Niet weten, wél stelen?

In onze sociale verhoudingen liggen de dingen zo gecompliceerd, dat velen dit gebod (het gebod ‘Gij zult niet stelen’) overtreden zonder zich daarvan ook maar iets bewust te zijn. Stelt u zich voor dat u een som geld bezit en dat u dat geld bij een bank onderbrengt. U doet niets met dat geld, u buit er niemand mee uit. Maar nu komt de bankier, die speculeert en buit zo, met úw geld, anderen uit. In occulte zin bent ú daarvoor verantwoordelijk. Een rentenier bijvoorbeeld, wiens kapitaal zonder dat hij er weet van heeft in een jeneverstokerij is belegd, maakt zich net zo schuldig als de fabrikant die sterke drank fabriceert. Het niet-weten verandert niets aan het karma.

Bron: Rudolf Steiner, op 3 september 1906

Zie ook: Artikel van John Hogervorst in Driegonaal   

en: Artikel Frappant van Michel Gastkemper, de grootste kenner der antroposofie van West-Europa

107 gedachtes over “Niet weten, wél stelen?

  1. hedvig

    Oei, dat legt een zware wissel op al je acties. Je moet dus eigenlijk van te voren precies weten wat voor gevolgen je acties hebben.
    Vraag me af of dat wel mogelijk is…?

  2. Probeer het stap voor stap. Niet alles tegelijk. Dat is teveel van het goede. In de supermarkt kun je bijvoorbeeld kiezen tussen reguliere en biologische of bd-groente. Je maakt je dan in het ene geval medeverantwoordelijk voor het ene type landbouw en in het andere geval voor het andere. Dit speelt bij elke koopbeslissing: je kan kijken naar welk logistiek proces er achter zit tot aan de grondstofverwerving toe. Is die niet naar je ‘smaak’ dan kies je voor een ander. Of je laat het na. Eigenlijk gaat het hier om de broodnodige bewustwording van de nog steeds vrijwel bewusteloze consument.

    1. Er zit wel wat in wat die dominee zegt. Want als ik bijvoorbeeld gisteren in het nieuws hoor dat de staat de SNS bank heeft overgenomen voor 3,5 miljard en dat de nieuwe topman € 550.000 per jaar gaat verdienen, dan vraag ik mij wel af: wie is hier de dief? Zijn voorganger verdiende nog veel meer. Dat was zeker omdat hij die bank zo goed leidde?

      1. Parallel aan handelen uit inzicht gaat strijd over en inspanning voor inzicht.

        Het is absoluut waar dat de vertaling van een aantal opstellen van Steiner (21 in getal) over sociale vernieuwing, gebundeld in het boekwerk Beter! -21 opstellen voor de wereld van morgen, volledig op zijn plaats is en een hoge actualiteitswaarde draagt. Neem bijvoorbeeld het opstel Over arbeidsmotivatie (bladzijde 31 tot en met 35).

        Hier de eerste alinea van dit opstel, afgedrukt op bladzijde 31, welke een introductie van de probleemstelling vormt. Vervolgens wijdt Steiner uit over mogelijke oplossingsrichtingen.

        Uit: Beter!, bladzijde 31, opstel Over Arbeidsmotivatie:

        “Het gangbare socialistische denken verwacht dat uitschakeling van het winstprincipe, zoals dat in het huidige kapitalistische stelsel als werkprikkel fungeert, tot gezondere sociale toestanden voert. Dan wordt de vraag dringend wat de mensen er toe nopen al hun bekwaamheden in voldoende mate in dienst van de economische productie te stellen, wanneer het winst maken, als bevrediging van het persoonlijk egoïsme weg valt. Toch wordt aan deze vraag onvoldoende zorg besteed door degenen die zo met socialiseren bezig zijn. De pretentie dat de mensen in de toekomst niet meer voor zichzelf kunnen werken, maar voor de gemeenschap, blijft inhoudsloos, zolang men geen werkelijke inzichten heeft ontwikkeld over hoe je mensen zover kunt krijgen dat ze met evenveel zin ‘voor de gemeenschap’ werken, als voor zichzelf. Ze houdt er weliswaar rekening mee dat mensen behoeften hebben en dat deze bevredigd moeten worden, maar dat besef alleen, dat er geconsumeerd moet worden, is voor de mensen geen motivatie om aan het productieproces deel te nemen, wanneer ze niet vanuit eigenbelang, maar ‘voor de gemeenschap’ moeten produceren. Men beleeft nu eenmaal geen bevrediging aan de gedachte alleen dat men ‘voor de gemeenschap’ werkt; deze gedachte vormt – zo abstract – geen drijfveer tot werken.”

        De integrale tekst van dit opstel in het originele Duits valt hier te lezen:
        Arbeidsfähigkeit, Arbeidswille und dreigliediger sozialer Organismus. (Uit GA 24.)

  3. Wat mij altijd bevreemd is de vanzelfsprekende aanname,dat bekwaamheid en salaris met elkaar te maken hebben,dus des te hoger salaris des te maar bekwaamheid. En dat terwijl veel van de problemen juist veroorzaakt zijn door mensen met zulke hoge salarissen. Maar deze mening dat bekwaamheid en salaris een connectie met elkaar hebben wordt over het algemeen ook alleen maar geventileerd door mensen die zelf in dat circuit zitten of er hopen terecht te komen na hun baantje als minister-president zoals in dit geval Rutte. Bijkomstig interessant feit dat Rutte een groot bewonderar is van Ayn Rand. In Apokalyps Nu! Winter 2012 heeft Corrie van der Zee dar een mooi artikel over geschreven.

  4. Kees:
    “Bijkomstig interessant feit dat Rutte een groot bewonderaar is van Ayn Rand. In Apokalyps Nu! Winter 2012 heeft Corrie van der Zee daar een mooi artikel over geschreven.”

    Ik wist dat Rutte, onze premier, gecharmeerd is van de (wetenschapsfilosofische en politieke) opvattingen van Karl Popper. Dat hij de ideeën van Ayn Rand omarmt was me echter niet bekend. Kan echter zeker wel kloppen. Verdient wat mij betreft nader aandacht.

    Op internet wat dit aangaat: Mark Rutte ziet extremist Ayn Rand als voorbeeld (Ikje, 24-10-2012). Eveneens interessant zijn vanuit dat blogbericht de volgende verwijzingen: Ook linkse politici zijn neoliberaal (Liberales, 23-3-2012) en De tijd is rijp voor de filosofie van het egoïsme van Ayn Rand (Trouw, 23-10-2012).

    Heb beide boeken in mijn boekenkast staan, zowel die van Hans Achterhuis als die van Edwin van der Haar. En ja, het is waar in Rutte’s voorwoord bij van der Haars ‘Onbemind maar onbekend’ staat een tekstdeel afgedrukt dat een serieuze aanwijzing geeft dat Rutte Rands boodschappen waardeert.

    Citaat, Mark Rutte, voorwoord bij ‘Bekend maar onbemind’, bladzijde 9

    “Los van de partijpolitiek vertelt de auteur over de oorsprong van de geschiedenis van het liberalisme. Hij maakt daarbij onderscheid tussen het klassiek-liberalisme, het sociaal-liberalisme en het libertarisme en legt het verschil uit tussen het liberalisme en het conservatisme. Onderweg behandelt hij de ideeën van grote geesten als John Locke, Adam Smith, John Smart Mill, John Rawls, Robert Nozick, Ayn Rand en Edmund Burke om de ontwikkeling van het liberale gedachtegoed te beschrijven.”

    Rutte schaart Ayn Rand dus inderdaad onder de categorie van grote geesten.

  5. Dank voor het citaat! Achterhuis zegt tegen Liberales dat Rutte heeft gezegd dat Ayn Rand ‘voor hem een groot voorbeeld is’:
    http://www.liberales.be/interviews/hansneoliberaal

    Nou kan ik me, Achterhuis een beetje kennende, eigenlijk niet voorstellen dat hij dit op te wankele gronden beweert. Maar uit het stukje van Rutte’s voorwoord bij Van der Haar valt het niet af te leiden. Heeft Rutte het in dat voorwoord elders wel over Rand als voorbeeld? Zo nee, dan lijkt het me het waarschijnlijkst dat Achterhuis het ergens anders heeft opgepikt. Helaas kan ik geen bron vinden. Of zou het toch een slip of the tongue geweest zijn van Achterhuis in zijn interview met Liberales? Voor de zekerheid werp ik deze vraag maar even op in een update van mijn blogje ( dat je noemt).

    1. @ Inez

      Graag je goed gedocumenteerde blogbericht aangehaald. In Ruttes voorwoord in het boek ‘Bemind maar onbekend – De politieke filosofie van het liberalisme’ is boven vermelde tekstpassage de enige keer dat Rand (door Rutte) aangehaald wordt. Verderop in het boek van Van der Haar wordt Rand door van der Haar verder nog wel behandeld, maar niet in relatie tot Rutte. In Achterhuis’ boekwerk ‘De utopie van de vrije markt’ wordt Rutte niet aangehaald, niet met betrekking tot ideeëngoed van Rand, alsook in het algemeen niet. Uiteraard gaat Achterhuis in ‘De utopie van de vrije markt’ wel uitgebreid op Rand in.

      Iemand onder een categorie van grote geesten plaatsen wil inderdaad nog niet zeggen dat je diegene als voorbeeld neemt. Laten we bijvoorbeeld denken aan het bekende uitgangspunt: ‘agree to disagree’ (overeenkomen om geen overeenstemming te hebben). Je kunt in iemand een ruimheid/grootheid van geest onderkennen, zonder het per se op zekere/alle punten met die persoon eens te hoeven zijn. Doch omdat de liberaal Mark Rutte Ayn Rand op één lijn plaatst met mensen als John Locke, Adam Smith, John Stuart Mill, John Rawls, Robert Nozick en Edmund Burke, lijkt het toch wel aannemelijk dat zekere elementen van Rands denkbeelden hem in ieder geval toch aanspreken.

