Wie roept het hardst: Er bestaat geen duivel? – Het is degene die het meest van hem bezeten is. Want de geest die wij Ahriman noemen, heeft er de allergrootste interesse in dat zijn bestaan verloochend wordt door degenen die het meest van hem bezeten zijn. ‘Van de duivel merkt het volk niets, zelfs niet wanneer hij ze bij de kraag heeft.’ Dat is een ernstige maya, niet aan Ahriman te geloven, want hij heeft iemand het allermeest bij zijn nekvel, als men niet aan hem gelooft, daardoor geeft men hem de allergrootste macht over iemand.
Zodat men fout oordeelt, als er materialisten komen die de duivel beschimpen en men zegt: ‘Die bestrijden de duivel.’ – Nee, een materialistisch-monistische vergadering die de duivel verloochent en uitscheldt, is erop ingesteld (Duits: dazu eingerichtet) om de duivel op te roepen. En veel meer als de oude heksen het gedaan zouden kunnen hebben, roepen de moderne materialisten de duivel op, veel, veel meer! Dat is de waarheid en het andere is de Maya. Daarom moeten we ons aanwennen om anders te leren oordelen. En degene die naar een monistische bijeenkomst gaat, die materialistisch is gericht, zegt een onwaarheid als hij zegt: ‘Die mensen bevrijden de mensen van de duivel.’ – Hij zou moeten zeggen: ‘Nu ga ik naar een samenkomst waar de duivel met alle instrumenten die de mensen hebben in de mensheidscultuur wordt opgeroepen.’
Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Augsburg, 14 maart 1913 (bladzijde 27)