Van de geest uit wordt de wereld geleid en wie iets wil bijdragen aan haar leiding, die moet de essentie van het geestelijke begrijpen. Het spiritueel inzicht moet daarom de ziel van de sociale veranderingen worden. En alleen als op deze grondslag de materiële interesses zich verheffen, kan het welzijn van de mensheid daaruit voortkomen. Er kan daarom niets onjuister zijn dan de bewering dat antroposofie een wereldvreemde geestesstroming is, waarvan men niets zou kunnen verwachten voor het geluk van het volk en de bevrijding van de mensen. Nee, in de antroposofie leeft juist de kennis, dat men de bouw van de menselijke samenleving niet bewerkstelligt als men enkel wat stenen en dakpannen op elkaar legt, maar als men vóór alle dingen zich in volle toewijding verdiept in het plan voor deze bouw. En daarvan willen tegenwoordig diegenen niet weten, die er aanspraak op maken in sociale aangelegenheden mee te denken en mee te doen. Zij vermoeden daarvan niets en willen er in hun materialistische verblinding ook niets van inzien, dat zij het ware wezen van de mens onderzoeken moeten.
Bron: Rudolf Steiner – GA 034 – GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis» (bladzijde 439)
Eerder geplaatst op 21 oktober 2011
Na het lezen van dit citaat van Rudolf Steiner rees bij me deze vraag op: “Ziet Steiner werkelijk niet dat er vele geestesstromingen op de ziel der mensen in werken. Er is weliswaar ëén geest op aarde en dat is de levensgeest, die leidt ons niet, maar die draagt het leven op aarde.
Tot zover
Groetjes Walter