Als we naar de wereld in deze tijd kijken, dan zien we al vele jaren een enorme hoeveelheid vernietiging. Er zijn krachten aan het werk die doen vermoeden in welke afgronden de westerse civilisatie nog terechtkomen zal. Maar men moet zeggen: Als men kijkt naar de mensen, die in zekere zin uiterlijk de geestelijke leiding in de verschillende gebieden van het leven hebben, dan zal men merken hoe deze mensen in een vreselijke wereldslaap gevangen zijn.
Ze denken immers zo ongeveer, en nog maar kort geleden dachten de meesten zo: Tot in de 19e eeuw was de mensheid met betrekking tot hun inzichten en opvattingen kinderlijk, primitief. Daarna is echter de moderne wetenschap op de meest verschillende gebieden gekomen, en hiermee is er nu iets dat in alle eeuwigheid als de waarheid gehandhaafd zou moeten worden. De mensen die zo denken, leven eigenlijk in een ontzaglijke hoogmoed, ze weten het alleen niet. Daarentegen duikt toch in de hedendaagse mensheid hier en daar een vermoeden op dat de dingen toch niet zo zijn als de mening van de meerderheid, zoals die zojuist door mij is beschreven.
Bron: Rudolf Steiner – GA 260 – Die Weihnachtstagung zur Begründung der Allgemeinen Anthroposophischen Gesellschaft 1923/1924 – Dornach, 1 januari 1924 (bladzijde 270-271)