Na de tijd in het kamaloka begint voor de mens de tijd van het devachan, de intrede in de geestelijke wereld, in het vaderland der goden en alle geestelijke wezens. Als de mens deze wereld binnentreedt, beleeft hij een gevoel dat men vergelijken kan met de bevrijding van een plant die in een smalle rotsspleet groeide en plotseling in het licht binnengaat (emporwächst). Want wanneer de mens in deze hemelwereld binnenkomt, beleeft hij in zich de volkomen geestelijke vrijheid en hij geniet voortaan de absolute gelukzaligheid.
Want, wat is eigenlijk deze tijd van het devachan? U kunt zich daar een voorstelling van maken als u overweegt, dat de mens hier de voorbereiding treft voor een nieuw leven, voor een nieuwe wedergeboorte. In de fysieke wereld, in deze aardse wereld (unteren Welt) heeft de mens zo veel ervaren en beleefd en deze ervaringen heeft hij mee naar boven genomen (hinübergenommen). Hij heeft deze als een vrucht van het leven in zich opgenomen, wat hij nu vrij in zich verwerken kan. Hij vormt zich nu in de devachantijd een oerbeeld voor een nieuw leven. Dat geschiedt gedurende een lange, lange tijd. Dat is een scheppen aan het eigen leven (Sein) en dit scheppen, dit produceren is met gelukzaligheid verknoopt. […] Het is voor de mensen een lust om in het devachan de vrucht van het voorbije leven in te weven in het plan voor een nieuw leven.
Bron: Rudolf Steiner – GA 108 – Die Beantwortung von Welt- und Lebensfragen durch Anthroposophie – Breslau, 2 december 1908 (bladzijde 58)
Eerder geplaatst op 15 april 2011
Het doet me aan het volgende verhaal denken:
Een man die is overleden volgt het pad naar de Hemelpoort. Op zin rug draagt hij het kruis wat hij tijdens zijn hele leven bij zich had. Bij de Hemelpoort aan gekomen doet Petrus open en wenst hem een hartelijk welkom. Geef je kruis maar aan mij, zegt Petrus, dat heb je hier niet meer nodig.. De man geeft zwijgend zijn kruis aan Petrus en voelt op het moment dat hij het aflegt zich een stuk lichter, en vrolijker van gemoed. Petrus neemt het kruis van de man aan en brengt het naar een grote zaal waar nog veel meer kruizen staan. Vervolgens wijst hij de man de weg en wenst hem wederom van harte een goed verblijf toe.
De man gaat verder, ziet bloemen van een verblindende schoonheid, zoiets moois kan hij zich niet herinneren dat hij dat ooit op Aarde heeft gezien. Hij hoort muziek met een klank erin die hem diep en diep beroeren, ook daar kan hij zich niet van herinneren dat hij dergelijke klanken ooit op Aarde heeft mogen aanhoren.
En zo gaat hij verder en verder, deelt zijn ervaringen met anderen die hij tegen komt, danst met ze, lacht en praat met ze, en zij delen hun ervaringen met hem. Lange, lange tijd verblijft hij daar, doet nieuwe ervaringen op, en verwerkt zijn oude…
En langzaam ontstaat in hem de wens, de behoefte, om terug te keren naar Moeder Aarde en begint hij daar voorbereidingen voor te treffen en keert terug naar de Hemelpoort, alwaar Petrus natuurlijk aanwezig is, en hem hartelijk begroet. De man geeft te kennen dat hij weer door de Hemelpoort terug naar de Aarde wil. Petrus glimlacht hem welwillend toe en zegt dat hij dan wel een weer een kruis mee moet nemen, en wijst hem de grote zaal waar alle kruizen staan.
Het is werkelijk een enorme zaal; er staan hele grote kruizen, vele malen groter dan de man zelf, maar er zijn ook kleine kruisjes die hij in zijn hand kan omsluiten. Er zijn ook kruizen van goud, ingelegd met zeldzame diamanten en andere kostbare edelstenen, kruizen die rijk versiert zijn met kleine tafereeltjes met engelen en Christus en Maria erop. Er zijn stenen kruizen, en van metaal, licht en zwaar..
