De doden werken voortdurend in op onze fysieke wereld

U moet eraan denken dat de mens behalve dat hij hier zijn leven tussen de geboorte en de dood doormaakt, steeds weer een leven tussen de dood en een nieuwe geboorte doormaakt. Net zoals we hier de ervaringen hebben door de werktuigen van ons lichamelijk wezen, zo hebben we de ervaringen tussen dood en nieuwe geboorte, en deze ervaringen zijn beslist niet zonder betekenis voor wat we hier doen, terwijl we in het fysieke lichaam ons aardse bestaan doorbrengen.

Deze belevenissen zijn echter ook niet zonder betekenis voor wat überhaupt op de aarde gebeurt. Want slechts een klein deel, en wel een tamelijk gering deel van wat hier op aarde voorvalt, is afkomstig van de in het fysieke lichaam levenden. De doden werken voortdurend in op onze fysieke wereld. En de krachten waarvan de mens tegenwoordig in het materialistische tijdperk helemaal niet spreken wil, zijn er toch. Er zijn voortdurend uit de spirituele wereld niet alleen van de wezens der hogere hiërarchieën uitgaande krachten hier in de aardse wereld aanwezig, die onze fysieke omgeving configureren, doordringen, maar er zijn ook krachten doordrenkt in wat ons omgeeft, wat ons verstrikt (Duits: ergreift), die van de dode mensen uitgaan.

Zodat over het mensenleven een volledig geheel alleen kan worden ervaren als men uitkijkt boven wat de zintuiglijke ervaring en ook de historische ervaring hier op de aarde geven kan. Wat aanwezig is aan zulke krachten, is echter uiteindelijk ook enkel en alleen wat in feite de gehele mens, het gehele verloop van de menselijke ontwikkeling op aarde begrijpelijk maakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 18 januari 1920 (bladzijde 89)

Over Karma en Besmettelijke Ziekten

Het karma is niet enkel van invloed op de individuele mensen, maar het betreft gehele volkeren. Een voorbeeld hiervan: U weet allen dat er in de Middeleeuwen een epidemie, de Miselsucht, geweest is; dat is een soort lepra. Pas in de 16de eeuw verdwijnt deze ziekte uit Europa. Er was een zeer bijzondere oorzaak, dat deze epidemie juist in de Middeleeuwen optrad, en wel een geestelijke oorzaak. De materialist is natuurlijk geneigd een dergelijke besmettelijke ziekte op bacillen terug te voeren, maar de fysieke oorzaak is het niet alleen wat bij zo’n ziekte in aanmerking komt.

Dat is net zo als wanneer iemand afgeranseld wordt en men zou onderzoeken waarom iemand afgeranseld wordt. Wie inzicht heeft, zal zonder meer inzien dat de oorzaak van de ranseling erop berust, dat er in het dorp enkele mensen zijn, die zeer bruut (Duits: roh) zijn. Het zou echter in dit geval een ronduit dwaze conclusie zijn – net als de materialistische conclusie in het bovenstaande geval –  als iemand zou komen en zeggen, dat de man zijn blauwe plekken op de rug enkel en alleen heeft doordat de stok zo en zo vaak op zijn rug neergedaald is. De puur materialistische oorzaak van de blauwe plekken is zonder twijfel de op de rug neergedaalde stok, de diepere oorzaken zijn echter toch die hardhandige mensen. En evenzo heeft deze ziekte, naast de materialistische oorzaak van de bacillen, ook een geestelijke oorzaak.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis/ Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 23 juni 1907 (bladzijde 87)

Gezond mensenverstand

Zelfs een ingewijde heeft niets aan zijn bovenzinnelijke ervaringen, als hij niet het gezonde mensenverstand juist ontwikkelt. Als vandaag de dag iemand zo denkt – neemt u dit, wat ik nu zeg, werkelijk zeer ernstig -, dat hij zeer goed aan de eisen voldoet, die tegenwoordig bij onze schoolexamens aan de mensen gesteld worden, wanneer hij zich zulke denkgewoonten eigen maakt, dat hij bij het huidige professorendom op de meest bevredigende wijze de examens afleggen kan, dan is zijn gezonde mensenverstand zo verwrongen, dat hij, ook al worden hem op een presenteerblaadje miljoenen ervaringen van de bovenzinnelijke wereld aangereikt, ze netzomin zou zien, als hij in een donkere kamer fysiek zou kunnen zien, wat er in deze donkere kamer aanwezig is.

Bron: Rudolf Steiner – GA 196 – Geistige und soziale Wandlungen in der Menschheitsentwickelung – Dornach, 18 januari 1920 (bladzijde 96)

Afdaling/Opstijging

Hoe waar het ook is dat de mensheid afdalen moest vanuit een spiritueel verleden in de materialistische wereldbeschouwing, even waar is het, dat ze weer op moet stijgen naar spiritueel inzicht. Alleen uit de spirituele levensbeschouwing zal hetgeen komen, wat harmonie, vrede en liefde geeft. Zo zal ook de antroposofie in de meest eminente zin praktisch zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 100 – Menschheitsentwickelung und Christus-Erkenntnis/ Theosophie und Rosenkreuzertum – Kassel, 23 juni 1907 (bladzijde 96)