Het is de inspanning die telt (1 van 2)

Mensen komen er heel gemakkelijk toe om te zeggen: Als ik mij over de bovenzinnelijke werelden laat vertellen, hoe kan ik dan weten dat al deze ideeën werkelijk juist zijn? Want laten we eens aannemen, iemand verspreidt ideeën over de bovenzinnelijke wereld, deze ideeën zouden door een aantal mensen aangenomen worden – en ze zouden onjuist of eenzijdig zijn, of ze zouden niet in dezelfde zin overeenkomen met het juiste, zoals men van juist spreekt, als het de uiterlijke fysieke wereld betreft. Veronderstel dus, deze ideeën zouden foutief zijn, en een aantal mensen zou ze hebben aanvaard. In een dergelijk geval zou het altijd nog beter zijn, dat de mensen deze onjuiste ideeën zouden hebben aanvaard, dan dat ze helemaal geen voorstellingen over de bovenzinnelijke wereld zouden hebben opgenomen. En waarom? Het is beter om de reden, dat onze ziel zich moet inspannen als ze voorstellingen over de bovenzinnelijke wereld opneemt. Of men juist of onjuiste voorstellingen opneemt, men moet zich inspannen, en deze inspanning telt in de geestelijke wereld, als wij door de poort van de dood gaan. Deze inspanning is het die ons na de dood ten goede komt, of die ons überhaupt ten goede komt als wij de geestelijke wereld binnengaan. Want aangenomen dat we ons met een heel verkeerde beschouwing over de geestelijke wereld zouden hebben doordrongen, dan hebben we toch doordat we het in ons opgenomen hebben, onze zielenkrachten ontplooid, zoals een turner zijn spieren traint. En wat we ontwikkeld hebben, dat hebben we dan, dat dragen wij de geestelijke wereld in. Doordat we dat binnendragen in de geestelijke wereld, hebben we daar iets soortgelijks, wat we hier hebben doordat we ogen hebben. We zijn dan niet meer blind in de geestelijke wereld.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 157 – Menschenschicksale und Völkerschicksale – Berlijn, 26 januari 1915 (bladzijde 124)

Eerder geplaatst op 20 februari 2013

5 gedachtes over “Het is de inspanning die telt (1 van 2)

