Armoede, ellende, egoïsme

Alle menselijke ellende is louter een gevolg van het egoïsme en in een gemeenschap van mensen zal te eniger tijd onontkoombaar ellende, nood en armoede komen opdagen, wanneer deze gemeenschap op de een of andere manier op het egoïsme is gebaseerd.

Bron: Rudolf Steiner – GA 34 – Antroposofie en het sociale vraagstuk (Overgenomen uit het boekje Antroposofie en het sociale vraagstuk – 1982 – vertaling Edithe Boeke)

Dit citaat plaatste ik eerder op 8 januari 2011

Uw karakter heeft vele schone zijden en vele smetten

‘Uw karakter heeft vele schone zijden en vele smetten. Beide hebt u zelf veroorzaakt door wat u eens hebt doorleefd en gedacht. Van dit alles was u tot nu toe onkundig; u nam slechts de werking waar. Zij echter, de karmische machten, zagen al uw gewezen levensdaden, uw heimelijkste gedachten en gevoelens. En hieruit bepaalden zij uw huidig wezen – hoe u thans bent en hoe u thans leeft.’

Bron: GA 10 – De weg tot inzicht in hogere werelden – Hoofdstuk De wachter aan de drempel

Dit citaat plaatste ik eerder op 10 juli 2011.

Egoïsme/Altruïsme

Onder bepaalde omstandigheden kan wat men liefde noemt, zeer zelfzuchtig zijn. Bekijken wij alleen maar eens het leven om ons heen en proberen wij te onderzoeken hoe dikwijls dat wat men liefhebben noemt, zelfzuchtig is. Daarentegen kan een egoïsme, dat zich tot buiten de individuele mens uitbreidt, zeer onzelfzuchtig zijn door datgene wat bij hem behoort te behoeden en te verzorgen. Juist hierdoor moeten wij leren, dat het leven zich niet binnen begrippen laat inperken.

Wij spreken over egoïsme en altruïsme en kunnen prachtige systemen opbouwen met zulke begrippen. Maar de feiten doorbreken deze systemen. Want wanneer het egoïsme zijn interesse in de omgeving zo uitbreidt, dat het deze omgeving beschouwt als tot zichzelf behorend en net zo behoedt en verzorgt, wordt egoïsme tot onzelfzuchtigheid. En wanneer altruïsme zo wordt, dat men de gehele wereld gelukkig wil maken met wat men zelf het liefste zou willen, wanneer men de hele wereld met alle geweld zijn eigen gedachten en gevoelens wil opdringen en de stelregel wil volgen: ‘En wil je niet mijn broeder zijn, dan sla ik jou de schedel in’, dan kan zelfs altruïsme zeer zelfzuchtig worden.

Men kan immers de werkelijkheid, die door de werking van krachten en feiten tot stand komt, niet in begrippen vatten. Wat de vooruitgang van de mensheid in de weg staat, ligt voor een groot deel daarin, dat steeds opnieuw in onrijpe hoofden en geesten het geloof ontstaat, dat de werkelijkheid zich op de een of andere wijze in begrippen laat persen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 145 – Welche Bedeutung hat die okkulte Entwicklung des Menschen für seine Hüllen (physischen Leib, Ätherleib, Astralleib) und sein Selbst ? –  Den Haag 26 maart 1913

Dit citaat plaatste ik eerder op 30 maart 2011.

Gedachten even reëel als daden

De materialist gelooft dat hij een mens pijn doet als hij een steen naar hem gooit; daarentegen meent hij dat een haatgedachte die hij koestert t.o.v. zijn medemens, deze laatste geen pijn doet. Wie echter de wereld werkelijk kent, die weet dat veel, veel sterkere werkingen uitgaan van een haatgedachte dan ooit door een gegooide steen kan worden veroorzaakt.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – De theosofie van de Rozenkruisers – München 30 mei 1907

Dit citaat plaatste ik eerder op 20-01-2011.

Medelijden/Kennis/Praktijk

Als er een mens op straat ligt met een gebroken been en er omheen staan veertien mensen te kijken met een medelijdend hart maar er is niemand die het been weer kan zetten, dan zijn die alle veertien van minder belang dan de ene persoon die misschien helemaal niet sentimenteel is maar wel in staat een been te zetten en het ook dóet.

Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – De theosofie van de Rozenkruisers – München 22 mei 1907

Dit citaat plaatste ik eerder op 14-01-2011.