      Hier overigens een interessant essay van Edwin van der Haar over neo-liberalisme: Het neoliberale fantoom – De dwalingen van de anti-neoliberalen (De Groene Amsterdammer, 16-2-2012).

      Je weblog Ikje heb ik in de blogroll van mijn weblog Cahier geplaatst.

      Er wordt ook beweerd dat Rutte zich graag beroept op de econoom Friedrich von Hayek: Mark Rutte, durf te denken! (Trouw, 3-10-2011). Voor meer over Hayek en zijn tegenstrevers Keynes en Marx, zie de BBC documentaire: BBC – Masters of Money (eind 2012).

      1. @John Wervenbos | 02/02/2013 om 23:45 – Merci voor je reactie. Ben het helemaal eens met je belichting van ‘grote geest’ in relatie tot ‘voorbeeld’. Toch intrigeert het me of Achterhuis Rutte Rand ergens letterlijk een voorbeeld heeft horen (of zien) noemen, of dat die term ongelukkig in dat vraaggesprek met Liberales is terechtgekomen (mogelijk niet eens omdat Achterhuis zelf eventjes – misschien al te vrij – parafraseerde, maar omdat hij niet helemaal correct wordt geciteerd).
        Dank ook voor je interessante links.

        @ John Wervenbos | 03/02/2013 om 11:44 – Spijker op z’n kop. Neem dit bijna huiveringwekkende stuk van de Arnhemse rechter Rinus Otte:
        http://tinyurl.com/agvnh5n
        Otte: ‘Sinds de Verlichting wordt door vooruitgangsgelovigen gemeend dat we de werkelijkheid kennen. Dit fenomeen raakt ook het doorvorsen van de menselijke geest. Hoeveel desillusies moeten we echter nog verdragen voor we aanvaarden dat de mens geen recht heeft op geluk, maar het recht om in vrijheid zijn eigen ongeluk te dragen? Als dat besef nog eens doorbreekt bij zielzorgers en bij rechters, dan dient de overheid terug te treden.’ Bovengenoemde Jeroen Laemers neemt hier http://tinyurl.com/axbpwfe enkele dieptepunten van zijn betoog onder de loep.
        Schrijf maar bij in de Ayn Rand Club Netherlands: Rinus Otte.

      2. Inderdaad een armoedige tunnelvisie van rechter Rinus Otte, Inez. Een gevaarlijke ook, zeker. In de verte doet het me een klein beetje denken aan opstellen van Theodore Dalrymple. Maar daar kan Otte mijns inziens niet aan tippen. Dalrymple’s conservatisme is interessant en niet van het gehalte Otte’s van-dik-hout-zaagt-men-planken. Dalrymples Leve het vooroordeel! las ik indertijd met veel interesse.

        Otte’s bijzonder arrogante houding inzake zijn niet weten welke hij klakkeloos over alle andere mensen heen projecteert en als zodanig voor een ieder wil laten gelden, komt impliciet maar onmiskenbaar duidelijk naar voren komend in zijn uitspraak: “Sinds de Verlichting wordt door vooruitgangsgelovigen gemeend dat we de werkelijkheid kennen. Dit fenomeen raakt ook het doorvorsen van de menselijke geest.” Een agnost op een rechterstoel, die oordeelt over medemensen. Dat kan en dat mag. Maar welke mensbeeld huldigt Rinus Otte concreet? Een Darwiniaans wereldbeeld wellicht? Ook dat kan in kader van gedachtevrijheid. Doch zijn gedachteconstructies over onderhavig onderwerp zeggen toch ook iets over hem, zijn mentaliteit en …een zekere koude.

        Voor meer over drugsproblematiek zie bijvoorbeeld het commentaar onder Ridzerd van Dijks blogbericht Cocaïne: nog veel schadelijker dan alcohol.

        Ja het is inderdaad wel interessant om na te gaan of Achterhuis echt wel heeft gesteld dat Rutte Rand als een voorbeeld ziet. Daar heb ik dus ook geen pasklaar antwoord op. Wel wijs ik in dit verband op een andere uitspraak van Achterhuis, geuit in interview hem eind 2011 afgenomen door Het Financieele Dagblad:

        Uit: ‘Door geld als hoogste waarde te propageren lok je hypocrisie uit’ (Het Financieele Dagblad, 24-12-2011)
        “Is Rand links of rechts? ‘Ik aarzel’, zegt Achterhuis. ‘In de jaren zestig liepen de hippies weg met Rand. Nu dweept de compromisloze Tea Party met Rands gedachtegoed.‘ Links en rechts zijn ook verschuivende begrippen, meent Achterhuis. ‘Mijn denken is niet veranderd, maar begin jaren tachtig was ik na mijn kritiek op het welzijnswerk persona non grata bij links. Op de Sociale Academie De Horst maakten joelende studenten me het spreken onmogelijk. Na mijn recente kanttekeningen bij het neoliberalisme lig ik onder vuur van rechts. Nu heet ik een dieptreurig voorbeeld van links te zijn in een boek van de liberaal Edwin van de Haar, waarin minister-president Mark Rutte een lovend voorwoord schrijft.’”

        Ja het is inderdaad Van de Haar (zonder -r).

  6. Haike

    Maar goed, de praktijk leert dus dat Rand haar theorie niet werkt, goed voor je zelf zorgen, maakt dus dat grote groepen (belastingbetalers in dit geval) opdraaien voor de aangerichte schade. Even kort door de bocht.

  7. Een samenleving die het beginsel van de vrijheid in pure zin primair verbindt aan het economische leven (= egoïsme), zonder enige vorm van regulering door onderlinge afspraken of wetgeving ter voorkoming van overmatige verspilling, milieubederf en uitbuiting, verwordt snel tot een ‘vechtmaatschappij’, waarin het recht van de sterkste de boventoon voert en de zwakste het ‘recht’ heeft om er onderdoor te gaan. Brüll 1973

    1. Hans Achterhuis liet me vanochtend weten dat het citaat in Liberales onjuist is. Hij heeft in interviews uitsluitend verwezen naar Rutte’s voorwoord bij Van de Haar, waarin Rutte Rand schaart onder ‘grote geesten’. Leerpunt voor mij is dat je nooit iemand iets in de mond mag leggen op grond van één bron, hoe betrouwbaar die – in dit geval Liberales in gesprek met Achterhuis – ook lijkt. Mijn excuses voor het verder in omloop brengen van deels onjuiste informatie.
      Ernstige fout van de journalist van Liberals, overigens.

      1. Het interview verscheen overigens het eerst in de gerenommeerde krant De Morgen van 10 maart 2012. Maakster Ilse Degryse een ‘journalist van Liberales’ noemen is dus strikt genomen te beperkt. En wie helemaal tot in de uiterste puntjes wil scherpslijpen, moet ook in het midden laten of de fout bij haar lag of bij een eventuele slip of the tongue van Achterhuis, al ga ik daar beslist niet vanuit.

      2. Gelijk maar per mail aan de redactie van Liberales gevraagd of ze willen rectificeren, met een cc’tje aan Ilse Degryse, de maakster van het interview. Argument dat ik aanvoer is uiteraard dat Ayn Rand uiterst omstreden is en toenemend bekend raakt in Europa, zodat het zeer ongelukkig is dat op de website van Liberales een gerenommeerde Nederlandse filosoof stellig lijkt te beweren dat de premier van ons land achter deze figuur aanloopt.
        Zoals gezegd heb ik ook op mijn eigen blogje dit punt rechtgezet.

  8. De vierdelige VPRO miniserie De ontmaskering van de Vastgoedfraude valt nu in zijn geheel via internet na te bekijken. Alle delen zijn inmiddels uitgezonden. ‘In de serie draait het om twee kopstukken: Ger van Woerkom (Ian Bok), losjes gebaseerd op voormalig Bouwfonds-directeur Jan van Vlijmen, en zijn oom, raadgever en macher Theo Frijn, gespeeld door de onlangs overleden Jeroen Willems.’ Zoals bekend was fraudeur Jan van Vlijmen een vurige aanhanger van denkbeelden van Ayn Rand.

    1. Altruïsme versus egoïsme. Rand maakte onderscheid tussen een ‘productieve industrieel’ en een ‘parasiterende dief’. Ze stelde onder andere: altruïsme staat geen concept toe voor een zelfrespecterend en zichzelf onderhoudend mens. Volgens haar is er een groot verschil tussen een mens die zijn eigenbelang ziet in zelfproductie en een mens die zijn eigenbelang ziet in parasitaire roof. Het kwaad van een rover bestaat niet in het feit dat hij verkiest te leven, vanuit egoïsme, maar in het feit dat hij verkiest te leven op, wat zij noemt, een ondermenselijk niveau.

      Uit: Ayn Rand – Wikipedia:

      ‘Haar theorie De deugd van het egoïsme (The virtue of selfishness) is zeer invloedrijk in de Verenigde Staten.’

      Hier een audioweergave van een deel van haar essaybundel ‘De deugd van het egoïsme’: The virtue of selfishness.

