Ik ben John Wervenbos nog altijd dankbaar dat hij mij attent maakte op http://www.jango.com, want ik hoor daar zo veel mooie muziek, die ik anders waarschijnlijk nooit gehoord zou hebben. Zo ook deze. Zo mooi!
Maand: augustus 2013
Nu ik tot dit inzicht gekomen ben, zou ik het liefst mijn leven verder doorbrengen zittend in een stoel (3-slot)
Dus: zowel voordat als nadat men ingewijd is, bestaat er geen tegenspraak tussen karmische dwang en persoonlijke vrijheid. Voordat men ingewijd is niet, omdat de mens met zijn gewone bewustzijn binnen het bereik van de vrijheid blijft en de karmische noodwendigheden zich als passend bij zijn natuur, buiten de vrijheid om, voordoen; hij voelt alles aan alsof het zijn eigen natuur is, die hem dat brengt. En na de inwijding niet, omdat hij het volkomen eens is met zijn karma en het eenvoudig als verstandig beschouwt om te handelen in overeenstemming met wat zijn karma hem voorschrijft. Net zoals men, als men een huis heeft gebouwd, ook niet zegt dat het de persoonlijke vrijheid beknot als men er in trekt, maar wel: dat was heel verstandig om hier in deze streek dit huis neer te zetten en wees nu maar vrij binnen de muren van dat huis! Zo weet de ingewijde die terugziet in een vorig leven, dat hij juist vrij wordt door zijn karmische opgave te vervullen, dus in het huis te trekken, dat hij zich in een vroeger leven gebouwd heeft. Op deze wijze heb ik getracht u duidelijk te maken, dat persoonlijke vrijheid en karmische noodzaak in het menselijk leven samen kunnen gaan.
Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – deel 1 – Dornach, 23 februari 1924 (bladzijde 64)
Vertaling: A. Goedheer–de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius
Nu ik tot dit inzicht gekomen ben, zou ik het liefst mijn leven verder doorbrengen zittend in een stoel (2)
Vóórdat iemand ingewijd is, vindt hij het ene belangrijk en het andere niet, onder invloed van een duistere drang in hem. De ingewijde zou het liefst op een stoel gaan zitten en de wereld zijn gang laten gaan, want – het komt er eigenlijk niet op aan of het een of het ander wel of niet gebeurt. Dan is er dus alleen de correctie, waardoor de ingewijde niét op een stoel gaat zitten en de wereld zijn loop laat hebben en dat is: terug te zien in vroegere levens Daaruit leest hij in zijn eigen karma de opgave voor zijn huidige aardeleven en wat zijn vroeger aardelevens hem opleggen, doét hij dan ook, bewust. Hij laat het niet na omdat hij denkt, dat zijn vrijheid erdoor beknot wordt, maar omdat hij door dat waarnemen van vroegere levens tevens ziet wat er tussen een dood en volgende geboorte gebeurd is en daardoor begrijpt hij, dat het verstandig is om de vereiste vereffening tot stand te brengen. Hij zou zich niet vrij voelen, als hij niet in de gelegenheid zou komen om de opgaven uit het vorige aardeleven te vervullen.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – deel 1 – Dornach, 23 februari 1924 (bladzijde 63)
Vertaling: A. Goedheer–de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius
Nu ik tot dit inzicht gekomen ben, zou ik het liefst mijn leven verder doorbrengen zittend in een stoel (1)
Wie niet ingewijd is, weet eigenlijk altijd door een zekere innerlijke drang wat hij moet doen – ik zeg hiermee iets, dat u paradoxaal zal voorkomen. De mensen weten immers altijd wat ze moeten doen, ze voelen zich tot het een of het ander gedwongen! Bij degene die ingewijd is, wordt dat toch wel enigszins anders. In het leven doen zich bij allerlei aparte belevenissen zeer merkwaardige vragen voor. Als de mens de neiging voelt om iets te doen, voelt hij zich tegelijk gedwongen om het niet te doen. De donkere drang, die de meeste mensen tot het een of ander brengt, valt weg. Werkelijk, op een bepaalde trap van ingewijd-zijn zou men tot het inzicht kunnen komen, dat men tot zichzelf zou willen zeggen – als er niet nog iets anders bijkwam – : nu ik tot dit inzicht gekomen ben, zou ik het liefst mijn leven verder doorbrengen zittend in een stoel zonder iéts te doen; ik ben nu veertig jaar en de rest laat me koud: ik heb helemaal geen behoefte meer om het een of ander te doen. Denkt u niet, dat de inwijding niet iets werkelijks is. Het is merkwaardig zoals de mensen vaak denken. Iedereen gelooft, dat als hij gebraden kip eet, dat dat een werkelijkheid is. Van de geesteswetenschap denken de meeste mensen dat het maar een theorie is en als zodanig werkt. Maar ze grijpt in het leven in en wat ik zo even noemde, was zo’n ingrijpen of inwerken in het leven.
Wordt vervolgd
Bron: Rudolf Steiner – GA 235 – Esoterische Betrachtungen karmischer Zusammenhänge – deel 1 – Dornach, 23 februari 1924 (bladzijde 62-63)
Vertaling: A. Goedheer–de Keizer en H.L. Veltman-Arntzenius
Een grote domheid en een vreselijk bijgeloof
Vandaag de dag moet de antroposofie zich nog laten welgevallen om door de gangbare, officiële wetenschap, die men misschien ook de “antisofie” zou kunnen noemen, voor een grote domheid en een vreselijk bijgeloof uitgemaakt te worden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 102 – Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen – Berlijn 15 februari 1908 (bladzijde 45)
Eerder geplaatst op 28 juli 2011.