Beschouwt u het over het algemeen als een teken dat men een of andere zaak eigenlijk niet weet, als men over een bepaalde zaak begint te discussiëren. Waar weten is, wordt dat weten verteld en er is dan eigenlijk geen bijzondere lust om te debatteren voorhanden. Waar lust tot discussiëren is, daar is in de regel geen weten van de waarheid. De discussie begint pas met het niet-weten, en het is altijd en overal een teken van achteruitgang met betrekking tot de ernst van een zaak, als discussies beginnen. Opheffing, ondergang (Auflösung) van een bepaalde stroming kondigt zich altijd met discussies aan. Dat is zeer belangrijk dat men op geesteswetenschappelijk gebied steeds meer en meer leert begrijpen, dat de wil tot discussiëren eigenlijk als een teken van onwetendheid kan worden opgevat; echter zou datgene wat tegenover het discussiëren staat, de wil tot leren, de wil om meer en meer in te zien waar het om gaat, beoefend moeten worden.
Bron: Rudolf Steiner – GA 107 – Geisteswissenschaftliche Menschenkunde – Berlijn, 15 februari 1909 (bladz. 235)
Eerder geplaatst op 9 mei 2011.