Heeft u donkere urine, dan neigt u tot ontstekingen ergens in het lichaam. Hebt u heldere urine, dan neigt u tot gezwelvorming. […] Zo kunt u vanuit de urine allerlei ziekten beoordelen, als u de urine enkel precies onderzoekt. (bladzijde 174)
Het mag er natuurlijk niet op uitdraaien, dat de vijanden nu weer zeggen, die geesteswetenschap houdt zich bezig met zweet, urine en zo meer, en daarom is het eigenlijk een strontwetenschap. Dat zouden de vijanden het allerliefste willen! (bladzijde 173)
Bron: Rudolf Steiner – GA 352 – Natur und Mensch in geisteswissenschaftlicher Betrachtung – Dornach 23 februari 1924 (bladzijde 173-174)