Wie beweert dat de gewone kennis door het gezonde mensenverstand hem niet het oog geeft voor het bovenzinnelijke bestaan, dat hij daarvoor helderziendheid nodig heeft – helderziendheid heeft men nodig om de dingen te onderzoeken, maar men heeft het niet nodig om zich het vermogen tot het zien in de bovenzinnelijke wereld na de dood te verwerven -, wie dat beweert, die kan dan net zo goed ook beweren dat men niet zou kunnen denken als de ogen niet denken. Netzomin als de ogen hier in het fysieke leven hoeven te denken, netzomin behoeft de kennis van de bovenzinnelijke werelden, voor wat ik nu aangegeven heb, de helderziendheid te hebben. Er zou natuurlijk op aarde geen bovenzinnelijke kennis zijn, als er niet helderziendheid zou zijn, maar zelfs de helderziende moet in gewone begrippen omzetten, wat hij in het bovenzinnelijke schouwt. Al zou een mens hier op aarde nog zo helderziend zijn, al zou hij nog zo duidelijk in de geestelijke wereld kunnen zien – als hij te gemakzuchtig zou zijn om wat hij ziet in de geestelijke wereld in ordelijke, logisch bevattelijke begrippen om te zetten, dan zou hij toch na de dood in de geestelijke wereld verblind zijn. Dat is de grote smart voor wie in de initiatiewetenschap van de huidige tijd ziet, dat hij moet zeggen: Het materialisme maakt de mensen blind, als ze door de poort van de dood gaan. – En hier hebben we weer iets waaraan men ziet dat het voor de realiteit, voor het gehele bestaan van belang is, of de mens tegenwoordig geneigd is naar bovenzinnelijke kennis of niet. De tijd waarop hij dat zou moeten doen is nu gekomen. Het ligt in de vooruitgang van de mensheid om in deze tijd naar bovenzinnelijk weten op te stijgen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 219 – Das Verhältnis der Sternenwelt zum Menschen und des Menschen zur Sternenwelt – Dornach, 15 december 1922 (bladzijde 71-72)
Eerder geplaatst op 5 november 2013
Misschien heel kort door de bocht: Lezen, spreken, over Geestelijke zaken ongeacht of dat uit antroposofische hoek komt, of niet, voldoet om wel wat te kunnen zien daar aan de andere kant?
Ja, dat vraag ik mij ook af. Stel iemand is niet zo zeer op antroposofie of een verwante levensbeschouwing gericht, maar is wel religieus geweest, ziet die ook wat?
So also sieht man, daß es gewisse Bedingungen
gibt, um hineinzuschauen in die geistigen Welten, die in einer gewissen
Beziehung ja das Höchste, was zu denken ist für das Leben der gegenwärtigen
Menschheitsentwickelung, in Aussicht stellen, und die gleichzeitig notwendig machen,
daß der Mensch eine vollständige Umformung und Umstülpung seines Wesens
für die Feieraugenblicke sich erringt. Die größte Wohltat in unserer heutigen
Zeit wird demjenigen, welcher, bevor er zu diesem Erlebnis vorschreitet, sich beschreiben
läßt, was diejenigen, die erlebt haben in den höheren Welten, geschaut haben.
Dann, wenn die Seele solches durchgemacht hat, wird der Moment der Begegnung
mit dem Hüter der Schwelle zu etwas anderem, als was er sonst geworden wäre.
In ganz anderer Weise werden Angst und Besorgniszustände überwunden, wenn
man vorher durch das Erfassen der Erzählungen der höheren Welten hindurchgegangen
ist, als wenn dies nicht geschehen ist. Dann aber, wenn der Mensch dieses
Erlebnis gehabt hat, daß er sich selbst gegenübergetreten ist, daß er also dem Hüter
der Schwelle begegnet ist, dann beginnt für ihn die Welt eine ganz andere zu werden;
dann erfahren in einer gewissen Beziehung alle Dinge der Welt eine neue Gestalt.
113.42f
Kees, toch nog even een wel erg late vraag :wie is ‘der Hüter der Schwelle ‘? Is dat de Christus Jesus? Misschien komt dit later ook nog wel ter sprake. Waar kan ik daar meer informatie over vinden. Bij gelegenheid graag. Met dank. Rita Vervoir
Ik heb ergens gelezen maar kan het op dit moment niet terugvinden. Ongeveer zo:het gaat er om dat je een geestelijke wereld serieus neemt en dat er ware en minder ware feiten over deze geestelijke wereld verteld worden. Als je dan later in die geestelijke wereld binnen komt, dan corrigeert zich het onware. Maar als je helemaal geen gedachten over een geestelijke wereld hebt, dan heb je in feite voor jezelf niet de zaklamp ontwikkeld die je daar nodig hebt om iets te kunnen zien.Dus in bovenstaand citaat als je al beschrijvingen van mensen die ervaringsdeskundig zijn gehoord hebt, is dat al een grote hulp.
