Bij mensen die ten gevolge van een aardbeving of vulkaanuitbarsting sterven, kan men in de loop van hun volgende incarnatie geheel andere eigenschappen waarnemen. Zij brengen bij hun geboorte grote spirituele capaciteiten mee, want ze zijn door hun dood in aanraking gekomen met een element dat hen het ware gezicht der dingen en het illusionaire van een uitsluitend materieel leven getoond heeft.
Bron: Rudolf Steiner – GA 094 – Parijs, 12 juni 1906 (bladzijde 110)
Deze blog plaatste ik eerder op 2 juli 2011.
Het is een toepasselijk citaat en op het moment van dit schrijven heel actueel gezien de situatie en de beving in Bangladesh. Maar ik krijg nou niet de indruk dat de mensen die daar nu door de poort van de dood zijn gegaan, materieel gezien heel dik bedeeld bedeeld waren. Mede door ons westerlingen die daar debet aan zijn.
Ja, ik had Bangladesh ook in gedachten toen ik dit citaat plaatste. Heel vreselijk, en wij hier maar denken dat we zorgen hebben.
Het is wel waar dat wij westerlingen mede debet zijn aan die armoede en slechte werkomstandigheden, wij kunnen allerlei heel goedkope producten kopen door de veel te lagen lonen van de arbeiders, maar wat moeten we anders. Als we helemaal niks kopen, hebben die mensen nog minder en als men duurdere producten koopt, dan is het nog niet zeker dat die wel vervaardigd zijn zonder uitbuiting van arbeidskrachten. De eerstverantwoordelijken zijn dan ook de fabrikanten en de handelaren, als je het mij vraagt.
Via fair trade route’s zoals dat destijds begonnen is met de koffie met het Max Havelaar keurmerk kun je dat voorkomen. Daar betaald de handelaar de producent een reële prijs. Dus via die weg weet je zeker dat de duurdere prijs die je betaald voor je koffiebonen goed terecht komt.
En of de fabrikant schuld treft is de vraag, als de handelaar er mee dreigt dan bij een ander die spijkerbroek in te kopen omdat die hem wel kan/wil leveren voor €1,50 per stuk….
En in een door jou geplaatst citaat is Steiner er heel duidelijk over; zelfs als jij als klant/rekeninghouder van een bank, “NIET” weet dat die bank jouw geld belegt/investeert in conflict\oorlogsgerelateerde gebieden door b.v. wapenhandelaren leningen te verstrekken, word dat je wel aangerekend, karmisch gezien. Ik neem ook aan dat je dat dan weer in een volgende incarnatie moet gaan afrekenen… uitwerken terwijl je misschien met andere zaken had bezig kunnen houden….
Eigenschapen beoordelen over volgende incarnaties van andere mensen is totaal zinloos en overbodig voor wie niet voorbij zijn huidige incarnatie kijken kan, dat Steiner daar een mening over kan geven is aan hemzelf. Overigens ben ik het op veel vlakken met Steiner eens maar op een aantal vlakken geheel niet. Zo geloof ik niet in een persoonlijke ziel maar in een al-ziel die in ieder mens hetzelfde is, de goddelijke vonk die het louterende vuur van ‘zijn’ ontbranden kan, het egoïstische ik-beeld van de bedachte persoonlijkheid voorbij naar wie we werkelijk zijn, elkaars gelijke. Eén ziel, geen gedachte !
“De liefde geeft ons in één tel wat we met jarenlang zwoegen en ploeteren nauwelijks weten te bereiken.”
Johann Wolfgang von Goethe
Kun jij dan wél al overzien voor een ander wat wel of niet zinloos is, of juist heel waardevol?
