Over antroposofische woorden

Het is niet goed om het woord “ahrimanisch” zo zonder meer steeds weer te gebruiken bij de alledaagse omstandigheden. Doordat we zo’n woord gebruiken voor de dagelijkse verhoudingen, stompt het af voor ons gevoel, en we hebben dan helemaal niet de mogelijkheid nog woorden te hebben, die, als we ze denken of uitspreken, op ons de elementaire, significante betekenis uitoefenen, die ze zouden moeten uitoefenen.

Dat is buitengewoon belangrijk dat we in het dagelijkse leven niet te veel met deze woorden smijten (Duits: mit diesen Dingen gar zu sehr herumwerfen), want we komen daardoor in feite geleidelijk bij het beste, het meest werkzame, wat de antroposofie ons kan geven. Hoe meer we met betrekking tot de alledaagse gebeurtenissen de antroposofische woorden in de mond nemen, des te meer ontnemen we ons de mogelijkheid dat antroposofie voor ons werkelijk iets voor onze ziel dragends, onze ziel diep doordringends wordt.

We hoeven slechts de macht der gewoonte in overweging te nemen en we zullen zien, dat het een verschil is, als we met een zeker heilig ontzag, met een zeker bewustzijn dat we over andere werelden spreken, woorden gebruiken zoals bijvoorbeeld “aura” of “ahrimanische machten” of “luciferische machten”. Als we altijd voelen, dat we om zo te zeggen de pas moeten inhouden (Duits: haltmachen), voordat we zulke woorden gebruiken, moeten ze alleen gebruiken als het er voor ons werkelijk op aankomt onze verhouding tot de bovenzinnelijke wereld in het oog te vatten, dan is dat iets heel anders dan wanneer we in het alledaagse leven bij iedere willekeurige gelegenheid over deze dingen van de hogere wereld spreken en woorden, die aan deze werelden ontleend zijn, voortdurend in de mond nemen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Augsburg, 14 maart 1913 (bladzijde 12-13)

Wie roept het hardst: Er bestaat geen duivel? – Het is degene die het meest van hem bezeten is

Wie roept het hardst: Er bestaat geen duivel? – Het is degene die het meest van hem bezeten is. Want de geest die wij Ahriman noemen, heeft er de allergrootste interesse in dat zijn bestaan verloochend wordt door degenen die het meest van hem bezeten zijn. ‘Van de duivel merkt het volk niets, zelfs niet wanneer hij ze bij de kraag heeft.’ Dat is een ernstige maya, niet aan Ahriman te geloven, want hij heeft iemand het allermeest bij zijn nekvel, als men niet aan hem gelooft, daardoor geeft men hem de allergrootste macht over iemand.

Zodat men fout oordeelt, als er materialisten komen die de duivel beschimpen en men zegt: ‘Die bestrijden de duivel.’ – Nee, een materialistisch-monistische vergadering die de duivel verloochent en uitscheldt, is erop ingesteld (Duits: dazu eingerichtet) om de duivel op te roepen. En veel meer als de oude heksen het gedaan zouden kunnen hebben, roepen de moderne materialisten de duivel op, veel, veel meer! Dat is de waarheid en het andere is de Maya. Daarom moeten we ons aanwennen om anders te leren oordelen. En degene die naar een monistische bijeenkomst gaat, die materialistisch is gericht, zegt een onwaarheid als hij zegt: ‘Die mensen bevrijden de mensen van de duivel.’ – Hij zou moeten zeggen: ‘Nu ga ik naar een samenkomst waar de duivel met alle instrumenten die de mensen hebben in de mensheidscultuur wordt opgeroepen.’

Bron: Rudolf Steiner – GA 150 – Die Welt des Geistes und ihr Hereinragen in das physische Dasein – Augsburg, 14 maart 1913 (bladzijde 27)

De gulden regel

De gulden regel der ware occulte wetenschap: Wanneer gij één stap voorwaarts tracht te doen ter bereiking van kennis omtrent de verborgen waarheden, doe dan terzelfder tijd drie stappen voorwaarts tot vervolmaking van uw karakter.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – Wie  erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten (bladzijde 67)

Vertaling overgenomen uit een oude vierde druk van uitgeverij Vrij Geestesleven (bladzijde 57 – jaar van uitgave staat er niet in)

Eerder geplaatst op 19 juni 2011 

Te veel eiwit

Als men zich voedt met te veel eiwit , dan komt dit helemaal niet in het lichaam terecht, maar in de fecaliën (=uitwerpselen, ontlasting). Maar iets heeft het lichaam er toch van, want voordat het eruit gaat, blijft het in de darm liggen en voert gif in het hele lichaam, vergiftigt het lichaam! Dan heeft men te veel eiwit. En door deze vergiftiging treedt zeer vaak aderverkalking op, zodat veel mensen die aderverkalking te vroeg krijgen, het om de eenvoudige reden krijgen, dat ze met eiwit zijn overvoed. Dus het is belangrijk, zoals ik zojuist heb uitgelegd, om de voedingsvraagstukken te leren kennen. Want de meeste mensen zijn eigenlijk zeer dikwijls van mening: hoe meer men eet, hoe beter men wordt gevoed. Maar dit is niet waar, want men wordt vaak veel beter gevoed, als men minder eet, omdat men zich dan niet vergiftigt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 354 – Die Schöpfung der Welt und des Menschen – Dornach, 31 juli 1924 (bladzijde 110-111)

Zie ook: Eiwit/Gezondheid/Ziekte

Kennis/Ontwikkeling/Vervolmaking

Alle kennis die u zoekt, alleen tot vermeerdering van uw weten, alleen tot verzamelen van schatten in uzelf, brengt u af van uw weg. Alle kennis echter, die u zoekt om rijper te worden op de weg ter veredeling van de mens en ter ontwikkeling der wereld, brengt u een schrede voorwaarts.

Bron: Rudolf Steiner – GA 10 – Wie  erlangt man Erkenntnisse der höheren Welten (bladzijde 28)

Overgenomen uit de Nederlandse vertaling van Uitgeverij Vrij Geestesleven – Vierde druk (bladzijde 24)

Eerder geplaatst op 9 december 2011

In de vierde herziene druk uit 2007 is dit citaat als volgt vertaald (ingezonden door Michel Gastkemper in een reactie onder de blog van 9 december 2011).

Ieder inzicht dat je zoekt enkel om je kennis te verrijken, enkel om schatten in je op te hopen, leidt je van je weg af; ieder inzicht echter dat je zoekt om rijper te worden op de weg naar vervolmaking van de mensheid en ontwikkeling van de wereld, brengt je een stap verder.