De zes basisoefeningen – 1. Gedachtenbeheersing

Bij een doelmatige scholing worden bepaalde eigenschappen genoemd, die door oefening moeten worden verworven door hem, die de weg in de hogere werelden wil vinden. Dit zijn in de eerste plaats: de heerschappij van de ziel over de loop van haar gedachten, over haar wil, en over haar gevoelens. De wijze waarop deze heerschappij door oefening moet worden verworven, heeft een tweeledig doel. Enerzijds moeten daardoor standvastigheid, zekerheid en evenwicht de ziel in die mate worden ingeprent, dat zij deze eigenschappen ook dan weet te behouden, wanneer een tweede Ik uit haar wordt geboren. Anderzijds moet aan dit tweede Ik kracht en innerlijk houvast op zijn weg worden meegegeven.

Wat bij de geestesscholing voor het denken van de mens in de eerste plaats nodig is, is zakelijkheid. In de fysiek-zintuigelijke wereld is het leven de grote leermeester tot zakelijkheid voor het menselijk Ik. Als de ziel haar gedachten op willekeurige wijze her- en derwaarts zou willen laten dwalen, zou zij zich weldra toch door het leven moeten laten corrigeren, als zij daarmee niet in conflict zou willen komen. De ziel moet denken in overeenstemming met het verloop van de feiten van het leven. Indien nu de mens zijn aandacht van de fysiek-zintuigelijke wereld afwendt, ontbreekt hem de dwingende correctie door die wereld. Als dan zijn denken niet bij machte is, zijn eigen verbeteraar te zijn, moet het aan het dwalen (irrlichtelieren) geraken. Daarom moet het denken van de leerling op de weg der geestesscholing zich zodanig oefenen, dat het aan zichzelf richting en doel kan geven. Wat het denken in zichzelf moet aankweken, is: innerlijke standvastigheid en het vermogen om strikt bij een onderwerp te blijven. Daarom moeten ‘denkoefeningen’, die daartoe leiden, niet aan de hand van vèrgezochte en ingewikkelde onderwerpen worden begonnen, maar met eenvoudige en voor de hand liggende onderwerpen. Wie het van zichzelf gedaan kan krijgen, dat hij maanden achtereen dagelijks tenminste vijf minuten zijn gedachten op een alledaags voorwerp (bijvoorbeeld een speld, een potlood enz.) richt, en gedurende die tijd alle gedachten buitensluit, die niet met dit voorwerp verband houden, heeft in deze richting veel gedaan. ( Men kan dagelijks een nieuw voorwerp bedenken, of meerdere dagen bij hetzelfde blijven). Ook hij, die zich een ’denker’ door wetenschappelijke scholing voelt, zou het niet mogen versmaden, zich op een dergelijke wijze voor de geestesscholing ‘rijp’ te maken. Want wanneer men een tijd lang zijn gedachten aan iets vastknoopt, wat men geheel en al kent, kan men er zeker van zijn, dat men denkt in overeenstemming met de zaak zelf (sachgemäss). Wie zich afvraagt: Uit welke bestanddelen is een potlood samengesteld? Hoe worden de grondstoffen voor het potlood voorbewerkt? Hoe worden zij naderhand samengevoegd? Wanneer werden potloden uitgevonden? enz. enz., zo iemand past zijn voorstellingen zeker méér aan dan hij, die erover nadenkt, hoe het met de afstamming van de mens is gesteld, of wat het leven is. Men leert door eenvoudige denkoefeningen meer voor een aan de zaak aangepaste voorstellingswijze met betrekking tot de wereld van de Saturnus-, Zonne- en Maanontwikkeling, dan door ingewikkelde en geleerde ideeën. Want aanvankelijk gaat het er helemaal niet om, dat men over dit of dat denkt, maar dat men door innerlijke kracht in overeenstemming met de aard der zaak leert denken. Heeft men deze overeenstemming met de aard van een zaak in zichzelf ontwikkeld aan de hand van een zintuigelijk-fysieke gebeurtenis, die gemakkelijk is te overzien, dan raakt het denken eraan gewend, ook doelmatig te willen zijn, indien het zich niet door de fysiek-zintuigelijke wereld en zijn wetten beheerst voelt. En men went het zich af, zijn gedachten op onzakelijke wijze rond te laten zwerven.

