De mens denkt er weinig over na, hoe hij in de sociale samenhangen staat en mede verantwoordelijk is voor wat hij doet. Als men de dingen ernstig neemt, moet men zich verantwoordelijk voelen voor wat door iemand zelf gebeurt. Men helpt zijn medemensen het meeste doordat men sober leeft (Duits: bedürfnislos wird). Meer dan een filantroop helpt iemand zijn medemensen als hij zelf met weinig behoeften leeft. Als men bijvoorbeeld geen onnodige brieven schrijft, dan bespaart dat sommige mensen misschien vele trappen te moeten oplopen. Het is een grote vergissing als men gelooft dat men de mensen helpt, doordat men veel eisen heeft en op deze wijze voor meer werk zorgt. Men vermeerdert niet in het minst wat de mensen nodig hebben, wanneer men hen werk geeft.
Bron: Rudolf Steiner – GA 97 – Das christliche Mysterium – Keulen 30 november 1906 (bladzijde 196-197)
P.S. Zeer voor de hand ligt hier natuurlijk wel de tegenwerping: ‘Als ik iemand werk geef en hem daarvoor betaal, dan help ik die mens toch.’ Ja, inderdaad, men helpt hem door hem geld voor zijn werk te geven, maar in feite is het de werker die hier de helper is en niet de betaler. De betaler is alleen degene, die door zijn geld de macht heeft om de arbeidskracht van anderen te gebruiken of – als er te weinig wordt betaald voor het werk of het product – uit te buiten. Het is in de huidige sociale toestand wel zo dat arbeid iemand in staat stelt om een loon te verdienen om van te leven. Maar volgens Steiner moet dit verband tussen arbeid en loon in de toekomst totaal gescheiden worden. Een der grootste oorzaken van sociale ongelijkheid, onrechtvaardigheid en uitbuiting ligt in deze samenhang tussen arbeid en beloning. Als iemand voor zijn werk geen loon ontvangt, zal hij niet meer werken om er zelf beter van te worden, maar hij zal alleen nog werken vanuit het inzicht dat werk noodzakelijk is voor hem zelf en zijn medemensen. Hij zal een werker in dienst van de gemeenschap worden.
Eerder geplaatst op 14 juli 2012