      1. Dit citaat legt genadeloos bloot hoe slordig ze denkt. Dat ze enerzijds egoïsme verabsoluteert en anderzijds bepaalde vormen daarvan als ondermenselijk bestempelt, rammelt. Haar criterium ‘zelfrespecterend’ is per definitie van toepassing op een egoïst. ‘Zichzelf onderhouden’ doet ook een dief, zolang hij succesvol is. Inzake ‘(zelf)productie’ laat Rand de destructieve kanten van het kapitalisme consequent buiten beschouwing – kolonialisme, roofbouw ook letterlijk in de zin van het inheemse volken beroven van hun middelen van bestaan, vaak grond en bos, en natuurvernietiging. De vervuilde lucht boven rokende fabrieksschoorstenen bezingt ze juist als iets waarvoor we alleen maar dankbaar moeten zijn.
        Kortom: haar ethiek is in-hoge-mate-willekeur in een objectivistisch jasje.

    2. Misschien wel leuk om (ook) hier nog even te melden wat ik gister ontdekte (bij verschillend bezoekers van Ridzerds blog misschien al beken, maar ik denk niet bij alle):

      Er bestaat een betekenisvol raakvlak tussen de filosofie van Ayn Rand en het transhumanisme: het geloof in de eindeloos maakbare mens, waarbij vele aanhangers reikhalzend uitzien naar de verregaande en doorgaans als een sprong in de evolutie voorgestelde verbinding van mens, kunstmatige intelligentie, biotechnologie, nanotechnologie en internet (de zogenaamde ‘singulariteit‘). Zie het artikel ‘Transhumanism and the philosophy of Ayn Rand’ op Transhumanism.org. En vergelijk de vermelding van de Extropians-mailinglist bij het credo [sic] van een libertarische Rand-adept. Denk verder aan Rands bewondering voor een lijken-aan-stukken-snijdende seriemoordenaar en aan de Amerikaanse neuroloog Robert White – die het hoofd van een aap transplanteerde op het lichaam van een
      andere aap en dol was op het verhaal van het monster van Frankenstein -, te zien in de documentaire Technocalyps van de Vlaamse kunstenaar en filmmaker Frank Theys over het transhumanisme en de ‘singulariteit’; en bij wijze van spreken een ‘ahrimanische cirkeltje’ is rond.

      1. Echt m’n állerlaatste off topic aanvulling: zie ook: ‘Is Silicon Valley Visionary Hero Ray Kurzweil Actually Just A “Pseudo-Scientific Dingbat? [Ray] Kurzweil is the de facto leader of the Singularity movement, which, second only [sic; Inez] to Ayn Rand libertarianism, is an influential school of thought in Silicon Valley. Singularists hold that technology is advancing so quickly that the human race is on the cusp of some epic change.’

  9. M’n reactie pal hierboven had gekoppeld moeten zijn aan de citaten van Rand in de bijdrage van John Wervenbos op 03/02/2013 om 18:34. Per abuis op verkeerde linkje geklikt. Ik knoop uiteraard niet aan bij een citaat van Steiner.

    1. Ik heb ook een e-mailreactie ontvangen van Hans Achterhuis, mijn vraag was niet toegespitst op (deels incorrecte) berichtgeving Liberales. Antwoord heer Achterhuis luidt als volgt:

      “Mark Rutte schreef het voorwoord bij het boek van Edwin van de Haar ‘Bemind, maar onbekend. De politieke filosofie van het liberalisme’. Daarin heeft hij lof voor diens beschrijving van het liberale gedachtegoed van “grote geesten” als Ayn Rand. Ik vermoed dat u hier op doelt.”

      Dank je voor de interactie, reacties en berichtgeving Inez. Leerzaam en onderhoudend dit alles! Ben vandaag bezig met voorbereiden samenkomen bij politieke vergadering over ID/WIW transitie morgen plaatsvindend in het stadhuis. (Als secretaris van Belangenvereniging ID Rotterdam) Verleden week hebben we ingesproken bij Raadscommissie MVSP (Rotterdam) (30-1-2013)en morgen 6-2-2013 gaan de politici er over in gesprek met elkaar.

      Later deze week ga ik dieper in op je nieuwe reacties alhier en op je reacties op je eigen weblog in de reactieruimte onder je interessante blogbericht Nhat Hanh: alleen liefde kan de crisis oplossen (Weblog Ikje, 3-2-2013).

      1. Dankjewel. En geen haast. We weten allemaal dat voor je het weet een al te groot deel van de vrije tijd achter het toetsenbord wordt doorgebracht. Succes met je werkzaamheden.

  10. Ridzerd, sorry als ik te vaak of teveel off topic heb gereageerd. Ik weet niet of dit de reden is dat mijn laatste reactie – 05/02/2013 om 16:44 – in de moderatie-sluis is beland. Zal eventueel vervolg van discussie met John zoveel mogelijk elders voortzetten. Vriendelijke groet!

    1. Goed dat je het even schrijft, Inez, want anders zou ik die reactie van 16:44 niet opgemerkt hebben. Als er een reactie ter moderatie is, dan krijg ik daar soms wel een mailbericht over van WordPress, maar vaak ook niet. In dit geval ook niet. Ik vermoed dat je reactie niet meteen geplaatst werd, omdat er meer dan 5 links in staan. In dat geval merkt WordPress het aan als spam. Maar ik heb hem nu reeds toegelaten, zoals je kunt zien.
      Laat je vooral niet weerhouden om zo veel te reageren als je wilt. Dat het off-topic is, maakt mij niet uit. Ik reageer echter zelf vaak niet terug, omdat ik
      wat anders te doen heb of ook wel omdat ik de hoge vlucht der gedachten niet altijd kan volgen.

  11. Om toch even kort on topic te reageren. Althans in het door Ridzerd geplaatste citaat overschat Steiner m.i. het vermogen dat je als mens hebt om de gevolgen van je handelen verstrekkend te overzien. Ik meen dat het verstrikt raken in onvoorziene neveneffecten van je handelen een schrijfster als Iris Murdoch – en niet voor niets – haar leven lang heeft gefascineerd. Denk wat meer down to earth aan de recente pijnlijke onthullingen over de qua maatschappijhervorming tegenvallende bestemmingen van de inkomsten van Fair Trade en ASN. Of zou Steiner menen dat goede bedoelingen het criterium zijn voor gunstig of ongunstig effect op het karma (even gesteld dat dit bestaat, ik ben sceptisch)? Dat heeft hij vast ergens besproken, maar mij dunkt dat dit criterium niet volstaat, want het zou je van de plicht ontslaan om degelijk te checken of er van je goede bedoelingen concreet wel wat terecht komt; je zou ‘makkelijk wegkomen’ met alleen vage mooie intenties, waar je verder niet achteraan gaat. Maar wanneer heb je, om karmatische bonuspunten te verdienen, de vrucht van je inzet voldoende onderzocht? Wanneer je onbewust onheil hebt gesticht, in hoeverre is dat je aan te rekenen? Als je niet het ‘maximale’ hebt gedaan om zaken in de peiling te houden? Of het ‘in redelijkheid vereiste’? Maar wat is dat dan? Vragen die me uiterst moeilijk te beantwoorden lijken. Soms weet ik zélfs niet eens of ik ‘voldoende mijn best doe’ of niet..! Dien ik dit dan later te kunnen destilleren uit mijn karmatische score? Dat lijkt me óók geen sinecure.
    Misschien is dit de reden waarom – als ik het wel heb – veel antroposofen geloven in een soort terugblik op je leven bij het sterven, pedagogisch verantwoord, keuze voor keuze, daad voor daad, met bij wijze van spreken Rudof Steiner voor het schoolbord om al je (mis)stappen met enkele rake krijtstrepen toe te lichten 🙂

    1. Ja, het roept vragen genoeg op. Maar ik denk niet dat Steiner het vermogen overschat van mensen om de gevolgen van hun handelen te overzien. Hij heeft het er in dit citaat m.i. juist over dat de mensen zich juist zowat niets bewust zijn.

  12. Je hebt een hoop tijd om te schrijven IKJ. Ik denk dat dit meer en citatensite is als een discussiesite,maar degenen die zich geroepen voelen mogen van Ridzard hun zegje doen. Ik zou op veel boven kunnen reageren,maar mij ontbreekt de tijd momenteel. Op de terugblik wil ick echter nog wel ingaan. Daar ontbreekt het je kennelijk wat achtergrondinformatie. Maar de antroposofie kent naast een fysiek lichaam van vlees en bloed oa ook een levenslichaam. Met een astraallicham val ik je hier maar niet mee lastig. Maar in dat levenslichaam is ook ons geheugen vervat en komt nu bij het sterven dit levenslichaam van het fysieke lichaam los, dan komt dat herinneringsvermogen binnen het blikveld van de gestorvene en deze ziet (natuurlijk niet met fysieke ogen) nu alles voor zich uitgebreid als in een groot herinneringstableau,de tijd wordt tot ruimte. Nu is dat geen particuliere fantasie van Steiner,want als je je verdiept in beschrijvingen van mensen met een bijna dood ervaring (BDE) dan vertellen ze daar heel vaak zo’ n levensschouw. Raymond Moody en Pim van Lommel zijn hier aan te bevelen literatuur. Er zijn veel verslagen van mensen die bijv. Een ongeluk kregen,bijv. In een ravijn vielen,dan toch door een boomtak opgevangen werden,dus niet stierven en in deze fracties van sekonden hun hele leven aan zich voorbij zagen trekken. De tijd om daar verslag van te doen was niet in uren uit te drukken. Dit geeft dus aan dat er dan een andere bewustzijstoestand is waarbij de factor tijd geheel anders beleefd wordt. Steiner beschreef dit destijds en nu tegnwoordig met veel levensreddende ingrepen in ziekenhuizen komt het veel meer voor ( zie merkawah) van Lommel noemt dat non lokaal bewustzijn.

