Over sport, spel en zelfopvoeding

Op een bepaalde manier blijft het spel een belangrijke opvoedingsfactor voor het hele leven. Natuurlijk is hier niet het kaartspel bedoeld, want alle spelen die zich op het verstand, op het combinerende denken richten zijn zo dat ze het persoonlijke van de mensen, dat het meest aan het instrument van de hersenen is gebonden, in beslag nemen (Duits: in Angriff nehmen). Hoeveel gunstigs ook over het schaakspel gezegd wordt, toch kan het nooit een factor van de zelfopvoeding zijn, omdat het daarbij aankomt op wat het meest aan het instrument van de hersenen gebonden is, wat combinaties moet maken. Als de mens echter in het turnen, in gymnastische oefeningen actief is, waarbij hij zijn spieren zo in beweging moet zetten, dat hij daarbij geheel niet kan combineren, dat hij helemaal niet zijn verstand inspant, maar rechtstreeks aan het beproeven van de spieren, dus aan het doen en niet aan het begrijpen zich ontvouwt, dan hebben we met een zelfopvoedend spel te maken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 61 – Menschengeschichte im Lichte der Geistesforschung – Berlijn 14 maart 1912 (bladzijde 429-430)

Zie ook: Over sport en zelfopvoeding