Antroposofie en socialisme (1 van 11) – Hoeveel mensen leven in de bitterste ellende. Wij hebben vandaag de dag belangrijker dingen te doen dan “het hogere”.

Er zijn vele redenen waarom de antroposofische gezindheid tegenwoordig maar moeilijk de toegang tot de mensenharten kan veroveren. Enerzijds staan er de vooroordelen van het muggenziftende verstand tegenover, die zich eraan gewend heeft alleen het tastbare te laten gelden. Anderzijds zijn er de twijfelende gevoelens van hen die zeggen: ‘Het zich bezig houden met hoger geestelijk leven mag dan wel iets heerlijks en nobels zijn, maar wij hebben vandaag de dag belangrijker dingen te doen.’ Dergelijke bezwaren komen vaak voort uit oprechte menslievendheid, uit waar medegevoel met de ontberingen en het lijden van de mensheid.

Er wordt op gewezen hoe vele mensen in de bitterste ellende hun bestaan doorbrengen, hoe velen door honger gekweld, door levensomstandigheden die waarlijk onmenselijk zijn, murw en stomp geslagen worden. Kijk eens, zo roept men tegen de antroposofen, naar die duizenden in de grote steden in hun duistere krotwoningen, die niet eens menselijke woningen genoemd kunnen worden. Zo veel personen zijn daar samengepropt in een ruimte, die hen tot fysieke en morele verdorvenheid veroordeelt. Kijk naar de arbeiders die van de vroege morgen tot de late avond voor een allerbelabberdst loon hun krachten offeren en die tot een mensonwaardig bestaan zijn gedoemd! Is het niet vóór alle andere dingen nodig om de mensheid in deze richting te helpen? Zij die zo spreken zien het antroposofische streven als het werk van lanterfantende niksnutten, die niets weten van wat de grootse noden zijn.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 034 –  GRUNDLEGENDE AUFSÄTZE ZUR ANTHROPOSOPHIE UND BERICHTE aus den Zeitschriften «Luzifer» und «Lucifer – Gnosis»  (bladzijde 430-431)

Eerder geplaatst op 12 oktober 2011