Wat materie is, verhoudt zich tot geest zoals ijs tot water. Lost u het ijs op, dan is het water. Lost u materie op, dan verdwijnt ze als materie en wordt geest. Alles wat materie is, is geest, is de uiterlijke verschijningsvorm van geest. Het zal nog lang duren tot men deze laatste consequentie moet trekken, dat niet het oog het licht, maar het licht het oog gevormd heeft, en de tonen die we horen het oor. Dan zal men ertoe komen, in te zien dat alle materie uit de geest geboren is, en men zal de natuurwetenschappelijke feiten, zonder logische onderbreking, in de geesteswetenschap overleiden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Die Erkenntnis der Seele und des Geistes – Berlijn, 17 oktober 1907 (bladzijde 59-60)
Eerder geplaatst op 21 mei 2013