Voor de geboorte is het mensenwezen nog onder de hoede van boven het fysieke staande wezens. Aan hen moeten wij de onmiddellijke individuele betrekking tussen de wereld en het individuele wezen overlaten. Daarom heeft de voorgeboortelijke opvoeding nog geen taak voor het kind zelf. De voorgeboortelijke opvoeding kan enkel een onbewust resultaat zijn van wat de ouders, in het bijzonder de moeder, doen. Is het gedrag van de moeder tot aan de geboorte zo, dat ze in zichzelf tot uitdrukking brengt, wat in morele en verstandelijke zin het juiste is, dan zal vanzelf hetgeen zij in voortdurende zelfopvoeding volbrengt, overgaan op het kind. Hoe minder men eraan denkt het kind, voordat het het licht van de wereld ziet, op te voeden en hoe meer men eraan denkt zelf een juist leven te leiden, hoe beter het voor het kind zal zijn. De opvoeding kan pas beginnen, als het kind daadwerkelijk is opgenomen in de wereld op het fysieke vlak, en dat is wanneer het kind begint de buitenlucht in te ademen.
Bron: Rudolf Steiner – GA 293 – Allgemeine Menschenkunde als Grundlage der Pädagogik – Stuttgart 21 augustus 1919 (bladzijde 22)
Wederom een Steinercitaat waaruit Steiners inzicht en nuchterheid spreekt.
Wat is in godesnaam een voorgeboortelijke opvoeding? Mien
Kort gezegd, Mien, als de moeder en de mensen in de omgeving van de ongeboren baby zich goed gedragen, dan zal dit ook een goede werking op de ongeboren baby hebben. Dit kan men dus voorgeboortelijke opvoeding noemen, maar het is in feite zefopvoeding van de ouders, met name de moeder.
Ik kan er uit eigen ervaring een voorbeelden van geven. Ik speelde bijvoorbeeld al lier voor mijn kinderen tijdens de zwangerschap. Ook heeft Rudolf Steiner een spreuk ( spreuken?) gegeven, die je voor je ongeboren kind dagelijks kunt spreken. Dat vond ik ook fijn om te doen en ervoer ook sensatie, mijn kinderen reageerden er voelbaar op.
En verder sluit ik mij graag bij Ridzerd aan.
Dank! Dat heb ik nooit gedaan , toen had ik mijn “lier” al aan de wilgen gehangen. Mien