Ehh… nee, ik kan en wil niet voor een ander overzien wat voor hem of haar zinloos of dan wel waardevol is. Ieder mens is anders, het is niet aan mij om daar over te oordelen. Wat ik er mee wil zeggen is dat het voor mij niet interessant is om te weten welke volgende incarnatie mijn buurvrouw eventueel gaat krijgen. Daar komt echter wel bij dat, zoals ik al schreef, ik niet in reïncarnatie met behoudt van het ik-bewustzijn geloof. Ik schrijf ‘geloof’ omdat de werkelijkheid best wel eens heel anders zou kunnen zijn. De waarheid laat zich immers niet in woorden vatten maar de woorden kunnen richtingaanwijzers zijn van datgene wat zich niet in een vorm laat vangen. Wat een mens aanduidt als zinloos of waardevol is een toegekende eigenschap die ieder mens voor zichzelf vormt, een persoonlijke mening dus, ieder mens hoort alleen wat hij of zij begrijpt.
Als je dat gelooft, komt bij mij wel de vraag naar boven hoe het dan nu bij jou in deze incarnatie zit. Aangezien je wel vanuit de “ik” vorm met een bepaalde mate van bewustzijn mag ik aannemen, dit schrijft.
En als het zo zit als jij schrijft, wat ik best als kennisgeving van je wil aannemen, stel ik mezelf de volgende vraag. Stel dat je gelijk hebt, en ik kom straks te overlijden, wie of wat gaat dan de volgende keer incarneren en wat voor een zin heeft dat dan? Mijn antwoord zou dan zijn geen, want kennelijk incarneer ik niet, maar iets anders. Dan heeft het dus voor mij ook geen enkele zin om maar wat dan ook, te doen aan een scholingsweg volgen, of noem maar op. Dan kan ik beter nu naar de winkel lopen en een pistool kopen en mezelf door mijn hoofd schieten, lijkt me zo.
Natuurlijk heb ik een ‘ik’, ik ben geen verlichte meester maar ik kan wel heerlijk lachen om m’n soms idiote gedachten waar m’n ego mijn aandacht aan tracht te verspillen. Maar ook dat is geen verspillen want van de fouten kan men immers leren, daar zijn ze voor.
Wat betreft de ziel en incarnatie zal ik trachten m’n gedachte op papier te zetten maar essentieel is het wel om te weten dat het ‘ik’ dat de mens denkt te hebben niet is wie we werkelijk zijn. Ten eerste heeft de mens geen ziel, de mens is een ziel en heeft een lichaam. Wij identificeren ons met de vorm, het lichaam en gaan er gemakshalve er vanuit dat we dat lichaam zijn. Dat is ook zo, we zijn ons lichaam maar ‘zijn’ is een tijdloze beleving van het Nu. De gedachtes de we onszelf eigen maken hebben niets met ‘zijn’ te maken maar alles met verleden en toekomst. Het individuele ‘ik’, het ego, ervaart zich afgescheiden van het geheel. Het ziet zich op zichzelf, het ‘ik’ en de buitenwereld. Die scheiding is een illusie van het ego. (pfff, je stel me overigens nogal een vraag, dit gaat nog nachtwerk worden 😉 ) Om het enigszins kort te houden voor nu kan ik je zeggen dat een scholingsweg wel zin heeft om er achter te komen hoe het leven te accepteren zoals het is, het te aanvaarden en het los te kunnen laten zodat men leert het ego op te lossen. Een scholingsweg om van een onvolmaakt ego naar volmaaktheid te groeien is een illusie van het ego, het is als een wortel dat je het paard voor de wagen voorhoud in de hoop dat hij dan vooruit komt. De ziel groeit niet, de ziel is. Het is slechts de onbewuste mens die wakker moet worden uit de droom van het denken om zich te herinneren wat we altijd al waren, de kennis is er altijd al geweest we moeten het onszelf slechts weer bewust worden.
Indien men ontwaakt uit het ik-bewustzijn en zich verbonden voelt met het geheel dan is het leven niet zinloos of uitzichtloos maar liefdevol en zal men nimmer een pistool pakken om een eind aan zijn leven te maken, dit getuigt immers van een persoonlijke keuze van het onbewuste ‘ik’ en is dus een zelfzuchtige daad, weer ego dus. De grote levensvraag is niet: ‘wat kan het leven voor mij betekenen’, ook niet ‘wat kan ‘ik’ voor het leven betekenen’ maar ik leef, dus ik ben, ik ben het leven. Het is één en wij zijn deel van het geheel ook al zien we het vaker niet zo dan wel.
