Steiner over De Geheime Leer van Blavatsky

Sinnetts’s Esoterisch Boeddhisme werd spoedig herkend als een spiritueel dilettantisch boek, samengesteld uit oud, slecht begrepen esoterisme. Maar om tot een dergelijk werk als tijdsverschijnsel, zoals Blavatsky’s Geheime Leer, was het toch niet gemakkelijk een verhouding te krijgen. Want dit werk verraadde op talrijke plaatsen, dat wat erin staat uit juiste, krachtige impulsen vanuit de spirituele wereld komt.

Zodat men op talrijke plaatsen van Blavatsky’s Geheime Leer het zich-openbaren van een geestelijke wereld vindt door de persoonlijkheid, die Blavatsky was. […] Er werden in deze Geheime Leer een groot aantal oeroude, in de vroegere geschiedenis der mensheid door atavistische helderziendheid verkregen waarheden uitgesproken.

Ik zou willen zeggen: Het was een soort heropleving van oeroude culturen. Men had iets voor zich, uit de buitenwereld op zich toekomend, niet enkel uit zichzelf, waarvan men zeggen moest: Dit brengt een ontzaglijke wijsheid, die de mensen eens als iets uitzonderlijk lichtbrengends hebben bezeten. Daartussen gedeelten van de ongelooflijkste soort, die iemand steeds weer verbaasd doen staan, omdat het boek suffig, dilettantisch uitgewerkt is ten aanzien van elke wetenschappelijke denkwijze, onzinnig wat betreft het bijgelovige en ga zo maar door. In feite een zeer merkwaardig boek, deze Geheime Leer van Blavatsky: grote waarheden naast schrikbarend gezwets.

Bron: Rudolf Steiner – GA 258 – Die Geschichte und die Bedingungen der anthroposophischen Bewegung im Verhältnis zur Anthroposophischen Gesellschaft – Dornach, 10 juni 1923 (bladzijde 25)