Bron: Rudolf Steiner – GA 13 – DIE GEHEIMWISSENSCHAFT IM UMRISS – bladzijde 329-331

Deze vertaling is van F. Wilmar uit de vierde druk van de Nederlandstalige uitgave – bladzijde 200-202

Advertentie

19 gedachtes over “De zes basisoefeningen – 1. Gedachtenbeheersing

    1. Ja, die Duitse woorden tussen haakjes waren ook door Wilmar toegevoegd, alleen hij had het in voetnoten onder aan de pagina.
      Inderdaad, makkelijker gezegd dan gedaan. Zelfs als men een heel rustig leven leidt, is het nog moeilijk zoiets te doen. Voor iemand die een druk leven leidt, is het bijna helemaal niet te doen, lijkt mij.
      Toch nog een foutje in het woord Saturnus. Ik heb de tekst toch minstens drie keer nagekeken, kun je nagaan hoe gemakkelijk men iets over het hoofd ziet. Ik heb van de schrijfster Marion Pauw eens gelezen de opmerking:
      ‘Mijn boeken worden bij de uitgever zes keer nagekeken en nog zitten er soms fouten in.’
      Ik heb overigens in jouw blogs nog nooit een fout gezien, maar de eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik ook lang niet alles lees.

      1. Meestal lees ik mijn hele bericht nog een keer over als ik het geplaatst heb; omdat ik het dan in een nieuwe opmaak zie, kom ik fouten ook makkelijker tegen en kan die verbeteren. Dus als je een uur of twee later langskomt, is het meestal wel goed…

      2. Overigens is het aan de andere kant ook makkelijker dan het soms lijkt: gewoon een kwestie van doen. Als je het in een vaste regelmaat probeert, krijg je op den duur gewoon behoefte aan het doen van deze oefening.

      3. Zo ervaar ik het eigenlijk niet. Ik heb deze oefening een tijd geleden wel eens maandenlang vrijwel elke dag gedaan, maar het bleef toch altijd iets wat ik met een zekere tegenzin deed. Maar ik zie wel in dat het een zeer zinvolle oefening is, want men heeft er in elke situatie van het leven voordeel van als men zijn gedachten ergens bij kan houden of juist ergens van àf kan houden, bijvoorbeeld van zorgen, tobberijen of verkeerde gedachten.

  1. leonieheine

    Ik vraag mij af of dat ook voor het volgende opgaat…..Als men mij een vraag stelt of…..ik kom in mijn creativiteit voor een raadsel te staan….dan ga ik net zo lang door dat in mijn vermogen ligt om het obstakel op te lossen. Ben nu b.v. bezig met een knooppatroon voor armbanden…dagen bezig geweest het te ontcijferen …uithalen en weer opnieuw beginnen en dan heb ik de oplossing…dat is dan een overwinning en grote vreugde .Zou ik hiermee dat vermogen ontwikkelen?

    1. Ja, dat denk ik zeer zeker. Steiner schrijft ook duidelijk: ‘In de fysiek-zintuigelijke wereld is het leven de grote leermeester tot zakelijkheid voor het menselijk Ik.’
      Alleen is zo’n knooppatroon, neem ik aan, iets wat jou sterk interesseert. Daardoor wordt het wel gemakkelijker om het hoofd erbij te houden. Nog moeilijker wordt het om de gedachten erbij te houden als het iets is wat je niet interesseert.

      1. leonieheine

        Het begint mij te interesseren zo gauw iemand zegt…dit kan niet of…dit kan je niet. Zo heb ik ook technische dingen uit gevogeld. Dus wat denk je…dingen die mij in eerste instantie niet interesseren worden dan een uitdaging en dat vergt veel van mijn wil soms.Nog een opmerking…..als je iedere dag tijd vind om achter de pc te kruipen lijkt mij dat het toch niet zo moeilijk moet zijn om dit te doen?

      2. Nou nee, tijd heb ik meestal wel genoeg, dat is het niet, maar zo’n oefening op zich valt mij zwaar. Als ik vijf minuten aan een potlood moet denken, dan denk ik al gauw: fuck off met dat potlood. 😉

