Wat voor zin heeft het herhaaldelijk verschijnen van de mens op aarde? Zouden de incarnaties zonder samenhang zijn, dan zou dit zeker zinloos zijn. Zo is het echter niet. Denk eens aan de verschillende levensomstandigheden, die een mens doormaakt, die een paar eeuwen na Christus leefde en die zich in onze tijd weer incarneert. Tegenwoordig is de mens in zijn leven van het zesde tot het veertiende jaar al gevuld met het verwerwen van vaardigheden: lezen, schrijven enzovoort. De huidige mens heeft heel andere mogelijkheden om zijn persoonlijkheid te cultiveren en te vormen. De incarnaties zijn zo geordend dat de mens pas dan weer verschijnt als hij in nieuwe omstandigheden komt, heel andere kansen en ontwikkelingsmogelijkheden vindt, en dat is altijd pas na enige eeuwen het geval. Hoe veel ontwikkelt de aarde zich in elke opzicht! Nog maar enkele duizenden jaren geleden was het gebied hier met bossen bedekt, waarin wilde dieren leefden. De mensen leefden in grotten, kleedden zich in dierenhuiden en waren slechts op primitieve wijze in staat vuur en gereedschap te maken. Hoe anders is dat vandaag de dag! Zo verandert in betrekkelijk korte tijd het aangezicht van de aarde. Een mens die in de tijd van de oude Germanen leefde, had een heel ander beeld van de wereld als degene die hier tegenwoordig lezen en schrijven leert. Met de veranderende aarde leert hij geheel nieuwe dingen en maakt het zich eigen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 95 – Vor dem Tore der Theosophie – Stuttgart, 25 augustus 1906 (bladzijde 39)
Eerder geplaatst op 1 maart 2013