  1. ZIEL
    Mijn eerste ontmoeting met de ziel was halverwege de jaren vijftig. In Praag was het een gewoonte dat er een week voor Kerstmis een of twee levende karpers gekocht werden en dat deze tot de 24ste december de badkuip bezet hielden. Dit was voor ons, de kinderen, een ware sensatie. Behalve de prettige bijkomstigheid dat je een hele week niet in bad hoefde, was het heel spannend om de vissen te observeren.
    Op 24 december begon de grote slachtpartij. De dappere vaders hebben de messen geslepen, zich de moed met een glas sliwowitz in gedronken, om zich vervolgens aan de executie te wijden. Dit ging niet zonder horten of stoten, want ook de karpers hebben een levenswil en laten zich niet als lammetjes naar de slachtbank leiden. Tragikomische taferelen, van ontsnappende karpers van de slachtbank die dan op de keukenvloer spartelden, wanhopige ogen van de vaders en zwaaiende, dreigende messen. Maar het lukte altijd, uiteindelijk belandden de karpers in de pan. Ik kan me de keer nog herinneren dat ik van mijn vader een anatomische les kreeg. Bij het opensnijden van de vijf kilo zware vis wees hij me op een wit, opgeblazen zakje tussen de ingewanden en zei: ‘Dit is de ziel van de karper.’ Zo hebben we het bewijs gekregen, een bewijs van een bestaan van de ziel waarnaar de Franse filosoof René Descartes bij het opensnijden van vele menselijke lijken tevergeefs zocht.
    Mijn tweede ontmoeting met de ziel was in 1967. Als zeventienjarige student van het Praagse conservatorium werd ik gevraagd of ik met een ‘Soulband’, de Framus Five, mee wilde spelen. Vlak voor de kerst hebben we aan het eerste beatfestival deelgenomen dat ooit in Tsjecho-Slowakije georganiseerd werd. Het festival hebben we gewonnen en daardoor waren we op slag ‘wereldberoemd’ in eigen land. Ons repertoire bestond toen voor honderd procent uit soul music, Wilson Pickett, Aretha Franklin maar vooral de genius van de ‘soul’ Ray Charles. De song ‘I believe to my soul’ was mijn favoriet.
    Mijn derde ervaring met de ziel was op mijn twintigste jaar. Drie dagen na mijn verjaardag ben ik naar Nederland vertrokken, het was een ‘one way ticket’, met verwachting nooit meer in mijn leven terug naar Praag te gaan. Dit betekende het sterven van mijn Praagse ziel en de geboorte van mijn Nederlandse ziel. Achteraf is dat makkelijk te overzien en te begrijpen maar als je er midden in zit, doet het pijn. Toen wist ik nog niet dat als je met iets nieuws wil beginnen, je het oude moet loslaten,’ Stirb und Werde’. Nu weet ik dat de transcendente ervaring van ‘zichzelf verliezen en winnen’ een voorwaarde is voor de inspiratie, die weer het belangrijkste kenmerk is van de spiritualiteit. Inspiratie is pas mogelijk als er ruimte en leegte is, pas dan kan er iets nieuws ontstaan. Zoals het principe van het ademhalen: inspirare en expirare, eerst ruimte in je longen maken en dan de nieuwe adem binnenlaten.
    Tot voor kort zei ik graag dat ik ‘Zwei Seelen in meiner Brust’ draag, tot een bevriende psychotherapeute me terechtwees, ‘maar Victor, de mens heeft maar één ziel!’

    Toen mijn collega Hanni me vroeg of ik voor haar afscheidsbijeenkomst een verhaal over de ziel wilde vertellen zei ik ja, niet vermoedende waar ik ja tegen zei. Gauw kwam ik er achter dat deze vraag de mensheid al ongeveer 5000 jaar bezighoudt en dat er over dit onderwerp nog altijd geen duidelijkheid bestaat. Er is geen definitie van de ziel! Over de ziel zou men makkelijk tien promotieonderzoeken kunnen schrijven met een voorspelbaar resultaat: geen antwoord, wel veel beelden, metaforen, filosofische opvattingen en natuurlijk, elke religie en spirituele stroming heeft haar eigen ideeën over de ziel. Het is een boeiende onderneming om over te lezen, nadenken en voelen en zoals met meer ondernemingen het geval is, de weg is spannender dan het resultaat.
    Toch wil ik hier een paar woorden en overpeinzingen over de ziel met jullie delen:
    Zoals gezegd, het is niet mogelijk om een definitie van de ziel te geven. Definities zijn intellectuele constructen, maar de ziel heeft een voorkeur voor de kracht van verbeelding. Voor de zogenaamde rationele, aardse mensen is de ziel moeilijk toegankelijk.