  13. @Ridzerd
    Dit citaat heeft als bron: Rudolf Steiner, op 3 september 1906. Kan je me de GA en evt. de pagina aangeven, zoals je vaker doet? Ik lees altijd graag ook de tekst ‘eromheen’ voor een goed begrip.
    Mij deed het in eerste instantie denken aan het onderscheid dat Aristoteles maakt tussen ‘handelen UIT onwetendheid’ en ‘handelen IN onwetendheid’.
    Deze geven een verschil in verantwoordelijkheid.
    Verder denk ik simpel ook aan de keuzemogelijkheid die je hebt als je enerzijds min of meer ONBEWUST ten aanzien van de aard van de kredietverstrekkingen een bank kiest of als je anderzijds ergens anders BEWUST geld in wilt investeren. In beide gevallen ben je verantwoordelijk voor wat er met je geld wordt gedaan. Stop je je geld voor kortere of langere tijd in een sok, dan werkt het karma weer anders, zeker ook als er wel of geen hulpbehoevenden in je directe omgeving zijn die je wel of niet ermee helpt. Zoiets.

    1. Het toeval wil dat ik al een tijd op zoek was naar de vindplaats bij Aristoteles van wat ik had onthouden als ‘voor sommige vormen van ontwetendheid moet men verantwoordelijk worden gehouden’. Op grond van jouw citaten (‘handelen in onwetendheid’ en ‘handelen uit onwetendheid’) brengt Google de waarschijnlijke bron aan het licht van wat ik in mijn eigen woorden had onthouden: Ethica Boek 4 Verantwoordelijkheid voor het handelen (1109b30 – 1119b19.
      Internet kan heel leuk zijn.
      Over de finesses van dat Steiner-citaat is veel te zeggen. Neemt niet weg dat hij natuurlijk gewoon een belangrijk punt heeft – de kwestie van persoonlijk karma in het midden gelaten – dat de loop van de wereld behoorlijk kan worden bijgestuurd door weldoordachte morele keuzen, mits voldoende mensen meedoen: Consumer Choice: A Powerful Vehicle for Change. Intussen weet eigenlijk iedereen dat. Des te vreemder en betreurenswaardiger dat nog steeds relatief weinigen er naar handelen. Een antroposoof zal misschien zeggen: dat komt nou precies omdat weinigen beseffen dat het niet alleen de loop der geschiedenis beïnvloedt, maar ook het persoonlijke karma en dus het eigen lot? Overigens denkt zoals bekend een boeddhist er op dit punt ongeveer hetzelfde over.

      1. @ Inez De mooiste vertaling van de Ethica Nicomachea van Aristoteles vind ik die van Christine Pannier en Jean Verhaeghe. Daarin gaat het om Boek III ‘Handelen en karakter’ 2. Handelen uit onwetendheid’1110b17

        @Ridzerd Het voert wat te ver om de uitleg van Aristoteles over het verschil tussen IN en UIT hier weer te geven, maar je kunt je wel voorstellen dat de belangrijkste filosoof (na Steiner) in de filosofiegeschiedenis hieromtrent wel enig uiterst spitsvondige redeneringen laat zien. Even googelen en je vindt wel iets.

    2. @Frans Ik heb dit citaat gevonden bij Antroposofie in de pers van Michel Gastkemper en vandaar kwam ik terecht bij de blog van John Hogervorst.
      Bij beide staat echter het GA-nummer niet aangegeven. Ik heb er nu zojuist nog even naar gezocht, maar ik kon het niet vinden.
      Het verschil tussen UIT onwetendheid en IN onwetendheid zie ik niet zo in, maar ik heb ook zo goed als nooit wat van Aristoteles gelezen. Maar wat mij vooral trof in dit citaat van Steiner is dat hij zegt dat het niet-weten niets verandert aan het karma.

      1. Ik heb het gevonden: het is GA 95 Vor dem Tore der Theosophie blz. 123/124 van de 13e voordracht vrij snel vanaf het begin van de voordracht.

  14. @ikj als je dit zo wilt opvatten,ok,op grond van de kwaliteit van je artikelen op je website had ik anders gehoopt, maar toen je weliswaar in positieve termen gekleed Steiner toch als een fantast meende te willen karakteriseren had ik misschien toch beter naar mijn voorgevoel moeten luisteren die me al influisterde dat zo’n discussie als deze mogelijk het gevolg zou kunnen zijn, dus hiermee eindigt onze uitwisseling,want die kan natuurlijk alleen gevoerd worden op grond van wederzijdse begripswil. Ik wens je succes in de uitwisseling met anderen die je grapjes over Steiner misschien beter kunnen waarderen dan ik.

    1. Opmerking in het nawoord van Hans Peter van Manen bij de bundel lezingen Rudolf Steiner; De werkingen van het karma (Uitgeverij Vrij Geestesleven / Zeist, 1994): ‘[…] het antroposofisch-praktisch omgaan met de karma-idee – de ‘karmische ethiek’ (Steiner) – is eigenlijk ondenkbaar zonder de in dit boek [De filosofie van de vrijheid; IKJ] geschetste morele fantasie: de individuele creativiteit in het nemen van beslissingen.’ [cursivering door Van Manen :-)]
      En: ‘in De wetenschap van de geheimen der ziel wordt die weg zo geschetst, dat duidelijk wordt door welke innerlijke vermogens de verschillende gebieden van geestelijke kennis ontsloten worden. Anders gezegd, de in vrijheid ter hand genomen eigen innerlijke evolutie wordt de sleutel tot inzicht in de wereldevolutie. De scholingsweg verschijnt hier in drie opeenvolgende trappen van hoger bewustzijn, imaginatie, inspiratie en intuïtie.’
      Van Manen wijst er in heldere bewoordingen op, dat een ‘bewijs’ in laatste instantie een vorm van schouwen (mijn woord) is; dat iets ‘evident’ is – bijvoorbeeld dat een bewijs rond is – kan op zichzelf niet worden bewezen. Als je dit inziet, besef je hoezeer het denken ‘slechts’ – niet meer en natuurlijk ook niet minder – een in zichzelf beperkt middel is om tot kennis of in elk geval tot inzicht te komen. Op mijn blog probeer ik dit beter te begrijpen onder het kopje ‘Hoe je de waarheid vastnagelt; de paradox van de evidentie’. Van Manen haalt verder deze zeer relativerende uitspraak van Steiner over het denken aan: ‘Het verstand is tot niets anders in staat dan het combineren en systematisch ordenen van feiten.’
      Een deel van de wrevel – vast niet alle 🙂 – tussen jou en mij, berust misschien op het misverstand dat in mijn woordgebruik ‘denken’ ongeveer synoniem is met ‘(goed) je verstand gebruiken’, terwijl het waarschijnlijk voor Steiner onlosmakelijk is verbonden met fantasie, imaginatie, inspiratie en intuïtie. Een kwestie van de definitie van het begrip ‘denken’. Ik bedoel: waar ik tot jouw ongenoegen Steiner met name een ‘dromer’ noem of iemand van de ‘fantasie’, zou ik nog wel eens aardig op hetzelfde kunnen doelen als wat Steiner onder ‘denken’ verstaat.
      Dat Steiner ‘denken’ zo breed opvat, blijkt uit een ander citaat dat Van Manen opvoert: ‘[…] de wederbelichaming van de geestelijke mens [is] […] een proces […] dat niet thuishoort op het terrein van de concrete fysieke feiten, maar zich geheel en al op geestelijk gebied afspeelt. En tot dit gebied heeft geen andere van onze gewone geestelijke krachten toegang dan alleen het denken. Wie geen vertrouwen heeft in de kracht van het denken, die kan nu eenmaal de hogere verschijnselen in geestelijke gebieden niet begrijpen.’
      Als Steiner onder denken niet mede en wezenlijk, wellicht zelfs op de eerste plaats vermogens als fantasie, imaginatie, inspiratie en intuïtie zou verstaan, zou dit laatste citaat in tegenspraak zijn met het citaat dat ik ervoor vermeld.

      Disclaimer: ik ben niet thuis in de antroposofische literatuur, in het bijzonder niet in de boeken van Steiner, en sta er geïnteresseerd maar met een m.i. gezonde scepsis tegenover. Een van mijn tante’s – die ooit mijn (lieve) kleuterjuf was – is al heel lang antroposoof en heeft onder meer gewerkt met kinderen in Afrika. Ik heb theoretische natuurkunde gestudeerd, maar heb altijd sterk betwijfeld of een materialistisch-wetenschappelijke benadering ‘tot de kern van de zaak van het, in het bijzonder ons, bestaan’ door kan dringen. In mijn pubertijd trof mij sterk De kleine Johannes van Frederik van Eeden, met de figuren Pluizer en Cijfer als vertegenwoordigers van de verabsoluteerde natuurwetenschap. Met plezier las ik later ‘Frederik van Eeden; Een bloemlezing uit zijn studies’ (samengesteld door V.M. Scheffers; Servire, 1982). Mijn intuïtie – om het woord maar even te gebruiken – zegt dat er interessante raakvlakken zijn tussen de wereldbeschouwing van Van Eeden en Steiner. In praktische zin heeft Van Eeden zoals bekend geprobeerd een spirituele leefgemeenschap van de grond te krijgen, wat uiteindelijk is gestrand in het ‘menselijke, al te menselijke’ (wat antroposofen natuurlijk evenmin vreemd is, getuige bijvoorbeeld de conflicten en splitsingen die hier worden geschetst, waaronder die rond Judith von Halle, een thema op jouw blog). Een seconde zoeken op internet brengt aan het licht – zie ook een pagina op Ridzerds blog – dat Van Eeden uiterst negatief was over Steiner na het bijwonen van een lezing van hem in Duitsland in 1914. Ik denk echter dat het simplistisch is om daar uit te concluderen dat hun visies ‘dus’ weinig gemeen zullen hebben; deels het tegenovergestelde zou net zo goed het geval kunnen zijn – zie bijvoorbeeld het slot van dit artikel. Wel versterkt Van Eedens reactie mijn toch al niet al te grote neiging om Steiner als een soort halfgod te zien, maar als een heel bijzonder, zoekend en worstelend mens, met zowel briljante als verwarde, beminnelijke én irritante kanten.
      Aan weinig heb ik een grotere hekel dan aan het min of meer onfeilbaar achten van teksten of personen. Zoals bekend treedt dat verschijnsel in ‘spirituele sferen’ nogal eens op. Ik ben ervan overtuigd, dat het precies het tegenovergestelde is van ware geestelijke vrijheid en groeiend inzicht.
      Wat betreft Steiner en de antroposofie, heb ik grote moeite met wat misschien invloeden, hardnekkige nawerkingen van de theosofie zijn. Naar mijn gevoel – als ik vertrouw op mijn hart – vormen de werken van Helena Blavatsky hoofdzakelijk een poort naar zelfbedrog, fraude en waanzin gekoppeld aan een megalomaan-fantasmagorisch (nu in de ongunstige zin van het woord) pantheon van goden, geesten en andere krachten. Ik vind het daarom bevreemdend dat Van Manen, wiens bovengenoemde nawoord getuigt van de nodige luciditeit en scherpte, Blavatsky lof toezwaait; of doet hij dat, omdat Steiners visie in veel opzichten altijd schatplichtig is gebleven aan de theosofie?

