Het verhaal van de ooievaar…toch niet zo raar

Door het materialisme worden de mensen voortijdig oud. Dertig jaar geleden bijvoorbeeld zagen de kinderen er anders uit dan nu. Tegenwoordig ziet men al tien-, twaalfjarige kinderen die een ouwelijke indruk maken. De mensen zijn zo vroegrijp geworden, en in het bijzonder de volwassenen. Ze zeggen: Wij willen onze kinderen niet meer voorliegen, bijvoorbeeld met dat de ooievaar de kinderen brengt. De kinderen moeten verstandig worden. Maar zo liegen ze in feite zelf de kinderen voor. Onze nakomelingen zullen weer weten, dat werkelijk onze kinderzielen als vogelachtige geestelijke gedaanten vanuit de hogere werelden naar beneden zweven. Het is van groot belang dat men een imaginatieve voorstelling heeft voor vele dingen, die nog niet begrijpelijk zijn. Het is zeer zeker wel mogelijk om een betere imaginatie dan het ooievaarsverhaal te vinden voor het feit waar het hier om gaat. Waar het op aankomt, is dat er spirituele krachten spelen tussen kind en ouders of opvoeders; iets als een soort geheim magnetisme moet er zijn. Men moet zelf aan de imaginaties geloven die men de kinderen geeft.

Bron: Rudolf Steiner – GA 130 – Das esoterische Christentum und die geistige Führung der Menschheit – Kassel, 29 januari 1912 (bladzijde 242-243)

Eerder geplaatst op 4 mei 2012.