Geest en Praktijk (4 – slot)

Omdat deze stelregel sinds de 15e eeuw is verdwenen en in zekere zin het leven zich opgesplitst heeft in deze twee stromingen, in de het door idealisten en mystici verachte uiterlijke leven en in het door practici als dweperig en dromerig geziene mystieke, religieuze, idealistische leven, staan we tegenwoordig in de gisteren beschreven doodlopende weg van het leven. Dat is de diepere oorzaak waarom wij in dit slop zijn beland.

Daardoor is het gekomen dat aan de ene kant in het praktische leven ieder individu in een kleine kring staat, arbeidend zonder overzicht en ook zonder hartelijke deelname aan het geheel, en anderzijds, als men er idealistisch genoeg voor is, zich wijdt aan een spirituele levensbeschouwing, waarbij men deze levensbeschouwing zo wil hebben, dat men in deze niet ontplooid wordt tot praktisch handelen, bijvoorbeeld, laten we zeggen, een deugdelijke boekhouding of een behoorlijk tijdschrift.

Er zijn mensen die het bijna als een voorsprong zien als iemand niet begrijpt en helemaal niet kan begrijpen, hoe men een tijdschrift of een kasboek praktisch moet uitvoeren. Dat is de grote schade welke zich in de laatste eeuwen geleidelijk steeds meer en meer heeft ingeburgerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 7 februari 1920 (bladzijde 168-169)