      Met plezier heb ik bij deze zo nauwkeurig en openhartig mogelijk nog eens op e.e.a. willen ingaan. Voor een verdere gedachtewisseling met antroposofen, onder wie bezoekers van Ridzerds blog, sta ik meer dan open. (Ik vraag me bijvoorbeeld af welke van Steiners boeken de ‘beste’ introductie geeft tot zijn levensbeschouwing, en waarom.) Maar mocht de animo er niet zijn, omdat de ‘kloof’ te groot is of om welke redenen dan ook: geen enkel probleem. Dan is dit waarschijnlijk mijn laatste reactie, en wens ik iedereen nog veel plezier op deze citatensite.

      1. Dacht ik tevreden genoeg te zijn over het bovenstaande, wil ik toch nog graag een woord toevoegen:
        … ‘als een heel bijzonder, zoekend en worstelend en bouwend mens’ …

      2. Inez, je schrijft zeer veel, voor mij te veel om op in te gaan, hoewel ik het bijzonder interessant vind wat je schrijft.
        De ‘beste’ introductie tot Steiners levensbeschouwing is waarschijnlijk het boek dat je ook al noemt: De wetenschap van de geheimen der ziel. Ik vind het overigens een ongelukkige titel, maar dit was het eerste boek van Steiner dat ik las. Ik was toen 19 jaar, ik was er meteen weg van. Het kan echter best zijn dat voor jou met je opleiding theoretische natuurkunde het boek De filosofie der vrijheid geschikter is. Dit boek heb ik nooit goed doorheen kunnen komen, hoewel er toch wel een en ander in staat, dat mij wel aanspreekt. Maar ik ben meer een liefhebber van Steiner de ziener dan van Steiner de filosoof.

      3. @Inez
        Begin jaren ’70 van de vorige eeuw sloot ik me in Leeuwarden aan bij een groep van belangstellenden in de antroposofie van Rudolf Steiner met begeleiding van enkele ouderen die al lang hierin ‘thuis’ waren.
        Zij adviseerden mij in elk geval – en in zekere zin ter introductie – (ook) de volgende van zijn boeken te bestuderen:
        – De filosofie van de vrijheid;
        – Theosofie;
        – Hoe verkrijgt men inzicht in hogere werelden;
        – Wetenschap van de geheimen van de ziel;
        – Kernpunten van het sociale vraagstuk.
        Alle zijn in het Nederlands vertaald (Rudolf Steiner vertalingen).
        In het Duits zijn ze o.a. hier te vinden: http://fvn-rs.net/index.php?option=com_content&view=section&id=1&Itemid=2

      4. Bedankt voor het advies Ridzerd! Een van die twee boeken dus, of beide.
        Sorry voor de lap tekst, ik zal er geen gewoonte van maken. Het heeft (zie ik weer eens te laat) teveel iets van ‘kijk mij eens’, maar het moest er kennelijk echt uit.
        Inspiraties in verband met Steiner die ik overigens nog even graag wil noemen, zijn – maar ik vertel de bezoekers van je blog waarschijnlijk niets nieuws – te vinden bij de interessante kunstenaars Joseph Beuys en Anselm Kiefer.

      5. Nog 1 correctie: nu met goede link op ‘hier’:
        …getuige bijvoorbeeld de conflicten en splitsingen die hier worden geschetst, waaronder die rond Judith von Halle, een thema op jouw blog…
        Excuses voor de slordigheid.

      6. @ikj, enerzijds jouw vraag om je niet meer lastig te vallen wat ik respecteer, anderzijds lijkt het dat je hier in dit stukje een open hand uitsteekt (ook richting mij) die aangenomen kan worden. (als ik het mis heb hoor ik dat wel) Je haalt aardig wat dingen aan die de moeite zouden lonen om op in te gaan. Mogelijk doen dat de andere lezers van het blog ook nog wel. Je vroeg naar boeken. Inzoverre ik jou kan inschatten als thuis in filosofie/wiskunde zou ik aanraden -de filosofie der vrijheid-, de andere boeken die door anderen aangeraden zijn, pas eventueel daarna, als de belangstelling er dan nog steeds is, daarnaast zei je dat je een boek van Aharon op de plank had staan, dat is ook een aanrader omdat het esoterische daar niet zo prominent op de voorgrond staat als in de andere genoemde boeken. Er zijn ook andere boeken van Aharon, die ook veel en veel meer esoterisch zijn en zelfs binnen de antroposofie nauwelijks bekend zijn. Vandaar dat ik op mijn website er aandacht aan schenk.

      7. Bedankt voor je reactie Kees. Ik heb inmiddels wat meer gelezen van de nawoorden bij de reeks boeken uitgegeven door Christofoor over Steiner en karma. Waarschijnlijk zal ik wel altijd een – ik hoop welwillende en voor inspirerende ideeën en beelden open staande – buitenstaander blijven ten aanzien van de antroposofie. Mij lijkt de voorstelling van een vooraf door je ‘hogere ik’ ontworpen levensloop nauwelijks plausibel, al probeer ik m’n onmiddellijke scepsis tussen haakjes te zetten. Belangrijkste struikelblok is m.i., dat deze opvatting een prangende inconsistentie behelst: dat mijn ‘hogere ik’ heeft bewerkstelligd – onder meer – welke andere mensen (met welke uitingen aan mijn adres) in mijn leven een welbepaalde rol gaan spelen, betekent hetzij dat die andere mensen in belangrijke mate als het ware door mij zijn voorgeprogrammeerd dan wel door mijn toedoen (i.e. gearrangeerd door mijn ‘hogere ik’) buiten henzelf om op mij zijn afgestemd – wat in strijd is met ieders zelfstandigheid en individuele vrijheid -; noem dit een vorm van solipsisme of een variant van het in mijn ogen ondoorgrondelijke systeem van monaden volgens Leibniz; hetzij dat er au fond geen sprake is van individuen, maar van de ontwikkelingsgang, metamorfose zo je wilt, van één groot geheel, waarbinnen onder meer individuele mensen/zielen schijngestalten zijn; noem dit een variant van het hindoeïstische of misschien beter boeddhistische wereldbeeld. Beide mogelijkheden zijn m.i. onverenigbaar met werkelijke zelfstandigheid en vrijheid van het individu. Misschien tenzij de ‘hogere ikken’ in de ‘geestelijke wereld’ niet ieder voor zich, maar in onderling overleg het scala aan levenslopen ontwerpen; wat het echter zeer raadselachtig maakt waarom men naast die hogere communicatie, voorkennis en afstemming in de ‘geestelijke wereld’ überhaupt nog een ‘opvoering van het spel’ in de mede-stoffelijke sfeer op touw zet.

        Ik begrijp wel dat een antroposoof – eventueel op grond van allerlei verwijzingen naar toelichtingen van Steiner – mij voor de voeten zal werpen dat I’m jumping to conclusions op grond van te weinig kennis, en dat wil ik ook beslist niet uitsluiten. Maar bovenstaande moeilijkheid komt me voor als tamelijk evident en waarschijnlijk onoverkomelijk. Mede omdat, als Van Manen het goed ziet, het karma-begrip – gerelateerd aan Christus als ‘Heer van het karma’ – fundamenteel is voor de antroposofie.

        Dat neemt niet weg dat ik Steiner, mede omdat hij (zoals boven vermeld) door mij bewonderde kunstenaars heeft geïnspireerd, een wonderlijke en betekenisvolle figuur vind; en dat ik – zo ik dat überhaupt zou willen – pas echt zou kunnen proberen te ‘oordelen’ na het lezen van op z’n minst Filosofie van de vrijheid en Wetenschap van de geheimen van de ziel. Ridzerd, Frans en jij nogmaals bedankt voor de leestips, Frans in het bijzonder voor de link naar de gratis online-versies in het Duits.

