Dwaling

Zoals de individuele mens een heel bepaalde ontwikkeling ondergaat (Duits: unterliegt), zoals hij als het ware een ander soort krachten heeft als kind, in het midden van het leven, als grijsaard, zo heeft de mensheid in de loop van haar ontwikkeling ook steeds weer andere krachten, en men staat in zekere zin slapend in de wereldontwikkeling, als men niet in acht neemt dat de mensheid in haar essentie iets anders is in de 20ste eeuw, dan ze in de 15de eeuw was of zelfs in de tijd van het Mysterie van Golgotha of eerder. Het behoort tot de grootste tekortkomingen en dwalingen en verwarringen van onze tijd, dat men met wat ik zojuist gezegd heb, geen rekening wil houden, dat men van mening is, dat men van de mensen of van de mensheid in het algemeen geheel abstract kan spreken en dat men niet zou moeten weten dat deze mensheid aan een ontwikkeling is onderworpen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 182 – Der Tod als Lebenswandlung – Zürich, 9 oktober 1918 (bladzijde 139)

P.S. Nadat ik bovenstaand citaat had vertaald, schoot mij te binnen dat ik die hele voordracht, waaruit dit citaat komt, al had in een vertaling van Martien Ockeloen. Daarom plaats ik ditzelfde citaat hier onder in zijn vertaling.

Zoals de individuele mens een heel bepaalde ontwikkeling doormaakt, zoals hij als het ware heel andere krachten heeft als kind, in de kracht van zijn leven, en als grijsaard ‐ zo heeft de mensheid in de loop van haar ontwikkeling ook steeds weer andere krachten, en men slaapt om zo te zeggen ten aanzien van de wereldontwikkeling, als men niet onderkent, dat de mensheid wezenlijk anders is in de twintigste eeuw, dan ze was in de vijftiende eeuw, laat staan in de tijd van het Mysterie van Golgotha of nog eerder. Het behoort tot de grootste gebreken en dwalingen juist van onze tijd, dat men dat wat ik zojuist gezegd heb niet wil onderkennen; dat men van mening is, dat je over de mens of over de mensheid in het algemeen geheel abstract kunt spreken, zonder te weten dat deze mensheid een ontwikkeling doormaakt.

Bron: Hoe werken de engelen in ons astrale lichaam?  (bladzijde 2) – Vertaling Martien Ockeloen