U weet: Sinds nog helemaal niet zo lange tijd zijn in de mensheidsevolutie steeds meer en meer cultuurimpulsen getrokken, die er vroeger niet waren, die echter juist voor de hedendaagse cultuur kenmerkend zijn. Probeert u maar eens zich in gedachten terug te verplaatsen in tijden, die naar verhouding helemaal niet ver achter ons liggen. Dan zult u tijden vinden, waarin nog geen stoomlocomotieven reden, tijden waarin men zich nog niet van de elektriciteit bediend heeft zoals in onze tijd, tijden, waarin hoogstens denkers als Leonardo da Vinci in gedachten en experimenten zich voorstellingen hebben gemaakt, hoe men door menselijke instrumenten in de lucht vliegen kan. Dat alles is in betrekkelijk korte tijd gerealiseerd. Denk eens hoeveel tegenwoordig afhangt van het gebruik van elektriciteit, van het gebruik van de luchtdichtheidsverdeling, die tot de luchtvaart geleid heeft […]. Denken we eens aan alles, wat in de laatste tijden in de mensheidsontwikkeling is gekomen. Denkt u aan de verwoestende krachten van het dynamiet enzovoort, en u zult zich gemakkelijk kunnen voorstellen, gezien de snelheid waarmee dit allemaal gegaan is, dat in de toekomst nog heel andere fabelachtige dingen in deze richting door de mensheid worden nagestreefd. U zult zich gemakkelijk een idee ervan kunnen maken, dat het niet met het ideaal van de mensheid voor de nabije toekomst overeenkomt, dat de Goethe’s steeds vaker voorkomen, echter komt het overeen met het ideaal dat de Edisons steeds vaker voorkomen. Dat is nu eenmaal het ideaal van de huidige mensheid.
Bron: Rudolf Steiner – GA 177 – Die spirituellen Hintergründe der äußeren Welt – Dornach, 6 oktober 1917 (bladzijde 67-68)