Het spiritisme heeft de eigenaardigheid dat het op uiterlijke wijze zou moeten werken door iets, dat men in zekere zin voor de uiterlijke zintuigen kan opstellen als een chemisch of natuurkundig experiment. Grotendeels is deze methode, die de geesteswetenschap wil nabootsen van de natuurwetenschap, tegenwoordig al – grotendeels, zeg ik – bankroet, en het zal steeds meer en meer blijken, dat ze bankroet moet worden, want men kan vanzelfsprekend de geest niet door de mensen met handen laten grijpen, figuurlijk gesproken. Daarom heeft veel van wat door allerlei geheimzinnige machinaties van bepaalde occulte genootschappen in de loop van de 19de eeuw en tot op heden is bedreven, meer het geesteswetenschappelijke onderzoeken in diskrediet gebracht, dan dat het dit zou hebben gesteund.
Bron: Rudolf Steiner – GA 168 – Die Verbindung zwischen Lebenden und Toten – St. Gallen 26 oktober 1916 (bladzijde 153)