Op een grondige, energieke wijze leren denken zal de mens pas als hij door een spirituele wereldbeschouwing zich tot alzijdigheid ontwikkelt, als hij leert inzien, dat ieder ding van verschillende kanten moet worden beschouwd. Zelfs de levenspraktijk dwingt de mensen daartoe in het gewone leven. Als iemand zegt: Het vuur is weldadig -, dan heeft hij gelijk. Als iemand echter zegt: Het vuur is zeer schadelijk, want het verbrandt steden en dorpen -, dan is dat ook waar. De absolute zin: Het vuur is goed -, of: Het vuur is slecht -, geldt niet. Met betrekking tot het vuur leert de levenspraktijk al om deze twee kanten te erkennen.
Maar als datzelfde verlangd wordt voor wezens van de hogere werelden, bijvoorbeeld Lucifer en Ahriman, dan gaat men daar niet graag op in, maar men vraagt: Is Lucifer een goed of een slecht wezen, is Ahriman een goed of een slecht wezen? – De mensen willen definities hebben, die hen een antwoord op zulke vragen geven, en men ziet een antwoord als hoogst onbevredigend, dat zegt: Lucifer en Ahriman kunnen zowel goed als slecht zijn. Over het vuur vraagt men dat niet. Daar helpt ons de levenspraktijk om een onjuist oordeel in een juist oordeel om te zetten.
Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Stockholm, 10 juni 1913 (bladzijde 86)