  2. Walter Hebing

    In wezen kan ik aansluiten bij hetgeen Leonieheine oppert, je laten verleiden door de natuur of je omgeving, totdat je de essentie van de verleiding begrepen hebt! Ooit heb ik gelezen: Het is goed dat er verleidingen op aarde zijn, want die moeten er zijn om aktie te bewerkstelligen, maar wee degene die de verleidingen creëert of gecreëerd heeft! Deze zin maakte diepe indruk op mij! Wat bedoelt de schrijver van deze zin? Als kind was ik nieuwsgierig naar alles wat is, eigenlijk nog. Maar destijds ontdekte ik bijv. het zand, je kon het als het droog was door je vingers laten glijden, er lekker in gaan woelen met je lichaam, totdat het zand zich aangepast had aan de vormen van je lichaam, enz. enz. Als het nat was kon je er vorm aan geven, bijvoorbeeld kastelen bouwen. Eigenlijk bedoelt Steiner, leer het potlood kennen, alsof het iets van jou is, straks heb je zijn vorm nodig om ergens iets uit op te diepen of zijn inhoud, koolstof om een proefje mee te kunnen doen, het potlood moet deel uit maken van je fysieke bagage op aarde, wie weet of een potlood je wellicht redden kan uit een levensbedreigende situatie! Zelf meegemaakt, de essentie ervan zou ik nog graag onder jullie ogen willen brengen. maar nu nog even niet. Mijn vorige reaktie, kan ik niet meer terugvinden op jullie site, dus houdt ik me nog even in, ik ga nu nog niet voor de wind schrijven.
    Steiner oppert in wezen verbindt je ik dusdanig met de Fysiek/zintuigelijke wereld opdat je aha belevenis van je ziel je niet optilt boven de fysieke werkelijkheid en je belandt in een illusionère werkelijkheid!
    Echter een potlood en een spijker zijn produkten van een zo’n werkelijkheid! In die zin geef ik Ridzerd Martines gelijk, wat heb je aan wereldse produkten als je lichaam het begeeft? Steiner leeft niet meer, dus als persoon op aarde kan ik het hem niet meer vragen, mij boeit me de spreuk die hij schreef voor zijn oudleerlingen:
    In de verte der levenswegen
    moet weerspiegelen
    wat in het dierbare huis der jeugd
    als zegel
    van het echte mensenwezen
    in het hart
    werd geprent.

    De diepte der herinnering
    moet zijn kracht bewijzen
    wat de ziel vermocht te vinden
    in de kringen van het hart
    door het praktische te begeleiden
    in de krachten
    van dierbare levensscholing.
    In het kader van de oefening met de spijker zou ik deze spreuk willen plaatsen. met name de zin: Wat in het dierbare huis der jeugd als zegel van het echte mensenleven in het hart werd geprent! Immers alles wat via mineraal en plant dier of mens geworden is, heeft een hart! Die hartsverbondenheid zoek ik in essentie! Vele harten geven zich in naam van een land,een geloof, een ambacht, enz. enz. Steiner geeft in deze spreuk weer wat de essentie van het leven is, namelijk de zegel van ons hart de ruimte geven(blootleggen). Tot zover dit Item!
    Zoals Steiner de spijker bedoelt om te ontleden, om houvast te bieden op aarde opdat je tweede ik niet met je aan de haal gaat, zal ik mezelf ontboten, opdat je niet denkt dat ik van nergens kom! Mijn vrouw had een grote voorliefde om onze kinderen naar de Vrije School in Nijmegen te sturen, ik ben er in meegegaan! Ikzelf werkte toen op een Levensschool, een school van de dropouts van onze samenleving. Nu ik met pensioen ben werk ik als vrijwilliger op Bronlaak en ga me nu pas afvragen wat de essentie van Anthroposofie is! Mijn geest heeft er nu pas de ruimte ervoor! Rudolf Janssen die ik ken via mijn zoon is inmiddels overleden, Bronlaak wees hem aan als mijn bemiddelaar in diepere vragen over het reilen en zeilen op Bronlaak, echter op dat punt heb ik hem nooit kunnen bereiken. Mijn nood was niet hoog, zijn energie was tanend.

    Al zoekend belandde ik op deze site, na vele pagina’s van de Brug gelezen te hebben, ik ervaar deze site echter “nog” niet als een adembenemende ervaring! De Christus impuls beleef ik sterker in het Thomas Evangelie. Deze site beleef ik als een soort zelfbevestigend ego! God zei: Mens gij zijt stof en tot stof zult Gij wederkeren! Ik kijk niet naar een spijker of een potlood zoals Steiner in zijn tijd sugreerde, maar naar de processor van ’n computer, ’n stofje uit Silicon Valley, wat betrouwbaarder is dan de mens! Het overruled de menselijkheid!

