Wat in de tijd voorbijgegaan is, is feitelijk geestelijk niet voorbijgegaan. Dat is een voorstelling die men in het fysieke leven alleen in verband met de ruimte heeft. Als u hier voor een boom staat en dan wegloopt en later terugkijkt, dan verdwijnt de boom niet; hij is er nog steeds. Zo is het met de tijd in de geestelijke wereld. Wanneer u nu iets beleeft, dan is het weg voor het fysieke bewustzijn; geestelijk beschouwd is het niet weg. U kunt erop terugkijken zoals naar een boom. Het is zeer opmerkelijk dat Richard Wagner van deze zaak geweten heeft, zoals zijn woorden aantonen: Tot ruimte wordt hier de tijd.
Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Nürnberg, 10 februari 1918 (bladzijde 48)
Zie ook: 1 juli 2014