        PS The Event van Ben-Aharon ga ik inderdaad misschien wel eerder lezen, in verband met mijn belangstelling voor het wijd verbreide techneuten-geloof in de komst van kunstmatige intelligentie groter dan die van de mens, als eigenstandige entiteit(en) of versmolten met de mens – of met wat ooit de mens was… Misschien bied je nog eens nieuwe antroposofische invalshoeken aan op je blog en hebben we er nog eens contact over.
        Graag neem ik je uitgestoken hand aan en wil ik nog zeggen dat enkele onbezonnen krachttermen in inmiddels ingetrokken reacties mij spijten.
        Tot slot misschien een kleine tip: de documentaire Abenteuer Anthroposophie van Rüdiger Sünner (verkrijgbaar bij Amazon.de). Inhoudelijk zeer oppervlakkig, maar met mooie beelden.

      8. Zo er is veel gepasseerd hier in deze draad. Denken, fantasie, imaginatie, inspiratie en intuïtie. Hoe verhouden die zich tot elkaar? Stof ter overweging. Fantasie, imaginatie, inspiratie en intuïtie kunnen worden doordacht en overdacht, zoals dat natuurlijk ook het geval is met onder andere natuurkundige bevindingen, axioma’s en uitgangspunten. Waar kan het denken zich niet op richten? Het is aangewezen op waarnemingen en ervaringen, doch kan tevens de aandacht op eigen en andermans denkactiviteit richten. Een denker die zijn en/of andermans denken overdenkt en doordenkt. En hoe is het gesteld met de wijze van denken en haar intensiteit? Is dat denken, bij een denker of een mens in gedachten, logisch van aard en werkelijkheidsovereenkomstig of is het warrig, met lossen einden, misschien zelfs alle kanten uitschietend of louter speculatief? En kan er ook zoiets als een morele kwaliteit in een gedachtevlucht van een mens gelegen zijn, bijvoorbeeld moedige of laffe gedachtenketens, of… enzovoort.

        Laat ik het fenomeen fantasie hier even uitlichten. Wordt onder andere behandeld in de cyclus Anthroposophie, Psychosophie, Pneumatosophie, GA 115. Om precies te zijn in derde voordracht van het hoofdstuk over pneumatosofie. Fantasie wordt daarin beschreven als een tussentrap tussen voorstellen en imaginatie. Enige teksfragmenten uit die voordracht, niet vertaald naar het Nederlands:

        Steiner, 3e voordracht, GA 115, bladzijde 270 en 271:
        “Weil das so ist, deshalb hat zum Beispiel Goethe, der den künstle­rischen Prozeß wohl kannte, so oft betont, daß die Phantasie durchaus nicht etwas ist, was in beliebiger Weise die Welterscheinungen zu­sammenstellt, sondern daß sie Wahrheitsgesetzen unterliegt. Aber die Wahrheitsgesetze sind so, daß sie durchaus aus der Welt der Imaginationen heraus wirken. Nur weil sie in das Alltagsleben herein­wirken, verändern sie sich und verweben sich mit dem, was das All­tagsleben im Bewußtsein hat, gliedern die gewöhnliche Wahr­nehmungswelt in einer freien Weise, so daß wir in der wahren Phan­tasie wirklich etwas haben, was zwischen dem bloßen Vorstellen und zwischen der Imagination mitten drinnen liegt. Wenn die Phantasie nicht so aufgefaßt wird, daß sie etwa dem Menschen doch nur als das gilt, wovon oft gesagt wird: Phantasie ist etwas, was nicht wahr ist -, sondern wenn sie wirklich verstanden wird, so liegt in ihr ein un­mittelbarer Zeuge für ein Weitergehen der Vorstellungen nach der Richtung hin, wo die Vorstellungen sich ergießen können in das Gebiet des Übersinnlichen, der imaginativen Welt. Hier haben wir einen derjenigen Punkte, wo wir das unmittelbare Hereinströmen der geistigen Welt in unsere gewöhnliche Welt wahrzunehmen in der Lage sind.”

      9. Misschien is een van de lezers van deze blog zelfs zo goed ingevoerd in het werk van Steiner, dat hij/zij kan zeggen of en zo ja ‘waar’ Steiner zich van de boven geschetste moeilijkheid van zijn karmabegrip bewust was en e.e.a. heeft uitgewerkt?
        Of anders kan iemand mij misschien wijzen op een duidelijke denkfout die ik zelf over het hoofd zie, maar die zo groot is dat het verklaarbaar is dat Steiner aan dit type tegenwerping geen aandacht besteed?

      10. @Inez
        Ik gebruik wel eens de metafoor van de architect (als ‘hoger IK’) en de timmerman in ons zelf (als meer of minder ‘zelfbewuste IK’). Op aarde heeft de timmerman de vrijheid van het (levens)ontwerp van de architect af te wijken. Het is echter wel zaak daarmee zoveel mogelijk binding te krijgen respectievelijk te houden. Wijk je er in vrijheid (meestal niet volbewust) toch van af door eigen vrije keuzen dan kan het zijn dat de architect zelf dan wel met steun van helpers in de omgeving van de timmerman via (oranje) signalen je erop attent maakt dat het steven moet worden gewend. Die signalen (je rookt teveel, je beweegt te weinig, je functioneert niet goed, je zeurt teveel tegen me etc.) kan je in vrije keuze negeren om dan later het sein op rood te vinden: onverwacht ontslag, een partner die de benen neemt, een ongeval dat je overkom of wat dan ook, zelfs al deze onheilen in vrij korte tijd na elkaar. Crisis. Velen vertellen over dit proces en over ‘hun nieuwe geboorte’ als ze er door heen komen.

      11. Bedankt voor je reactie John! Voor zover ik het goed begrijp, zijn fantasiebeelden en wellicht ook bepaalde fantasievolle speculaties voor Steiner de toegang of sleutel tot diepere betekenislagen en zelfs ‘gedaanten’ of herkomsten van onze gewone, dagelijkse voorstellingen van de dingen in de wereld. Wellicht niet onvergelijkbaar met hoe de symbolisten de werkelijkheid ervoeren en verbeelden? Maar kennelijk vond Steiner dat te figuurlijk of te subjectief of willekeurig (mijn woorden). M.i. schuilt er echter een gevaar in het aandringen op zogezegd een ‘spiritueel realisme’ – niet overgelijkbaar, hoewel natuurlijk op een ander vlak, met de bezwaren tegen bijvoorbeeld ‘socialistische kunst’.

      12. Merci voor je invalshoek, Frans. Ik moet er eens over nadenken. In eerste instantie zie ik niet hoe dit de fundamentele moeilijkheid die ik meen te zien, ontzenuwt. Het gaat me daarin namelijk niet vooreerst om de onvrijheid van mijn eigen ‘aardse ik’ ten aanzien van mijn ‘hogere ik’ (omdat het eerste als het ware aan de touwtjes lijkt te zitten van het laatste), maar om de vrijheid – of liever de onvrijheid – van andere aardse ikken binnen het ‘ontwerp’ door mijn hogere ik van mijn levensloop, in zoverre daar allerlei ontmoetingen en uitingen van andere aardse ikken in zijn mee-ontworpen. Misschien maak ik zo duidelijker wat mijn punt is.

      13. @Inez

        Als vrijheid geldt voor ‘de mens’, dan geldt vrijheid voor alle mensen. Zo lang ik niet in staat ben in de ideeënwereld (of ‘geestelijke wereld’) te ‘schouwend waar te nemen’, spreek ik liever over het ‘IK-begrip’. Dit kan ik ‘denken’. Ikzelf ben dan als het ware in dit leven op aarde een verschijningsvorm van dit IK-begrip. Hier doemt een flard van de inhoud van de ‘Filosofie van de Vrijheid’ van Rudolf Steiner op. Het gaat hem daarin om het vormen van zuivere ideeën door een exact waarnemen in verbinding te brengen met een rein denken. Dit hoeft een mens slechts eerst te willen.
        Het boek begint met de vraag:

        Ist der Mensch in seinem Denken und Handeln ein geistig freies Wesen oder steht er unter dem Zwange einer rein naturgesetzlichen ehernen Notwendigkeit? Auf wenige Fragen ist so viel Scharfsinn gewendet worden als auf diese. Die Idee der Freiheit des menschlichen Willens hat warme Anhänger wie hartnäckige Gegner in reicher Zahl gefunden.

        Is de mens in zijn denken en handelen een geestelijk vrij wezen of staat hij onder dwang van een onwrikbare noodzakelijkheid, die zuiver het karakter van een natuurwet vertoont? (2e druk 1970 Servire)

        Is de mens in zijn denken en handelen een geestelijk vrij wezen of wordt hij volledig door natuurwetten gedetermineerd? (blz. 17 – 1998 Rudolf Steiner / Werken en voordrachten.

        En eindigt met de conclusie:

        Daß eine Idee zur Handlung werde, muß der Mensch erst wollen, bevor es geschehen kann. Ein solches Wollen hat seinen Grund also nur in dem Menschen selbst. Der Mensch ist dann das letzte Bestimmende seiner Handlung. Er ist frei.

        Blz. 208 : Dat een idee tot daad wordt, moet de mens eerst willen voordat het kan gebeuren. De mens is dan zelf de laatste instantie die bepaalt wat hij doet. Hij is vrij.

        En nu kan het interessant worden om alle tekst tussen de eerste en de laatste zin zorgvuldig te gaan doordenken en doorleven. Extra voordeel van deze tekst is dat deze zo is geschreven dat tijdens dit grondige lezen het denken zich tegelijkertijd kan ontwikkelen. Als je dat vaak hebt gedaan (ook in groepsverband) dan toont de ervaring dit, misschien eerder juist bij anderen ;-).