    Minigeschiedenis van de ziel
    Volgens Plato hebben de knappe koppen geen voeling met het geheim van de ziel. Daar is een vrijere geest voor nodig. Bij Plato is de ziel het morele en intellectuele zelf, in onderscheid met passie en lust. In zijn Phaedrus noemt hij de drie aspecten van de ziel, die hij vergelijkt met een wagenmenner en twee paarden. De menner staat voor intellect, het nobele paard voor de passie en de weerspannige paard voor lust en driftleven.
    In het Christendom bestaat de mens uit geest, ziel en lichaam. De ziel wordt van de geest gescheiden. De scheppingsformule houdt in dat God zijn levensadem in de mens blies; dit is de geest. Door het contact tussen lichaam en geest werd de ziel geboren, en deze is sterfelijk.
    Het hindoeïsme gaat ervan uit dat ieder schepsel zijn oorsprong in Brahman heeft, het universele, allesomvattende zelf. Atman is een synoniem voor de ziel, maar is onlosmakelijk van de Brahman, de Kosmische ziel. Het gaat om de relatie tussen de ziel, de Atman die in elke schepsel aanwezig is en Brahman (Paramatman), de superziel, die samen een eenheid vormen.
    Het boeddhisme ontkent het bestaan van een ziel. Het beschouwt alles als anatta: ‘niet-zelf’, ‘leeg van zelf’. Het geloof in een essentie of kern van jezelf wordt geassocieerd met concepten als ‘ik’, ‘mijn’, ‘mijzelf’ . Een van de kenmerken van een heilige in het boeddhisme is dat hij dit niet meer doet.
    We weten allen dat de ziel heeft te maken met echtheid en diepte. In het dagelijkse taalgebruik speelt het woord ziel een grote rol: bezield, zielloos, op iemand ziel trappen, ontzield, kras op zijn ziel hebben, zielsveel, zielsgelukkig, zielig… Interessant dat in het Nederlands wordt het woord zielig als synoniem voor ‘triest’ gebruikt, iets heel anders dan het Duitse seelisch?
    Onze tijd is niet vriendelijk voor de ziel. Het lijkt dat door de aanhoudende en structurele trivialisering van de mens tot een consumerende, economische eenheid een ware slag om de ziel begonnen is. Het lijkt of we de wijsheid over, zelfs onze interesse in de ziel verloren hebben. De verwaarlozing van de ziel blijft niet zonder gevolgen en weerspiegeld zich in de stemmingen als: verlies van betekenis en zin van het leven, leegheid en vage depressie. Het lijkt op het Faust-verhaal; het is alsof we onze ziel verkocht hebben, in ruil voor mooie gadgets, de volle agenda’s om al die mooie ’spulletjes en dingetjes’ te kunnen kopen. Aan de andere kant zien we in een enorme honger naar spiritualiteit en verlangen naar persoonlijke vervulling. Thomas Moore zegt hierover in ‘Care of the Soul’: ‘ De zorg voor de ziel lost het raadsel van het leven niet op. Het tegenovergestelde is waar, het is de waardering van de paradoxe mysteries die het licht en duisternis verbinden en tot een grandeur leiden dat het menselijk leven kan zijn.’ Persoonlijk pleit ik voor aandacht voor het begrip ‘Soulfulness’, naast de ‘Mindfulness’ meer aandacht voor de ziel te hebben. Er zijn veel manieren waarop we voor de ziel kunnen zorgen. Ooit tijdens mijn studie in San Francisco heb ik van een ‘soulful’ leraar het volgende onthouden: er zijn vier wegen naar transcendentie en contact met je ziel: religie, kunst, wetenschap en liefde
    RELIGIE: Tip van Meister Eckhart, de laat-middeleeuwse filosoof en theoloog is: zoekt de stilte van je ziel want , ‘Het oog waarmee God de mens ziet is het zelfde oog als waarmee de mens God ziet’
    KUNST: Schoonheid raakt de ziel. De meest fijne en subtiele vorm is muziek. Onze ziel, die geen materie meer is, voelt zich eenzaam in het verbanningsoord van tijd en ruimte en in de grofstoffelijke wereld. De ziel verlangt naar troost en vriendschap. De muziek, het zingen in het bijzonder, is het grootste ‘vriendje’ van de ziel. De muziek veroorzaakt de ont-roering, even stilstaan bij dat wat werkelijk waarde heeft en wat we allen ergens ‘inside’ weten en altijd al geweten hebben.
    WETENSCHAP: Daar weet ik helemaal niets van…!
    LIEFDE: Liefde kent iedereen, is voor iedereen toegankelijk, we weten allemaal hoe liefde voelt en we verlangen ernaar. Er is nooit te veel aan liefde, niemand is ‘te’ liefdevol. Meister Eckhart zegt hierover: ‘De ziel heeft ons nodig om haar liefde te kunnen meedelen.’
    Graag wil ik met mijn eigen variatie op liefde en ziel afsluiten: ‘Zoals de kus de ander nodig heeft om het geluk te delen, of de toon de lucht nodig heeft om haar schoonheid te laten horen, zo heeft de ziel de mens nodig om over de liefde te kunnen zingen’
    Victor Muller Cadaques 2013

