Wat door de overleden ziel kan worden waargenomen, dat is het spirituele weten, voelen en ervaren (van de op aarde achtergebleven zielen); dat is de relatie van de zielen hier op aarde met de geestelijke wereld. Als een ziel achtergelaten wordt, die zich hier met weten, met kennis van de geestelijke werelden bezighoudt, gedachten daarover door zich heen laat gaan, dan kunnen deze gedachten worden waargenomen door de heengegane ziel.
Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Tübingen, 16 februari 1913 (bladzijde 177)