Gijsbert van der Zeeuw een helderziende beschreef eens wat hij meemaakte toen hij mensen die al gestorven waren moest helpen. Hij kwam in een sfeer waar mensen waren die heel bijbelgetrouw waren. Ze geloofden dat ze na de dood in een graf zouden liggen wachten op de jongste dag, dan zouden ze opgewekt worden. Daadwerkelijk hadden ze zichzelf liggend in een graf gedacht (gedachten worden daar tot werkelijkheid) en lagen daar dus te wachten. van der Zeeuw sprak er een aan, wat ben je aan het doen? de betreffende persoon vertelde hem, dat hij op het jongste gericht lag te wachten. Gijsbert vertelde hem toen, maar ik praat hier met je en ik lig niet in een graf. Dat zou jij ook kunnen.!
Langzaam (ik vertel maar stukje verhaal) ging het de graflegende persoon op, dat hij zich dit zelf gecreëerd had omdat hij op aarde vast geloofd had dat het zo zou gaan. eerst als je ontsnapt uit je zelf gebouwde gedachtengevangenis, kun je gaan ontdekken wat er echt om je heen is in de geestelijke wereld. Maar als je vaste voorstellingen daarvan op aarde gevormd hebt, staan deze daar tussen jezelf en de werkelijkheid in. Dit is trouwens op aarde ook al zo, sommige mensen leven in voorstelingswerelden die ze zelf geschapen hebben en kunnen niet meer objectief zien wat om hun heen is.
Deze lees ik vandaag pas, mooie uitleg Kees. Dat boekje met deze tekst ben ik ook er in tegen gekomen. Deze man schreef echt heel begrijpend en mooi en geen charlatan in mijn beleving.Door jou ben ik er opmerkzaam op gemaakt alweer wat maanden geleden !
Dank, Kees, mooie reacties.
Zie ook deze twee citaten:
https://ridzerdvandijk.wordpress.com/2015/02/02/het-is-de-inspanning-die-telt-1-2/
https://ridzerdvandijk.wordpress.com/2015/02/03/het-is-de-inspanning-die-telt-2-slot-2/
Vorstellungen – realwerden der Vorstellungen.Der Mensch ist dazu berufen in der
Zukunft das zu werden, als was er sich ansieht.– Dies mußte eintreten im Verlauf
der weisheitsvollen Weltenlenkung, damit der Mensch wirklich zum vollen freien
Selbstbewußtsein kommen kann. Auf der einen Seite mußten die Götter dem Menschen
die Möglichkeit geben, sein eigenes Geschöpf zu werden. Damit er allerdings
diesem eigenen Geschöpf einen übersinnlichen Sinn geben kann, finden
kann in dem, was er aus sich selber macht, etwas, was ihm eine ewige Richtung geben
kann, ist der Christus Jesus durch das Mysterium von Golgatha gegangen. Und
wenn man ihn versteht, dann findet man den Weg zu ihm; den Weg von dem Tierischen
heraus ins Göttliche. Diese Wahrheit stellt sich insbesondere heraus, wenn
man eben den Seelenblick hineinzutun vermag in die Welt, die der Mensch nach
dem Tode betritt. Diejenigen Menschen, die noch vor 1879 geboren sind, nehmen
immer noch einen gewissen Rest mit, der sie behütet, rein das zu sein, als was sie
sich hier vorzustellen vermochten. Und auch noch für längere Zeit hinaus werden
die Menschen behütet werden können, bloß das zu sein – die Dinge nähern sich
erst allmählich –, als was sie sich vorstellen. Daher werden die ‘Geister der Finsternisse*,
um ihre Angelegenheiten zu fördern, einen besonderen Wert darauf legen,
Verwirrung anzustiften unter den Menschen, damit die Menschen nicht dahin gelangen,
hier die richtigen Gedanken zu bilden, in die sie sich dann, diese Menschen,
nach dem Tode verwandeln. Es muß der Mensch das werden, als was er sich
denkt. 178.109f
Ridzerd dat citaat over de inspanning is precies die ik bedoelde. Dus ik had deze hier op je site gelezen.
Ja, Kees, ik had al zo’n vermoeden dat je die bedoelde.
Kijk,… dat geeft licht op de zaken… Ridzerd, Kees; dank jullie wel!
🙂
In de antroposofie is 1+1= soms 3 🙂
Bedankt Kees, Bedankt Ridzerd voor zoveel helderheid! Rita Vervoir
Dat heeft bijna iedereen wel, je hebt een droom die levensecht lijkt. Je hebt in die droom een bewustzijn. In die droom kan het voorkomen dat je in een bepaalde situatie gevangenzit, een onprettige situatie blijft maar aanhouden. Dan wordt je wakker en je beseft dat het maar een droom was en dat je er wel degelijk uit kunt ontsnappen. Je bent dan opgelucht. Nu als het slapen met de droom het kleinere broertje van de dood genoemd wordt. Het aldaar wakker worden uit de gedachtengevangenis kan als je je op aarde al gedachten over de aard van de geestelijke wereld hebt gevormd. Misschien is dat ook nog niet voldoende,maar als er dan een geestelijk wezen verschijnt om je te helpen,hetzij een mens of en engel, dan kun je diens raad op dat moment toch begrijpen.
Het zijn meestal uitwendige omstandigheden die zoiets veroorzaken, te warm in de kamer slechte of verkeerde ademhaling, veelal lawaai van iets , ….dat doet ontsnappen uit die droom .
Bij een echte bewuste droom heb ik dit niet ,dan ben je zo goed als klaarwakker en kan je een mooie ervaring hebben .