Drie citaten over het leren van verschillende talen

Voor de ontwikkeling van het denken moeten we de talen leren spreken van de huidige cultuurvolkeren waarmee wij samenleven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 192 (bladzijde 93)

Door het leren van verschillende talen wordt de mens universeler.

Bron: Rudolf Steiner – GA 306 (bladzijde 39)

Met het talenonderwijs doen we het in de vrijeschool zo dat we echt voor de kleinsten al twee niet-Duitse talen geven vanaf het tijdstip dat ze in de basisschool komen.  ( ) Het komt er in hoofdzaak op neer dat we hierdoor niet alleen hun blikveld verruimen, maar dat de rijkdom van het gevoelsleven door het geven van dit taalonderwijs wezenlijk vergroot wordt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 306 (bladzijde 169)

Deze drie citaten trof ik op de WordPress website van Pieter H. Witvliet.

VRIJE SCHOOL – PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE ACHTERGRONDEN

Ik vind het wel mooie en belangwekkende citaten omdat eruit blijkt dat het leren van verschillende talen nog voor iets anders goed is dan enkel het leren van talen.

Advertentie

6 gedachtes over “Drie citaten over het leren van verschillende talen

  1. Mooi en interessant onderwerp! Steiner verklaarde over meertaligheid ook een keer dat dat fijne nuancering van gedachten en oordeelvellingen bevorderen kan. Maar natuurlijk is het niet iedereen gegeven om zich meer talen eigen te maken, hoewel ook hier in algemene zin jong geleerd oud gedaan is en dus onderwijs, met name basisonderwijs, daartoe een waardevolle steen kan bijdragen.

    Er rijzen bij mij vragen op naar aanleiding van deze Steinercitaten en en het daarbij behorende onderwerp. De volgende:

    (1) Welke talen beheerste Steiner nu eigenlijk zelf naast het Duits (en Oostenrijks). Engels sprak hij niet meen ik begrepen te hebben. Frans neem ik aan ook niet. Wel maakte hij zichzelf als adolescent (oud) Grieks en Latijn eigen (gymnasiale vorming op autodidactische basis). En hij hield op 58-jarige leeftijd de uitmuntende voordrachtenreeks Geisteswissenschaftliche Sprachbetrachtungen – Eine Anregung für Erzieher.

    (2) Wat bedoelde Steiner in 1919 (GA 192) met ‘huidige cultuurvolkeren’? Engeland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Amerika enzovoort? En hoe is dat anno 2014 gesteld? Dit indachtig het feit dat Steiner dit in combinatie dacht met zogeheten cultuurtijdperken, waarin bepaalde volkeren in bepaalde opzichten een significante(re) rol vervullen.

    1. Wat ook nog steeds ‘nieuw’ is, is de eis die Steiner stelt aan de kwaliteit van de leerkracht: hoe jonger het kind, des te beter deze moet zijn. Voor het aanleren van een niet-Nederlandse taal – ik vermijd steeds vaker de term ‘vreemde’ taal – zou je dus eigenlijk mensen moeten hebben die de taal van nature spreken. Dat is nauwelijks te verwezenlijken, maar vanuit de sterke nabootsingskracht van die leeftijd wel te begrijpen.

      Ja, welke talen. In de jaren ’70 van de vorige eeuw – de koude oorlog – gingen er stemmen op om Russisch te geven, opdat er wellicht door het leren van die taal een dieper begrijpen voor de Russische volksziel zou ontstaan. Zou je nu naar Chinees moeten?
      Ik denk dat het voorlopig wel bij – in ieder geval Engels – Duits en Frans zal blijven.
      Overigens is er een heel opmerkelijke verhandeling van Steiner over de Franse taal. GA 300b/76
      Ondanks wat hij daar zegt, wordt er op de 1e vrijeschool in Stuttgart Frans gegeven. En geeft hij voor het vak ook leerplanaanwijzingen.

  2. Ik heb wel eens gelezen in het boek van Andrej Belyj ‘Mijn jaren met Rudolf Steiner’ dat volgens hem Steiner niet goed in talen was. Maar dat Steiner zichzelf Grieks en Latijn heeft geleerd, doet vermoeden dat hij toch wel goed in talen was, maar waar was hij eigenlijk niet goed in?
    Zoals je wel weet, nam Hugo Verbrugh Steiner wel eens wat op de hak, omdat volgens sommigen Steiners uitspraak van het Engels ‘mehr als komisch’ was, of zoiets. Maar verder weet ik er niet veel van, John.

    1. Het zou best kunnen dat Steiners accent bij uitspreken van bepaalde woorden en zinsneden bepaald koddig aandeed. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen. De man had veel aanleg voor vele zaken, maar ook hij kon natuurlijk niet alles tegelijk (direct) ontwikkelen. In dat opzicht moest hij, doen en latend, als bezige bij ook keuzes maken en prioriteiten stellen in zijn leven.

  3. pieter ha witvliet

    304a/94 Zeer geachte aanwezigen, allereerst bied ik u mijn excuus aan, dat ik niet in uw taal tot u kan spreken. En omdat dit niet mogelijk is, moet ik het in mijn eigen taal doen. Daarna moet het vertaald worden.
    Rudolf Steiner in Ilkley, Engeland, 10-08-1923

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s