    Ter inspiratie:
    • ‘You have to grow from inside out. None can reach you, none can make you spiritual. There is no other teacher but your own soul.’- Swami Vivekananda
    • ‘Ik denk gewoon dat een deel van het menselijk Zelf of de ziel is niet onderworpen aan de wetten van ruimte en tijd.’ – Carl Jung
    • ‘ Art washes away from the soul, the dust of everyday life.’ – Pablo Picasso
    • ‘ What is soul? It’s like electricity – we don’t really know what it is but it’s a force that can light a room.’ – Ray Charles
    • ‘Souls wouldn’t wear suits and ties, they’d wear blue jeans and sit cross-legged with a glass of red wine.’ – Terri Guillemets
    • ‘Now if I do anything it is to tune souls instead of instruments. To harmonize people instead of notes. If there is anything in my philosophy, it is the law of harmony! That one must put oneself in harmony with oneself and with others ‘The words that enlighten the soul are more precious than jewels.’ – Hazrat Inyat Khan
    • ‘The soul doesn’t distinguish between good and bad as much as between what is nutritious and what isn’t. Finding the right work is like discovering your own soul in the world.’ – Thomas Moore

    Wislawa Szymborska ‘Enige woorden over de ziel’
    Een ziel heb je zo nu en dan.
    Niemand heeft haar ononderbroken
    en voor altijd.

    Dagen en dagen,
    jaren en jaren
    kunnen zonder haar voorbij gaan.

    Soms verwijlt ze alleen in het vuur
    en de vrees van de kinderjaren
    wat langer bij ons.
    Soms alleen in de verbazing
    dat we oud zijn.

    Zelden staat ze ons bij
    tijdens slopende bezigheden
    als meubels verplaatsen
    en koffers tillen
    of een weg afleggen op knellende schoenen.

    Bij het invullen van formulieren
    en het hakken van vlees
    heeft ze doorgaans vrij.

    Aan een op de duizend gesprekken
    neemt ze deel,
    maar zelfs dat is niet zeker,
    want ze zwijgt liever.

    Wanneer ons lichaam begint te lijden en lijden,
    verlaat ze stilletjes haar post.

    Ze is kieskeurig:
    ze ziet ons liever niet in de massa,
    walgt van onze strijd om maar te winnen
    en van ons wapengekletter.

    Vreugde en verdriet
    zijn voor haar geen twee verschillende gevoelens.
    Alleen als die twee zijn verbonden,
    is ze bij ons.

    We kunnen op haar rekenen
    wanneer we nergens zeker van zijn,
    maar alles willen weten.

    Wat materiële zaken betreft
    houdt ze van klokken met een slinger
    en van spiegels, die vlijtig hun werk doen,
    ook wanneer niemand kijkt.

    Ze vertelt niet waar ze vandaan komt
    en wanneer ze weer van ons verdwijnt,
    maar lijkt zulke vragen beslist te verwachten.

    Het ziet er naar uit
    dat net als wij haar
    zij ons ook
    ergens voor nodig heeft.

  2. henri

    “Persoonlijk pleit ik voor aandacht voor het begrip ‘Soulfulness’, naast de ‘Mindfulness’ meer aandacht voor de ziel te hebben.”

    Het woordje ‘mind’ wordt zowat(in t engels) tegenwoordig voor alles gebruikt , zowel geest , bewustzijn als ziel, dat is door het abstrahisme van het begrip .Zo wordt aldus de geest en het IK uitgeschakeld .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s