Natuurwetenschap/Antisociale impulsen

Doordringt men zich in de ziel met dit monisme (er zijn verschillende soorten monisme volgens Wikipedia, maar hier wordt bedoeld de levensbeschouwing die alles terugbrengt tot de materie en het bestaan van geest apart van de materie ontkent; in feite dus hetzelfde als materialisme), doordringt men zich überhaupt met de geest van de nieuwere natuurwetenschap in zijn ziel, dan wordt men als mens de mensen vreemd. Dan ontwikkelen zich in de mensen antisociale impulsen. De sympathieën van mens tot mens verbleken, de antipathieën nemen meer en meer toe. Daarom moest ik het hier vaak uitspreken: Mag de natuurwetenschap op het terrein van de natuur nog zo grote triomfen vieren – de menselijke natuur, het menselijke wezen ruïneert ze, want ze verwekt de antisociale driften, ze brengt afgronden teweeg tussen mens en mens, wat blijkt doordat tegenwoordig slechts in de geringste mate de mens de mensen kan begrijpen, de mens zich in de mensen werkelijk kan verdiepen (Duits: versenken).

Wat moet in de plaats van het zojuist geschetste treden? In zijn plaats moet de zielsontwikkeling komen, die haar weg gaat door de opname van wat u, wellicht met zwakke krachten, beschreven vindt in het boek ‘De weg tot inzicht in hogere werelden’. Dat is tegelijk een opvoedingsboek voor de mensheid.

Bron: Rudolf Steiner – GA 192 – Geisteswissenschaftliche Behandlung sozialer und pädagogischer Fragen – Stuttgart 29 juni 1919 (bladzijde 244-245)

P.S. Men zou nu kunnen denken dat men zich maar beter helemaal niet met natuurwetenschap kan bezighouden, maar dat bedoelt Steiner volgens mij niet. Hij doelt alleen op de eenzijdigheid ervan. Uiteindelijk heeft hij zelf ook wis- en natuurkunde gestudeerd. Men kan overigens beter zeggen: wat heeft hij niet gestudeerd. Hij pakte alles aan en hij had overal verstand van.

10 gedachtes over “Natuurwetenschap/Antisociale impulsen

  1. leonieheine

    Dit herken ik ook in mijzelf……dat alleen willen zijn en de stilte zoveel mogelijk op zoeken.Ja,Steiner wist van alles veel af…heel bijzonder.

  2. Ik heb niet de context opgezocht waarin Rudolf Steiner dit schrijft, maar ik vermoed dat het meest diepgaande in wat hij hier zegt, gaat over de mens die zich `kennis´ toe-eigent zonder deze in relatie te brengen met het geheel waarin de geest de materie doordringt en de materie de geest openbaart.

  3. Bernard Heldt

    Het is zo, maar volgens mij kan het niet anders; het is de weg die we als mensheid gaan om tot diep in de materie door te dringen en de krachten daarvan vrij te maken. Dat is onze opdracht, daarom hebben we ons met de aarde verbonden en zijn we als mens uit de materie ontstaan, helemaal in evenwicht met de fysieke realiteit van deze planeet. Als het ons zou lukken om de krachten van de materie vrij te maken ten dienste van de gigantische kosmische ontwikkeling, dan zouden we ‘geesten van de vrijheid’ zijn, de 10e hiërarchie. Lukt ons dat niet, dan moet de hele schepping opnieuw plaatsvinden, waarbij ons ‘lessen’ bij zouden kunnen dragen ten gunste van een volgende poging. En, wie weet, werken we met de ‘lessen’ van eerdere niet-gelukte pogingen!
    En ja – die antisociale impuls hoort daar bij. Zie het als een ‘soort offer’ dat we tijdelijk moeten brengen, maar waar we ons wel heel erg bewust van moeten zijn, want het grote gevaar dreigt dat we erin gevangen raken en dat onze ‘missie’ mislukt. Wat we nu in deze tijd meemaken: de strijd om de wereld-economie en daarmee om de vrijheid van mensen, die door multinationals in de farmaceutische-, voedings- en wapenindustrie wordt gevoerd, die het leven in handen willen krijgen en beheersen, is volgens mij nog maar een begin. Daarom moeten we medestrijders vinden, – alhoewel ze wellicht een andere wijze van denken en spreken hebben dan wij – waarmee wij samen een krachtenveld kunnen ontplooien. Als mensen zo’n krachtenveld ontwikkelen, zal dat absoluut met andere kosmische werkelijkheden in verbinding staan, omdat wíj het zijn. En dat begint klein, in onze eigen kleine omgeving! Het zal moeilijk zijn – maar niet onmogelijk . . .

  4. Bernard Heldt

    Wij denken in termen van tijd – zeg: miljarden jaren – als we aan schepping denken. Maar tijd is een procesdimensie die bij de fysieke wereld hoort. We kunnen het ons niet voorstellen, maar ‘duizend jaar is gelijk aan één dag’, al is dat slechts een beeldspraak om uit te drukken dat in een andere kosmische werkelijkheid tijd geen rol speelt, het bestaat gewoon niet.

    1. Ja, dat tijd helemaal niet bestaat, is inderdaad moeilijk voor te stellen. Ik grasduin al jaren- en jarenlang in de antroposofie om, maar eigenlijk snap ik er nog steeds geen donder van. En zo prutsen wij maar wat verder. 😉

      1. Steiner heeft het denk ik over “desastreus” omdat ons – hier in het Westen onder leiding van een Materialistische wetenschap – sinds jaar en dag wordt ingeprent dat dit een toevallig en zinloos universum is, zielloos, zonder betekenis, en als we dood zijn, is er niets meer. Een heelal dat onbegrijpelijk tot stand is gekomen door toeval, en wij mensen zijn uit eencellige wezens voortgekomen. Blavatsky noemde dat eens heel poetisch “een universum dat zichzelf in slaap huilt”. Zelfs heel knappe koppen als Bertrand Russel verkondigden “de enige hoop is de wanhoop!” “Toeval”, men weet eigenlijk niet eens echt wat die vooronderstelling inhoudt. In de tussentijd is er niets dat ons tegenhoudt onze zoektocht naar waarheid en werkelijkheid voort te zetten, wat opinie- en andere gangmakers in de samenleving ook beweren. Er zijn bronnen genoeg, Steiner is er één van.

  5. Bernard Heldt

    Die opvatting van de materialistische wetenschap dat het universum zielloos en zonder betekenis is, daagt ons uit om te laten zien wat de zin van het universum is en de opdracht van de mensheid hierin. Dat bereiken we niet door ons te verzetten tegen materialistische opvattingen – die overigens binnen een beperkt omlijnd gebied wel degelijk waardevol zijn – maar door intelligente reflectie op hun manier van kijken en de resultaten daarvan. Alleen dan wordt ‘geesteswetenschap’ (weet iemand een beter woord?) naar waarde geschat en kunnen we onze cultuur ermee verrijken.

Geef een reactie op Bernard Heldt Reactie annuleren