      14. Frans, het blijkt weer eens dat het vaak een stuk makkelijker is om dit soort kwesties in een off line ontmoeting te bespreken. Mijn punt is eenvoudiger. In zoverre jouw ‘hogere ik’, in het kader van jouw ‘levensontwerp’ en karma-ontwikkeling, mijn persoontje en mijn reacties ten aanzien van jou heeft ‘ingepland’, wordt ik beheerst door jouw hogere ik en dat valt niet te rijmen met de vrijheid van mijn hogere ik. Met andere woorden: een verzameling ‘hogere ikken’ kan niet ieder voor zich zijn/haar levensloop ontwerpen waarin de andere ikken in vrijheid een rol spelen – tenzij er hetzij een onzichtbare goddelijke hand ‘regelt’ dat de regie van ik X over de inbreng van ikken A, B, C enzovoorts in het leven van X op een mysterieuze wijze harmonieert met de vrijheid van A, B, C enzovoorts en tegelijk de regie van A over de inbreng van X, B, C enzovoorts in het leven van A overeenstemt met de vrije keuzen van X, B, C enzovoorts; dit bedoelde ik met de ‘monaden-variant‘, met zijn Prästabilierte Harmonie (die m.i. uiterst spitsvondig maar ondoorgrondelijk is); hetzij het idee van individuele vrijheid een illusie is – dit noemde ik de hindoeïstische of misschien beter de boeddhistische variant. Beide varianten zijn m.i. onverenigbaar met waarlijk zelfstandige en vrije individuen of ‘zielen’ (ook in de zin van Steiners ‘hogere ikken’), tenzij deze in hun ‘hogere sferen’ in onderling overleg en gezamenlijke afstemming de levenslopen van de aardse ikken ontwerpen. Is onze spraakverwarring misschien het gevolg van het feit, dat dit laatste voor jou vanzelfsprekend is, omdat Steiner dat ergens uiteenzet? Mijn probleem met deze mogelijkheid is, dat ik bij zo’n ‘gezamenlijk opgesteld script’ niet de zin kan ontdekken van het daadwerkelijk ‘opvoeren’ daarvan in het (mede-)stoffelijke bereik. Er lijkt niks verrassends en leerzaams meer in het vat te zitten als ieders rol, met ieders medeweten, tot in de puntjes vast ligt. Vergelijk het met een toneelgroep die altijd speelt zonder publiek: wat is daarvan de zin? Ander benaderd: ik – zowel mijn aardse ik als via mijn aardse ik mijn hogere ik – kan pas wat leren van de ‘voorstelling’ die jouw aardse ik in mijn leven geeft, in zoverre ik er door wordt verrast en er verwonderd over raak, zoals het publiek dat wordt door een theaterstuk waarvan het de plot niet kent, hetgeen- precies en wezenlijk mede ten gevolge van de onzeker afloop – mogelijk tot een katharsis kan leiden.

      15. @Inez
        De menselijke vrijheid houdt ook in dat je nieuw karma zelf kunt scheppen (‘zonnekarma’). En….alles is in ontwikkeling. ‘Uit de wikkels halen’ wat in de wikkels is verborgen vanuit vorige levens is vrij tot ontwikkeling te brengen door jezelf. Niks is tot in de puntjes vastgelegd. Je kunt nog alle kanten op…of gewoon ‘uitrollen’ dan wel een nieuwe weg inslaan. En voor een ieder geldt hetzelfde. Ook ten opzichte van elkaar.
        Het lijkt me qua gedachte niet zo moeilijk. Hou maar voor ogen dat je in jezelf in vrijheid de regie weet te ontwikkelen over je eigen leven in relatie tot anderen en de wereld. Van al je overige gedachtespinsels kan je je afvragen of ze kloppen, of ze ‘waar’ zijn en dit dan onderzoeken.

      16. Correctie: niet alleen vanwege de onzekere afloop, maar vanwege het niet de hand hebben gehad in de plot noch het tevoren daarin inzage hebben gekregen.
        Verder staat in de laatste alinea natuurlijk een lelijke dt-fout en ontbreekt twee keer de ‘e’ op het eind van een woord. Excuses.
        Het slot van mijn betoogje is slechts een metafoor. De eigenlijk argumentatie staat daarvóór – tot aan de zin over onze spraakverwarring.

      17. Kennelijk – gezien jouw reactie en die van Kees hieronder – heeft ‘zonne-karma’ te maken iets als ‘omgekeerde causaliteit’. Een moeilijk begrip (ik zeg niet dat het onzinnig is, in de natuurkunde duikt het soms ook op). Verder is de weergave in althans een van de nawoorden bij de karma-reeks van Christofoor wellicht een beetje kort door de bocht, waar het de indruk wekt van karma als totale regie vooraf door de betrokken zieltjes.
        Dat ik trouwens met m’n associatie met het monadisme misschien ergens wel een spijker op z’n kop sloeg, blijkt misschien uit deze zeer filosofische maar helder geschreven tekst, waarin onder meer wordt gesteld: ‘[…] het boek De filosofie van de vrijheid van Rudolf Steiner, dat een brug slaat tussen realisme en idealisme, staat in zichzelf in
        het monadisme’ – met een toelichting daarop.

      18. @Inez
        In de voordrachtenreeks ‘Het menselijk en het kosmisch denken (http://fvn-archiv.net/PDF/GA/GA151.pdf) vertelt Steiner o.a. over de de vooruitgang van het starre naar het beweeglijke denken, over de mogelijkheid om de wereld vanuit twaalf verschillende standpunten te beschouwen (waaronder het monadisme als één van de twaalf) en over de relatie van de twaalf wereldbeschouwingsnuancen tot de zeven wereldbeschouwingsstemmingen. Hij bouwt hierin deze nuancen en stemmingen systematisch op.en noemt onderweg bijvoorbeeld het monadisme ‘een abstract spiritualisme. Of zijn Filosofie van de vrijheid in het monadisme staat, zoals Roland van Vliet in het nawoord stelt, laat ik hier in het midden.
        Het laat zich raden dat Steiner met deze synthese van de twaalf en de zeven niet de intentie had on de gehele ‘waarheid’ in een model dicht te timmeren. Hij begint niet voor niets met een voordracht over noodzaak tot beweeglijk denken. Ook ten aanzien van de mensbeelden die hij ontwikkelt: van de drieledige mens, de vierledige, de zeven- en negenledige mens, de mens in zijn levensloop, de mens in het licht van reïncarnatie en karma en……….steeds opnieuw als je het gevoel kunt hebben zijn denken in een soort schema te hebben kunnen vatten, brengt hij opnieuw een andere nuance aan vanuit een ander standpunt. Hierin zit voor mij een oproep me niet (dogmatisch) vast te pinnen maar beweeglijk te blijven.

  15. @ikj. Wees maar niet bang hoor ik laat je verder wel met rust,maar niet omdat je me met ruzie dreigt ,ik heb er alle vertrouwen in dat de overige meelezers hier wel kunnen inschatten hoe de vork verder in de steel zit,adieu! 😉

  16. Beste Ridzerd, de volgende reacties trek ik in:
    – 05/02/2013 om 21:47
    – 05/02/2013 om 22:25
    – 05/02/2013 om 22:36
    Niet omdat ik geen punt zou hebben, maar omdat ruzies, zoals ik natuurlijk allang wist, maar gister laat op de avond toch weer een moment uit het oog was verloren, op internet grotesk worden uitvergroot.
    Het is helemaal aan jou (Ridzerd dus), maar je zou me een plezier doen de betreffende reacties weg te halen, met name de laatste. Ik geeft je in overweging onderhavig verzoek van me wel te laten staan, opdat niet de indruk wordt gewekt dat je aan censuur doet. Maar nogmaals: dit is natuurlijk niet aan mij om te beslissen.
    Kees, ik vind het jammer dat ik dit ‘op de schermen’ met je heb proberen uit te vechten. Kennelijk intrigeert mij iets aan jouw blog en vice versa, maar zijn er ook (snel) irritaties. Kunnen we allebei wat van leren, misschien, op de eerst plaats ieder over zichzelf.

    1. Geen dank, Inez. Je reactie van 22:25 kon ik inderdaad niet vinden. Die van 22:35 kan wel blijven staan, neem ik aan? Ik zal nu nog wat reacties van Kees verwijderen, want anders snappen de lezers niet waar het over gaat.

      1. Die van 22:35 kan wat mij betreft inderdaad gerust blijven staan, maar hangt misschien een beetje in de lucht zonder het voorafgaande. Zie maar, het is niet van belang verder.

      2. Excuus, ik had niet opgelet en dacht dat het ging om mijn verwijzing naar artikel op mijn blog. De reactie van 22:35 inderdaad graag laten staan, wat mij betreft.

  17. Ridzerd laat mijn reacties maar staan svp,degenen die hier dagelijks meelezen hebben het wel meegekregen en waarschijnlijk ook een email van de reacties ontvangen. We hoeven niet alle problemen weg te stoppen, de mensen kunnen nu nog zien dat er kennelijk een controverse was en dat er ook weer aan gewerkt is om deze op te lossen. Dat is dan weer een pluspunt.

    1. Kees, Ik had al twee van je verwijderd, maar die van 5-02 om 18:30 heb ik laten staan. Als je die andere twee er perse in wilt houden, dan kan ik wel proberen ze terug te zetten, hoewel ik niet zeker weet of dat wel mogelijk is.

  18. Ridzerd jammer dat je dat gedaan hebt,ik schaam me niet voor wat ik geschreven heb en vind ook niet dat ik onbetamelijke taal gebruikt zou hebben of iemand uitgescholden of bedreigd,dus als je ze kunt terugzetten graag!

