Twee dingen moeten we proberen helemaal te vermijden

Twee dingen moeten we tijdens onze occulte scholing proberen helemaal te vermijden. We zouden nooit een ander moeten kwetsen, niet door daden, niet in gedachten en woorden, en moeten ook niet het excuus laten gelden, dat we niet de bedoeling hebben gehad een mens leed te berokkenen. Het blijft geheel gelijk, ongeacht of we het met of zonder opzet gedaan hebben. – Het andere is het gevoel van haat, dat geheel uit onze gevoelens verdwijnen moet, anders komt het in een gevoel van angst weer naar voren; want angst is onderdrukte haat! Omzetten moeten we de haat in het gevoel van liefde, de liefde voor de wijsheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band 1 – Kassel, 26 februari 1909 (bladzijde 452)

Vóór alles is het belangrijk alcohol in elke vorm te vermijden

Vóór alles is het belangrijk alcohol in elke vorm te vermijden, zelfs de met alcohol gevulde zoetigheden zijn van zeer schadelijke werking. Alcohol en geestelijke oefeningen voeren op het meest verkeerde pad (Duits: führen auf die schlimmsten Pfade). Vanuit wetenschappelijk oogpunt is immers al de slechte invloed van alcohol op de hersenfunctie aangetoond; hoeveel meer moet een mens die zijn hele streven op het geestelijke richt, zich van een genot onthouden, dat het kennen van het geestelijke volledig uitsluit.

Bron: Rudolf Steiner – GA 267 – Seelenübungen 1904-1924 (bladzijde 513)

Zie ook: En zo verwoest men voor lange tijdperioden de mensen door de alcohol

Alkohol ist heute nur ein Übel

Veel soorten medelijden komen uit egoïsme voort

Vaak wordt gezegd dat ook medelijden aan het egoïsme kan ontspringen. Dat is vaak het geval. Veel soorten medelijden komen alleen uit egoïsme voort, omdat men de anderen niet graag ziet lijden. Maar ook dit is noodzakelijk. Voordat mensen een hogere trap bereikt hebben, is het beter dat ze een ander uit egoïstisch medelijden helpen dan helemaal niet. We moeten echter leren een vorm van medelijden te ontwikkelen, die boven het egoïsme staat, die de medemensen helpt, omdat het plicht is om te helpen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band 1 – Berlin, 15. Mai 1908 (bladzijde 375)

P.S. Nu breekt mij de klomp. Nu is medelijden in veel gevallen ook al egoïsme volgens Steiner. Dus als ik een uitgehongerde bedelaar op straat zie, dan moet ik hem niet geld geven uit medegevoel maar uit plichtsgevoel? Vindt Steiner het dan beter dat het iemand geen donder kan schelen, maar dat men de bedelaar toch maar wat geeft omdat het een plicht is? Dit citaat en trouwens deze hele voordrachtenserie is opgetekend aan de hand van herinneringen en notities van toehoorders. Een en ander zal dan ook wel niet helemaal goed op papier zijn gekomen, vermoed ik.

Liefde/Egoïsme

Wat de mensen in liefde aan elkaar bindt, is in verreweg de meeste gevallen egoïsme. Men houdt van de ander, omdat men het als aangenaam ervaart in de nabijheid van het geliefde wezen te zijn. De goede goden hebben het egoïsme moeten gebruiken om de mensen tot liefde op te voeden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266c – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Band 3 – Stockholm, 8. Juni 1913 (bladzijde 147)

P.S. Soortgelijke uitspraken komt men bij Steiner wel vaker tegen. Het lijkt bij Steiner wel dat alles waarbij men ook zelf nog wat voldoening en plezier ondervindt egoïsme is. Hij zegt overigens nergens dat egoïsme per definitie verkeerd is, integendeel, egoïsme kan ook een heilzame werking hebben. Maar echte “hoge, zuivere, geestelijke” liefde is het volgens hem toch niet als men zelf ook voldoening heeft wanneer men uit liefde of medelijden iets voor een ander doet. Wanneer is een of andere actie dan geen egoïsme? Pas als we het doen uit plichtsgevoel, hoewel we er zelf helemaal geen voldoening in vinden? Kortom, raadselachtige uitspraken.

Amerikanen/Zelfopvoeding

In feite zien we in veel van wat de Amerikanen hebben ontwikkeld het primitieve begin van de soort oefeningen waardoor men tot helderziend waarnemen (Duits: geistigen Schau) nader komt. Zo vindt men steeds weer door de Amerikanen aangeprezen dat zelfbeheersing, zelfdiscipline, zelfopvoeding hetgeen is waar het op aankomt; dat het niet erop aankomt iets geleerd te hebben, maar op iets in de wil planten door steeds weer opnieuw herhalen van dezelfde oefening. Men weet wat voor belang het heeft om de voorstellingen te herhalen, ritmisch te herhalen, hoe dit werken op het eigenlijke centrum van de mens in de wil ingrijpt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 83 – Westliche und östliche Weltgegensätzlichkeit – Wenen 10 juni 1922 (bladzijde 273)