Beste Haike,
Hier nog een stuk wat misschien een tipje van de ‘ik’-sluier op kan lichten:
” Het leven van de meeste mensen wordt bepaald door begeerte en angst. Begeerte is de behoefte iets toe te voegen aan jezelf om meer jezelf te kunnen zijn. Alle angst is de angst iets te verliezen om daardoor kleiner te worden en minder te zijn. Deze twee bewegingen verduisteren het feit dat Zijn niet kan worden gegeven of weggenomen. Zijn in Zijn volheid is al in je, nu. Er is iets dat veel belangrijker is dan aardse zaken en dat is het wezen te ontdekken van wat je meer bent dan die kortlevende entiteit, dat kortlevende gepersonifieerde gevoel iemand te zijn. Je vind geen vrede door de omstandigheden van je leven te veranderen maar door te beseffen wie je ten diepste bent. Alle ellende op deze planeet is het gevolg van het gepersonifieerde gevoel een afzonderlijk ‘ik’ of ‘wij’ te zijn. Dat verhult de essentie van wie je bent. Als je je niet bewust bent van die innerlijke essentie, schep je uiteindelijk altijd ellende. Zo simpel is het. Als je niet weet wie je bent, schep je een door het verstand vervaardigd ik als surrogaat voor je schitterende goddelijke wezen en klamp je vast aan dat angstige en hulpbehoevende ik. Het beschermen en versterken van dat onechte gevoel iemand te zijn wordt dan je belangrijkste drijfveer. Uit een groot aantal gangbare uitdrukkingen en soms ook uit de structuur van de taal blijkt dat mensen niet weten wie ze zijn. Je zegt: ‘Hij verloor het leven’ of ‘mijn leven’ alsof leven iets is dat je kunt bezitten of verliezen. De waarheid is: je hebt geen leven, je bent leven, het ene leven, het ene bewustzijn dat een tijdelijke vorm aanneemt om zichzelf te ervaren. Het enige dat er werkelijk toe doet is bewustwording van jezelf, wat betekent dat je weet wie je meer bent dan je oppervlakkige zelf, meer dan je naam, je verschijningsvorm, je geschiedenis, je verhaal. Je zegt: ‘Ik wil mezelf kennen.’ Je bent het Weten. Je bent het bewustzijn waardoor alles bekent is. En dat kan zichzelf niet kennen; het is zichzelf. Verder dan dat valt er niets te weten en toch komt al het weten daaruit voort. Het ‘ik’ kan van zichzelf geen kennisobject maken, geen object om zich van bewust te zijn. Je kunt dus geen object worden voor jezelf. En dat is de reden waarom de illusie van de ikzuchtige entiteit ontstond – omdat je jezelf in gedachte in een object hebt veranderd.
‘Dat ben ik’, zeg je. En dan ga je een relatie aan met jezelf en vertel je jezelf en anderen een verhaal. “
Het zinnetje ; “mijn ego ” vond ik in dit verband wel interesant.
En ” heb ik een ik” en “het ‘ik’ dat de mens denkt te hebben niet is wie we werkelijk zijn.”
wie denkt? Wie is werkelijk? Wie is de mens? Wie is de eigenaar van het ego,welk ik heeft het andere ik?
“Als je je niet bewust bent van die innerlijke essentie, schep je uiteindelijk altijd ellende, ”
Wie is hier “je”? De eerste en je de tweede en je de derde in bovenstaande zin?
“Als je niet weet wie je bent, schep je een door het verstand vervaardigd ik als surrogaat voor je schitterende goddelijke wezen en klamp je vast aan dat angstige en hulpbehoevende ik. ”
Welk “je ” schept? Wie is het vervaardigende verstand?Van welke “je” is het schitterende goddelijke wezen? En welke je klampt zichvast aan het ik?