Plankenkoorts

Rudolf Steiner wees het voorlezen van voordrachten aan de hand van manuscripten, zoals het tegenwoordig vaak gebruikelijk is, in principe af, en hij had daardoor ook altijd een levendig contact met de mensen die voor hem zaten. Ik heb hem veel later eens gevraagd, of hij nooit last heeft gehad van wat men plankenkoorts noemt en wat iedere spreker maar al te goed kent. Rudolf Steiner antwoordde tot mijn verbazing – want ik had het nooit aan hem gemerkt – dat het goed en noodzakelijk is dat de spreker enige plankenkoorts heeft, want dat komt doordat men niet met een vaststaande, starre inhoud voor het publiek treedt, maar ook tijdens het spreken nog met de best mogelijke omschrijving worstelt. Ook hij heeft deze toestand van innerlijke spanning bij een voordracht altijd ondervonden en raadde dringend aan deze niet te verliezen.

Bron: Guenther Wachsmuth: Die Geburt der Geisteswissenschaft (1941) – Lexicon Urs Schwendener