De weldaad van het karma (1)

Met elke fout, met elke leugen, met elke illusie zetten we ons een hindernis voor de vooruitgang in de weg. We zouden steeds achteruit gaan in onze vooruitgang als we ons hindernissen in de weg zetten door dwaling en zonde, als we niet in staat zouden zijn, dwalingen en zonden te corrigeren, dat wil zeggen: we zouden in waarheid het mensendoel niet kunnen bereiken. Het zou onmogelijk zijn dat wat het mensendoel is, te bereiken als niet de tegengestelde krachten, de krachten van het karma, zouden werken. Bedenk eens, u begaat een of ander onrecht in een leven. Dit onrecht, dat u hebt begaan, betekent, als het zo in uw leven blijft staan, niet minder dan dat u de stap die u voorwaarts zou hebben gedaan, als u dat onrecht niet begaan zou hebben, verloren heeft. En met ieder onrecht zou u een stap verliezen.

Wordt vervolgd

Bron: Rudolf Steiner – GA 107 – Geisteswissenschaftliche Menschenkunde – Berlijn, 22 maart 1909 (bladzijde 246)

Eerder geplaatst op 27 december 2012

Begrip in plaats van kritiek

Men kan de mensen op twee manieren tegemoettreden: ofwel met begrip ofwel met kritiek. Wat is nu de werking daarvan? We kunnen hem verder helpen of niet. Men kan hem begrip tegemoet brengen, dat wil zeggen liefdevol in het wezen van de ander en op zijn zwakheden ingaan. We kunnen hem echter ook kritiseren (Duits: Tadeln = berispen, terechtwijzen, vermanen, afkeuren, veroordelen, beschuldigen, verwijten, laken, omlaaghalen, fel bekritiseren) en daarbij staan blijven. We zullen nu in beide gevallen het leven bekijken. Als veel gekritiseerd wordt, heeft dat een goed gevolg met betrekking tot degene die bekritiseerd geworden is? Het kan een gevolg hebben, de kritiek kan van nut zijn geweest of ook niet. Wie echter volgens gewoonte kritiseert, heeft ook een gevolg: een zeker gevoel van isolering, van alleen staan zal over de mensen komen. Vergelijken wij daarmee wat er gebeurt in een incarnatie als men liefdevol op de ander ingaat, ondanks zijn fouten. Het resultaat zal ook dan goed zijn of slecht, maar een gunstiger gevolg voor de ziel zal er zeker zijn. Wij kunnen hieruit leren dat het aan heel andere wetten onderworpen is, of men zogezegd bij kritiek staan blijft, of dat men voorschrijdt naar begrip. Kritiek kaatst namelijk terug op onszelf, schept nieuw karma; begrip echter is een schat die de ander dan in zich draagt, lost karma op, verzacht het, doet het teniet. Dat is een buitengewoon belangrijk gegeven voor het leven. We kunnen nu het resultaat van de waarnemingen samenvatten in een zin, die een diepe levenswaarheid is, namelijk dat men in feite zeer weinig in staat is zichzelf van nut te zijn (Duits: nützen), maar zichzelf zeer te schaden; dat men echter de anderen zeer tot voordeel kan zijn, – hen echter door eigen ondeugden weinig kan schaden. Dus door goed zijn kan men de anderen vooruit brengen (Duits: nützen); door slecht zijn zichzelf zeer veel schaden, de anderen echter blijvend niet veel schaden.

Bron: Rudolf Steiner – Beitraege 45 – Moral und Karma – Neurenberg, 12 november 1910 (bladzijde 7-8)

Eerder geplaatst op 25 december 2012