Oogkleppen

Er is een zeer, zeer te goeder trouw zijnde, waarschijnlijk ook volkomen van de waarheid van wat hij beweert, absoluut doordrongen man, die over de religieuze opvoeding van kinderen geschreven heeft in de eerste, in het voorjaar verschenen vrijdenkerskalender. Hij heeft de volgende logica ontwikkeld. Hij zegt: Men moet de kinderen niet godsdienstig opvoeden, want het is onnatuurlijk. Als men namelijk de kinderen opgroeien laat, zonder dat men hen religieuze begrippen en ideeën bijbrengt, zonder dat men hen religieuze gevoelens bijbrengt (Duits: einimpft), dan ziet men dat ze er vanzelf niet opkomen; daarmee zou aangetoond zijn, dat het onnatuurlijk is om de mensenziel zulke begrippen en ideeën op te dringen, omdat ze slechts van buitenaf ingeprent zijn. 

Het is zeer zeker, dat degenen die zich tegenwoordig vrijdenker noemen, met enthousiasme zo’n gedachte opnemen en hem zelfs diepzinnig vinden; men hoeft slechts het volgende te overwegen: Het is algemeen bekend dat een mensenkind, dat vóór het spreken geleerd heeft, zou worden verplaatst naar een onbewoond eiland, als het daar opgroeien moet, zonder dat het een menselijk geluid hoort, nooit zou leren spreken! Daaruit blijkt, dat het spreken zich bij de mens niet vanzelf vormt, als het hem niet van buitenaf bereikt. De goede vrijdenkende preker zou ook zijn aanhangers moeten verbieden de mensenkinderen het spreken te leren, omdat ze hun spreken niet uit zichzelf ontwikkelen. We zien dus dat iets wat heel logisch lijkt en wat soms een zeer brede gemeenschap als diepzinnig opvat, niets anders is dan een logische onzin; want op het moment dat men daarover nadenkt, blijkt het meteen logisch heel krakkemikkig. Hier hebben we een mens die met oogkleppen behept is. Zulke voorbeelden vinden we om de haverklap in het leven vandaag de dag.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – München, 10 maart 1913 (bladzijde 253)

Eerder geplaatst op 17 juli 2013

4 gedachtes over “Oogkleppen

  1. back2blavatsky

    Zou de ware opvoeding er niet op moeten gericht zijn, het beste uit het kind te willen halen, daar waar zijn/haar talenten zich bevinden, om die zoveel mogelijk te stimuleren, los van wat de ouders nu eigenlijk willen? Het voorbeeld dat Steiner aanhaalt, is dat de ouders graag willen dat het kind is zoals de ouders het zich wensen. De man is wars van religieuze gevoelens, en dat beeld wil hij zijn kind inprenten. En wat als het kind nu eens “van nature” levensbeschouwelijk blijkt te zijn? Hoe gaat zo’n ouder dan daar mee om?

    1. Dat was wel wat Steiner de leraren aan de Vrije School toen als opdracht meegaf; haal het beste uit het kind. Als je ziet, of vermoed dat in dat kleine kind een fantastische vioolbouwer schuilt, zorg dan dat het er ook uit gaat komen, en geef het de kans de vaardigheden te ontwikkelen die het nodig heeft om inderdaad die goede vioolbouwer te zijn. En niet naar wat die zogenaamde “Economie” zogenaamd nodig heeft, zoals nu veelal gedacht wordt.

      1. back2blavatsky

        Weet iemand of Steiner ook gesproken heeft over de weerbarstige realiteit van alledag, zoals bijvoorbeeld na een scheiding, waar de ouders het op zich al moeilijk mee hebben, met daarbij een puber, waarmee het moeilijk zo niet onmogelijk is te communiceren en die dreigt te ontsporen? Wat zou de ouder moeten doen om te voorkomen in de platgetreden sporen van wederzijdse verwijten terecht te komen? Ik geloof diep in mijn hart in karma, ik heb bijgedragen aan de situatie zoals die nu is, maar wat kan ik doen? Het lijkt dat ik niet meer kan doen dan incasseren, mijn ego klein maken en in stilte lijden en daar waar mogelijk is bijsturen met argumenten. Hopelik werpt Steiner meer licht op deze bijzonder moeilijke realiteit van alledag.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s