Vele dagen lang zwerft de man door de zaal, kijkt, pakt een kruis, voelt, en zet ze weer terug. Het is niet wat hij zoekt.
Tot op een dag hij een kruis ziet staan wat een aantrekkingskracht op hem heeft. Het is een houten kruis van ruw en ongeschaafd hout. Het is niet heel groot, maar ook niet heel klein, niet mooi, niet lelijk.
Verheugd dat hij een kruis heeft gevonden loopt hij de zaal uit naar Petrus toe, en toont zijn kruis wat hij mee wil nemen.
Petrus kijkt hem lang en zwijgend aan, en vraagt dan aan de man: Weet je zeker dat je dit kruis mee wilt nemen?
Ja zegt de man een beetje verbaast… hoezo??
Omdat dit exact het zelfde kruis is waar je destijds mee binnen kwam.
Bron: Ooit eens ergens gelezen en onthouden maar ik weet niet meer waar..
Het is een mooi verhaal, maar eerlijk gezegd begrijp ik het niet. Waarom neemt de man hetzelfde kruis? In de regel wil een mens in een volgend leven niet weer hetzelfde kruis op zich nemen. Hij zou dan ook niet vooruit komen, lijkt mij.
Dat zou kunnen, maar dat is natuurlijk de vraag.. Misschien waren de dingen die hij in zijn laatste incarnatie heeft gedaan nog niet af, en heeft hij besloten die alsnog af te gaan maken
Een práchtig verhaal . . . . .
Haike,
De essentie, kan gevat worden in woorden die grote indruk maken en diep in de ziel dringen.
Haike, een juweeltje!
Cisca
@ Bernard
Ja het is een mooi verhaal, het raakte me destijds diep, en ik ben het niet vergeten daardoor denk ik.
Cisca: Dat juweeltje behoort wel de auteur toe (waarvan ik bij god niet meer weet wie dat is) en niet mij. Ere wie ere toekomt.
Ik vind dat Steiner met dit citaat de wereld op zijn kop zet Elk kind maakt het kamaloka in de baamoeder van zijn/haar moeder mee en voelt zich gedurende zes dagen gelukzalig en langzaam maar zeker belandt het kind in de hel op aarde. Immers de mens heeft een scheiding van geest tussen man en vrouw aangebracht en die is gaan woekeren! Van die woekering wordt elk kind, na zes dagen de dupe, immers de samenleving legt aan het onzijdige(androgyne) kind een keuze op, namelijk de vrouwelijke of de mannelijke weg!. De hersenen van ’n kind scheiden zich in een linker- en in een rechterdeel. Pure gelukzaligheid kan de mens alleen maar op aarde beleven en nergens anders. Wat Steiner in dit citaat verkondigt is een individualistische trip en in wezen niets met de verantwoordelijkheid van de mens op aarde te maken, maar alles met zijn individuele keuze. Steiner borduurt voort op de scheiding der geesten, terwijl er maar één ware geest is en dat is de leven gevende geest! En die was, is en zal altijd op aarde zijn, niet de mens maar de stroming van het leven bepaald de vrijheid van de mens hierin. Gelukzaligheid zonder verbinding met het directe leven, is volgens mij een egotrip!
Groetjes Walter
Haike,
Geven is een kunst, ontvangen een nog groter idem…………!!
Iemand die zo omgaat met een herinnering is belangrijk voor z’n medemens.
Soms moet zoiets gezegd worden.
Cisca
Voor deze woorden buig ik nederig mijn hoofd, ik heb het afgelopen jaar mogen ervaren wat er voor nodig is om te mogen ontvangen van mensen die er dan ook helemaal niets voor terug vroegen. Ik had ook veel moed nodig in mezelf om het te kunnen aan te nemen. Zoals ik nu ook jouw woorden zal aannemen. Dank je wel Cisca!