Dikwijls verwijt men de antroposofie dat zij in wezen niet werkt aan morele ontplooiing, ja, dat zij in zeker opzicht niet alleen het egoïsme niet tegenwerkt, maar zelfs het egoïsme in de hand werkt. De mensen, die zoiets menen, hebben de volgende gedachten. Zij zeggen: antroposofie toont aan hoe een mens van leven naar leven zijn bestaan ontwikkelt, en de hoofdzaak daarbij is, hoewel ook achteruitgang (Duits:Rückschläge) kan voorkomen, dat de mens de mogelijkheid heeft steeds hoger en hoger te stijgen, dat hij steeds meer leert om wat hij in een van zijn levens als een soort school heeft doorgemaakt als resultaten te gebruiken in een volgend leven.
Wie zich in dit geloof aan de menselijke vervolmaking verdiept, zal er naar streven zijn Ik steeds meer te zuiveren, het zo rijk mogelijk te maken om steeds meer en steeds hoger te stijgen. En, zo zeggen de mensen, dat is in wezen toch een egoïstisch streven. Want wij antroposofen zoeken leringen en krachten uit de geestelijke wereld te verkrijgen om ons Ik steeds hoger te brengen, het is dus een egoïstische reden die de mens tot handelingen drijft.
Ook zouden wij antroposofen de overtuiging hebben, wij bereiden ons een slecht karma door onvolmaakte handelingen, en om zich dat niet te bereiden, zal de antroposoof vermijden het een of ander te doen, wat hij anders gedaan zou hebben. Dus uit vrees voor het karma doet hij het niet. Waarschijnlijk zou hij ook om deze reden het een of ander wel volbrengen, wat hij anders niet zou volbrengen, wat toch wederom slechts een geheel egoïstisch motief voor een daad zou zijn. Er zijn een aantal mensen die zeggen: de leer van karma en reïncarnatie en het streven naar vervolmaking dat uit de antroposofie voortkomt, brengt de mensen ertoe om een geraffineerd hoger egoïsme na te streven.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 127 – Die Bedeutung der Geistesforschung für das sittliche Handeln – Bielefeld, 6 maart 1911 (bladzijde 126)
Eerder geplaatst op 14 september 2011
Door je hogere Ik streven zal in de omgang met omgeving ook zijn vruchten moeten tonen en dat kan egoistme doen verdwijnen
Ik denk als het werkelijk zo is dat je op een ander niveau kan komen, je ook moet voldoen aan de voorwaarden die daar mee samen gaan. Daarbij denk ik aan een begrip als onvoorwaardelijk liefde. Als je dat ook echt in de praktijk kan brengen, zoals dat ook al in de bijbel staat; “Heb je vijand lief”. Maar ook iemand als Franciscus van Assisi heeft het hier al uitgebreid over. Dan pas maak je misschien een kans om op een ander niveau te gaan functioneren. Waarbij ik me niet kan voorstellen dat een begrip als onvoorwaardelijke liefde, en egoïsme überhaupt samen op kunnen gaan.
En misschien is het inderdaad mogelijk om geraffineerd egoïsme te ontwikkelen, maar ik denk ook dat je dan automatisch er niet voor in aanmerking komt een verdere (positieve) stap in je ontwikkeling plaats te laten vinden.