    Dit kan of mag toch niet waar zijn? Een aantal jaren geleden kwam deze spreuk bij me op: De dag biedt meer dan de mens vermag! In wezen aansluitend bij wat God zei: kijk naar de vogels! Zijt gij mens dan minder dan de vogels? In wezen denken we dat wel! Vogels kennen geen grenzen, mensen wel! Vogels sparen niet! Mensen wel!
    Wanneer gaat de mens woordeloos zingen?
    Tot zover
    groetjes Walter

    1. leonieheine

      De diepzinnigheid die spreekt uit jou schrijven is niet zo maar te beantwoorden. Het zijn vragen die net zo -als dat potlood -van alle kanten bekeken dient te worden. Het antwoord kan dan gaan oplichten uit innerlijke bron en verder….of het ego teveel aandacht vraagt op deze site? ….in ieder geval ……ontvang ik op deze site genoeg aan voeding wat ik kan opnemen en nog dagen over nadenken. Bedankt voor jou uiteenzetting.

    2. Haike

      In mijn gedachten kan ik overal zijn waar ik wil, of voorkeur aan geef, op dat moment. Daar ken ik dus geen grens. Ik ken een grens als ik mezelf die opleg.
      En om een betrouwbare processor te maken, heb ik wel een hele betrouwbare ingenieur nodig die dat maakt en ontwerpt…. volgens mij gaat dat er wel aan vooraf. 😉

  3. mienvanderhelm@ziggo.nl

    Dank je voor al de citaten, ware eye openers voor mij . Hoe zat het ook al weer met de oorzaak en het gevolg: heeft eens een diepe indruk op mij gemaakt en ook het idee,dat je niet steeds maar moet vasthouden aan het verleden. Ik heb Steiner uitgebreid gelezen in mijn jeugd, waar kwamen die uitspraken vandaan?

    xmx

    1. Walter Hebing

      De citaten waren niet alleen van Steiner, de oudleerlingenspreuk was door het Karel de Grote College ingesloten bij het afstudeer getuigschriften van mijn kinderen(tweeling). Sindsdien hou ik me er mee bezig, ik zoek namelijk mijn plek als ouder/kind in die kringloop. Als je wil weten waar de andere citaten vandaan komen, mail me dan, want ik citeer veel en weet zo gauw niet waar je nog meer op doelt. Groetjes Walter.

  4. Steiner geeft ook aan dat we, wanneer we zeggen ‘ik denk, ik voel, ik wil’, ons in een maja-wereld bevinden. In wezen klopt dit niet *is niet waar*. De waarheid ontwikkelen we wanneer we oefenen ‘Es denkt mich’, ‘Es webt mich’, Es wirkt mich’. Met het mediteren van de mantra ‘Es denkt mich’ geeft Steiner aan dat niet ik, maar het goddelijke in mij denkt. We scheppen daarbij innerlijke ruimte en ontwikkelen een gevoel van diepste vroomheid. Met het mediteren van ‘Es webt mich’ geeft Steiner aan dat niet ik maar het goddelijke in mij voelt. Dit kunnen we ontwikkelen met een gevoel van grote dankbaarheid. Ook de hogere wilsimpulsen kunnen we voeden. Het mediteren van de mantra ‘Es wirkt mich’ moeten we doen vanuit een gevoel van diep ontzag, wetende dat hogere wezens in ons werken. Hij heeft over dit thema gesproken in verschillende voordrachten van maart 1913. Aan deze oefeningen koppelde hij de spreuken Ex Deo Nascimur – In Christo morimur – Per Spiritum Sanctum Reviviscimus.

    1. Beste Marika

      Ik vond het destijds al een opvallend reactie die je gaf, alleen kon ik dat niet goed plaatsen. Nou kwam ik niet zolang geleden de volgende spreuk van Steiner tegen, en alleen in de laatste zin herken ik wat je hierboven beschrijft…

      Meditation

      Christus, der Du leuchtest in meinem Denken
      Christus, der Du lebst in meinem Fühlen
      Chritus, der Du wirkst in meinem Wollen

      Leuchte mir vom Haupte hin zum Herzen
      Webe in mir vom Herzen zu den Gliedern
      Strahle von den Gliederen in die Welt

      Dass ich schaue Dein lichtes Liebewesen
      Leben lern in Deiner Opferwillen
      Wie er wirkend lebt im Menschheitswerden;

      Und so fühl ich mich als Glied von Deinem Wesen
      Und durchdrungen ganz von Deinem Liebesstrom.

      Nicht ich, der Christus will in mir.

      Rudolf Steiner

      (gegeven aan Emile Leinhas, niet gepubliceerd)

  5. Pingback: Enkele opmerkingen over de zes basisoefeningen – De grote Rudolf Steiner Citatensite

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s