken van Rudolf Steiner of naar die van zijn geestverwanten in de ruimste zin van ’t woord.
Maar ’t meest “boeiend” vind ik opmerkingen en vragen die opwellen uit de reagerende persoon en de antwoorden van de anderen daarop.
Ik ben deze morgen erg geinteresseerd in jouw woord “incantatie”: toverspreuk, betovering.
Misschien is ’t een typefout en bedoel je “incarnatie” maar, hoe dan ook, in het woord “betovering” ligt besloten het ontwaken,
Wellicht worden door de vaak aardse “betovering”na ’t moment van ’t ongeluk (voortijdig dus!) de schellen van onze (aardse) ogen gerukt en voelen wij onszelf bevrijd en vanwege de toegenomen vermogens – zoals jij ttreffend zegt – in staat om onze weg helder te zien.
Ja Haike, je kan ’t in de niet aardse zin als een cadeau zien, ben ik met je eens.
Waar een woord al niet toe kan leiden!
Cisca
Dank je Cisca… incantatie had inderdaad incarnatie moeten zijn.. Het is daarnaast een prachtige samenloop van omstandigheden… 😊