Abstract gepraat dat eigenlijk vlucht voor de werkelijkheid is

Als men het essay “Der Sinn der Reformation” van Adolf Keller doorgelezen heeft – het is goed en eerlijk bedoeld en het behoort tot de beste werken van tegenwoordig op dit gebied -, dan wordt men moe door het heen en weer draaien en rollen in steeds dezelfde abstracties: “Reformatie wekt in het gemoed de vrijheid van initiatieven; de vrijheid van de initiatieven komt van de reformatie; als de reformatie had gewerkt, werd de vrijheid van de initiatieven gewekt” -, en zo rolt en draait men om en om volgens het patroon van alle abstractlingen, die niets anders tot stand brengen dan te zwelgen in een paar povere, armzalige begrippen, die niets van doen hebben met de werkelijkheid in de wereld. Dat is eigenlijk het kenmerkende van dat wat overwonnen moet worden: dit abstracte gedoe, dit leven in gedachtenarme ideeën, waarbij men zich de vingers aflikt van welbehagen, omdat men gelooft iets bijzonder verhevens te zeggen, als men iets bijzonder abstracts zegt.

Een dezer dagen kreeg ik een verhandeling, die ging over diepzinnige, theosofische dingen, maar eigenlijk was het slechts een verhandeling over het “iets”, en er werd alleen gesproken over het “iets”, van het “onverbeterde iets” en van het “verbeterde iets”, en hoe het “verbeterde iets het onverbeterde iets grijpt”, en het “verbeterde iets zich boven het onverbeterde iets stelt”. En zo verder: “bewust en onbewust iets”, “versterkt en onversterkt iets”, dat rolt en rolt maar door – het is uiteindelijk, op het geestelijk gebied overgedragen, ook niets anders dan deze vreemde manier van abstract werken van tegenwoordig, die dit abstracte bijzonder goed bevalt en die eigenlijk vlucht voor de werkelijkheid is, die helemaal niets te maken heeft met een of andere werkelijkheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 21 oktober 1917 (bladzijde 209)