Dubbel egoïsme: Ik moet een goed mens worden, zodat mijn volgende incarnatie een goede is

Het gaat er niet alleen om dat wij de ideeën van reïncarnatie en karma in onze tijd brengen, maar het gaat erom hoe we die brengen. Als ze slechts een impuls tot egoïsme worden, dan verheffen ze onze cultuur niet, dan drukken ze onze cultuur juist naar beneden. Reïncarnatie en karma worden dan tot onethische ideeën, tot anti-ethische ideeën, als veel mensen zeggen: Ik moet een goed mens worden, zodat mijn volgende incarnatie een goede is. – Uit deze impuls, een goed mens te worden, opdat men in de volgende incarnatie sympathieke dingen beleeft, uit deze impuls handelen is dubbel egoïsme, is niet alleen enkelvoudig egoïsme. Maar dit dubbele egoïsme kwam voor veel mensen uit de ideeën van reïncarnatie en karma. Zodat men kan zeggen: Onze civilisatie heeft zo weinig altruïstisch-religieuze impulsen, dat het haar onmogelijk is zelfs zulke ideeën als reïncarnatie en karma in de zin op te vatten dat ze impulsen worden tot altruïstisch en niet tot egoïstisch handelen en voelen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 191 – Soziales Verständnis aus geisteswissenschaftlicher Erkenntnis – Dornach 10 oktober 1919 (bladzijde 72)

Automatisch

De mens doet in het gewone leven vele verrichtingen die voor zijn geest onbewust blijven. Hij zal bijvoorbeeld zijn ogen sluiten als er een vlieg mee in aanraking komt. Zou dit proces van het ogen sluiten eerst uitgedacht moeten worden, dan zou er niet veel van terecht komen. Deze activiteit en nog vele andere zijn pas door talloze vergissingen geleerd. Zo hebben ook de hoogste wezens hun grootheid alleen daardoor verkregen, dat ze op alle trappen van hun ontwikkeling aan fouten waren blootgesteld en pas langzamerhand het overeenkomende vermogen verkregen, zodat fouten niet meer mogelijk waren, omdat het geleerde nu automatisch geworden was. Zo moeten wij ook leren veel dingen automatisch te doen, waartoe we nu nog veel denkkracht gebruiken moeten. Doordat ons gewone Ik zich verheft en het hogere Ik geboren wordt, is het noodzakelijk ervoor te zorgen dat tegelijkertijd het denken zo logisch en wetmatig verloopt, dat fouten uitblijven, anders komt er een moment dat het Ik het lagere denken aan zichzelf overlaat, waardoor een grote verwarring in de lagere natuur ontstaat. Wie gelooft dat het denken iets ondergeschiktst is, waarvoor men zich niet hoeft in te spannen, die is niet geschikt voor het esoterische leven. Juist hierop komt het het meeste aan.

Bron: Rudolf Steiner – GA 266a – Aus den Inhalten der esoterischen Stunden – Kassel 27 juni 1909 (bladzijde 492)

Karakteristiek kenmerk/Reïncarnatie en Karma

Er moet de aandacht op gevestigd worden dat de antroposofische geesteswetenschap de missie heeft alles in het leven in te voeren, in het leven op te nemen, wat uit een ziel moet volgen die zich geleidelijk de overtuiging eigenmaakt, dat de ideeën van reïncarnatie en karma realiteiten zijn. Dus kan eigenlijk wel als karakteristiek kenmerk van de huidige antroposoof gesteld worden, dat hij op weg is zich een gefundeerde innerlijke overtuiging van de ideeën van reïncarnatie en karma eigen te maken. Al het overige, kan men wel zeggen, komt daaruit dan voort als onmiddellijk gevolg, als consequentie.

Dit kan natuurlijk niet zo gaan dat nu iedereen denkt: met wat ik win uit reïncarnatie en karma zal ik nu rechtstreeks het uiterlijke leven aanpakken. Dat gaat natuurlijk niet. Maar er moeten voorstellingen gewonnen worden hoe reïncarnatie en karma zich in het uiterlijke leven invoegen moeten, zodat ze de sturende machten van het uiterlijke leven kunnen worden.

Bron: Rudolf Steiner – GA 135 – Wiederverkörperung und Karma – Stuttgart 21 februari 1912 (bladzijde 86-87)

Decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci; influenza filmi i cinema bestiale

Het meest belangrijke voor de antroposofen van deze tijd is het verwerven van een overtuiging met betrekking tot de vragen van reïncarnatie en karma. En de wijze waarop de mensen zich deze overtuiging van reïncarnatie en karma eigenmaken, hoe ze de mogelijkheid zullen vinden de ideeën van reïncarnatie en karma in het algemene leven over te brengen, dat zal dit moderne leven van onze tijd in de toekomst wezenlijk omvormen. Het zal geheel nieuwe levensvormen, een geheel nieuwe menselijke samenleving creëren; een soort samenleving echter die noodzakelijk is, als de mensheidscultuur niet in de decadentie zal vervallen, maar werkelijk omhoog stijgen, voorwaarts gaan zal.

Bron: Rudolf Steiner – GA 135 – Wiederverkörperung und Karma – Stuttgart 21 februari 1912 (bladzijde 85)

P.S. De titel van deze blog is uit een gedicht van Gerard Reve, hier volgt het:

 De blijde boodschap

Ik zat met kloppend hart voor de kleurentelevisie,
en dacht: ‘Zijne Heiligheid zal toch wel gewag maken
van het toenemend verval der zeden?’
En ja hoor, nauwelijks was hij begonnen, of ik hoorde al:
decadentia, immorale, multi phyl ti corti rocci;
influenza filmi i cinema bestiale
contra sacrissima matrimoniacale
criminale atheistarum rerum novarum,
(et com spiritu tuo), cortomo:
nix aan de handa.
Het was jammer, dat het zo kort duurde.
Maar toen het uit was, was er fijne muziek van het leger.
Ik vind dit leven al geweldig. En straks nog
het eeuwige leven in de Hemel. Je vraagt je wel eens af:
‘Waar hebben wij het aan verdiend?’

Gezelligheid en eenzaamheid

Zoals de mens hier leeft, ritmisch, tussen waken en slapen, zo leeft hij in de andere wereld zich in zichzelf terugtrekkend en in gezelligheid met andere zielen; tussen gezelligheid en eenzaamheid ritmisch afwisselend, zo is het leven in de hogere wereld, en hoe we in de hogere wereld leven, dat hangt ervan af hoe we ons hier voorbereid hebben.

Bron: Rudolf Steiner – GA 140 – Okkulte Untersuchungen über das Leben zwischen Tod und neuer Geburt – Düsseldorf 27 april 1913 (bladzijde 315)