Monnikleven/Praktisch leven

We zouden graag de stemming van het mediteren over ons gehele leven uitbreiden. Dat gaat echter niet, omdat we dan onbruikbaar voor het fysieke leven worden. Neemt een mens het voorrecht op zich om zijn huidige leven geheel aan de meditatie te wijden, dus een klooster- of monnikleven te leiden, dan wordt hij in het volgende leven des te meer voor de taak gesteld in het praktische leven, ondanks wellicht versterkte spirituele krachten, actief te zijn.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266b – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden Band II: 1910-1912 – Berlijn, 26 januari 1912 (bladzijde 312)