Juist de geesteswetenschap moet over de zogenaamde geestesziekten iets te zeggen hebben. Ten eerste is de naam al niet juist gekozen. Men zou niet van geestesziekten moeten spreken. Verder zijn juist op dit gebied onder leken de grootste fouten verbreid, zowel in wetenschappelijke als ongeletterde kringen en hun literatuur. De verschijningsvormen worden voor de zaak zelf aangezien. Men spreekt van grootheidswaanzin, vervolgingswaanzin, godsdienstwaanzin. Deze termen verwijzen alle alleen naar de symptomen. Niemand kan door een religieus idee waanzinnig worden. Zo kunt u bijvoorbeeld de merkwaardige zin lezen: Hölderlin is door de disharmonie tussen de moderne en antieke wereldbeschouwing ziek geworden. Zou Hölderlin geen dichter zijn geweest, dan zou toch dezelfde soort waanzin over hem zijn gekomen, alleen zou deze anders, in andere ideeën tot uitdrukking zijn gebracht. Als iemand in religieuze ideeën leeft en dan ziek wordt, dan zullen zijn religieuze ideeën vervormen. Heeft hij in materialistische ideeën geleefd, dan vervormen zich deze. De reden voor de geestelijke stoornis wortelen diep in de menselijke natuur.
Bron: Rudolf Steiner – GA 55 – Die Erkenntnis des Übersinnlichen in unserer Zeit und deren Bedeutung für das heutige Leben – Berlijn, 31 januari 1907 (bladzijde 140)
Eerder geplaatst op 2 november 2012