  19. Ridzerd bedankt! Ik ben me wel bewust dat mensen die nu voor het eerst dit thema in dit blog lezen er absoluut niets van zullen snappen. Maar dat is met zo veel in het leven, je komt ergens een wachtkamer binnen waar allerlei mensen met elkaar in gesprek zijn en dan moet je je maar inpassen in de momentane situatie.
    Heb jij ooit de anekdote geplaatst waarbij Steiner op een station adequaat ingreep toen een trein dreigde te verongelukken? (weet niet meer waar ik dat gelezen heb)

    1. Ja, Kees, sommige lezers gaan nu misschien zoeken waar de reacties staan, waar jij op reageert, maar ze zien dan verderop bij de reacties wel dat er enkele reacties verwijderd zijn.
      Die anekdote van Steiner die op een station ingreep, heb ik niet geplaatst, maar er staat me nog wel iets van bij dat ik dat ergens gelezen heb, maar hoe het ook al weer precies was, ben ik weer kwijt.

      Ik heb nog wel een andere:

      Hoe Steiner in Oldenzaal de trein miste

  20. Ridzerd in een van de vorige citaten heb ik eens gereageerd en daarbij zonne- en maankarma aangehaald. Ik kan de desbetreffende plaats niet meer vinden.in elk geval ging het me er toen om om de idee dat karma zoiets als predestinatie zou zijn te verlossen van deze eenzijdige interpretatie. Maankarma is datgene wat op je pad komt als gevolg van wat er tussen mensen in vorige incarnaties is gebeurd. Dus in dit leven ontmoet je buiten je bewustzijn om weerdie mens,waar je toen iets mee te stellen had. ( met buiten bewustzijn bedoel ikdat je niet bewust op een situatie afgaat,bijv.je googled op iets maar je vind toevallig iets anders) Daar zit een soort onvrijheid in lijkt het.maar zelf bij het ontwerpen van je karma heb je ooit eens besloten om die betreffende persoon weer te ontmoeten. Maar wat er dan gebeurd is,na de ontmoeting in dit leven,wat ga ik dan daarmee doen? Daar is dan vrijheid,ik kan de ontmoeting verder verdiepen of het uit de weg gaan,zonnekarma. In het begrip dat tijd ook anders is dan dat deze over het algemeen gezien wordt kun je ook stellen dat bij maankarma de oorzaak in het verleden ligt en het gevolg in het heden. Bij zonnekarma kun je zeggen dat de oorzaken in de toekomst liggen en de gevolgen in het heden. Dat het begrip van vrijheid samen kan gaan met het begrip karma kan uit bstudering van de filosofie der vrijheid duidelijk worden. Nog een ander gezichtspunt op karma. Een mens kan besluiten een huis te laten bouwen,laat een plan uitwerken door een architect en verwerkt daarin allerlei persoonlijke wensen. Nu is het plan klaar,maar dan is er nog steeds geen noodzaak om het daadwerkelijk te laten bouwen. En ook als het gebouwd wordt,kan de eigenaar nog altijd beslissen om er niet in te gaan wonen en het te verkopen. Hoewl natuurlijk in eerste instantie natuurlijk wel het doel was om een huis te laten ontwikkelen en bouwen om er zelf in te gaan wonen. Dit is dus ook zo met het ontwerp van het karma ivm hoger ik,over het algemeen zal men in het karmahuis willen gaan wonen,maar een dingende noodzaak is daarvoor niet,behalve de wil van de persoon in kwestie om datgene te gaan uitvoeren wat vn te voren ook gepland is.
    Stel nu dat ikj en ik zonder j karma met elkaar hebben,dan is dat we elkaar op internet ontdekt hebben misschien maankarma, nu blijkt er volgens ikj wat wreving te zijn, wat natuurlijk heel apart is,want er is slechts wat geschrijf heen en weer op een website,maar vervolgens kan het dus uit elkaar spatten door ruzie of er kan en besluit komen zich te verdiepen in de wereld van de ander omdat daar misschien watuit te leren zou zijn, dat leerproces zou dan het karmische voornemen kunnen zijn wat ten grondslag ligt aan een internet ontmoeting……

      1. Ridzerd bedankt,zoals je ziet had ik het toch maar opnieuw geformuleerd en blijkt dat ik de vorige keer toch vrij kort was. Het blijkt wel steeds weer dat de oosterse karmaleer heel anders is als degene die westers is. Daarom is het niet zo vreemd dat Steiner deze andere visie op karma eigenlijk als zijn opdracht zag. Dat moest ook wel daar hij zich duidelijk moest profileren tov de theoofie,waar de meest rare verhalen over reincarnatie de ronde deden Steiner knoopt dan meer aan bij dat waar de discipelen aan Chistus vroegen of de blindgeborene zelf gezondigd had of zijn ouders en ook bij Lessing wat deze schreef in zijn boek -Erziehung des Menschengeschlecht-

      2. Ah, kennelijk zijn er ook ‘belevenissen’ die niets met ‘schuld’ hebben te maken. Dat biedt dus speelruimte voor eigen en andermans vrijheid en creativiteit of destructiviteit ‘on the spot’. Maar het is (zeker op het eerste gezicht) niet te rijmen met de veronderstelling dat ieder vanuit een ‘hoger ik’ zijn levensloop ontwerpt, inclusief de belevingen en interacties met anderen, en tot en met, bijvoorbeeld, het vallen van een dakpan op zijn hoofd (schijnt beroemd voorbeeld te zijn onder antroposofen). Een mate mate van nauwkeurige ‘voorgevormdheid’ in lijn met dat dakpan-voorbeeld, zou individuele vrijheid van eenieder, alsook collectieve echte vernieuwing, onmogelijk maken.

  21. @ikj dat een hoger ik tot in finesses een toekomstige levensloop zou ontwerpen is ook niet iets wat ik me herinner in de antroposofie gelezen te hebben, Immers juist de menselijke vrijheid speelt bij Steiner zo ’n cruciale rol. Dus mijn vraag zou zijn, ben je het niet eens met iets wat Steiner letterlijk citeerbaar gezegd zou hebben,of had je zelf een interpretatie van karma en reincarnatie ontworpen gebaseerd op je kennis van boeddhisme en enkele nawoorden bij karmavoordrachten van Steiner door anderen bijv. V.Manen? En vervolgens ben je het niet eens met datgene wat je zelf met de kennis van nu geinterpreteerd hebt? Er zijn minstens 8 boekdelen waar Steiner uitvoerig zijn zeer gevarieerde visie op karma uiteenzet. Maar eigenlijk doortrekt het zijn gehele oevre. Nu heb je zelf al gezegd dat het je nog ontbreekt aan voldoende kennis over de antroposofie. Dat is ook helemaal niet erg, maar zoals elke taal begint met het leren van abc is dat in de Antroposofie niet anders. Begrippen als karma,incarnatie,levenslichaam,engelen,vrijheid,denken,voelen,willen om maar enkele te noemen behoren bij dit abc. De door anderen genoemde boeken hebben de intentie wat duidelijkheid te verschaffen over dit abc.

    1. Ik ging af op de door de redactie van dit boek geschetste kijk op karma van Steiner:

      ‘De achtergrond van het karma schildert Steiner als volgt, al zijn we ons er niet van bewust, we hebben ooit een sterk verlangen gehad om ons in de levensomstandigheden te begeven waar wij nu in verkeren. Dit verlangen, dat onbewust nog werkt en in hoge mate ons handelen bepaalt, hebben wij ontwikkeld tijdens ons verblijf in de geestelijke wereld tussen het vorige n het huidige leven.; Wij waren toen met ons hogere ‘ik’ (onze wezenskern) in de omstandigheid dat we vrij en zonder angst konden terugblikken op het leven dat we eerder hadden geleid. Door die terugblik van het hogere ik ontstond het verlangen terug te keren naar de aarde om de draag weer op te pakken. Met behulp van geestelijke wezens hebben wij vervolgens een ‘plan’ gemaakt voor het komende leven.
      […] Het hogere ik gaat weliswaar schuil in de dingen die op je af komen, maar het dringt zij boodschap niet aan je op. De gebeurtenissen zélf zijn onontkoombaar; je krijgt de dakpan op je hoofd die je zelf in het voorgeboortelijke bestaan hebt klaargelegd. Maar wat je ermee doet is vrij. Je kunt – en in verreweg de meeste gevallen gedragen wij ons ook zo – blijven doen alsof die dakpan niets met je te maken heeft en de bult op je hoofd op louter pech berust. Zo krijg je de ouders en de geliefde die je hebt gekozen, het werk dat bij je past, enzovoorts.’

      Deze voorstelling van zaken leidt tot de inconsistentie die ik hierboven formuleer. Het is wel lastig als de redactie van een gerenommeerde antroposofische uitgeverij, en nog wel bij een boek speciaal over Steiner & karma, e.e.a. echt op een tekort schietende manier samenvat. Maar zoals je al zegt: ik gaf zelf al aan dat ik natuurlijk eerst De filosofie van de vrijheid zou moeten lezen. De tekst van Roland van Vliet, die Steiners visie een vorm van monadisme noemt, prikkelt mijn nieuwsgierigheid wel, omdat Leibniz’ leer weliswaar ondoorgrondelijk is, maar ook iets intrigerends heeft (zoals de vermeende oplossing van de tegenstelling tussen determinisme – in de zin van vooraf ingestelde harmonie – en vrije wil).

  22. De boom.
    Een boom staat in een gebied waar zee,duinen,bos,weiland en een stadje om gegroepeerd zijn. Om de boom heen staan 4 mensen,noord,oost,zuid en west. Ieder maakt een verslag op papier wat hij ziet inklusief fotos etc.
    Als 5e persoon die de verslagen van de 4 anderen onder ogen krijgt die elk vaneen ander perspektief uit gemaakt zijn,hoeft uit die beschrijvingen nog niet te concluderen dat het om dezelfde boom gaat als dat hem er niet bij verteld wordt. Toch zal hem opvallen dat er wel een aantal frappante overeenkomsten is,bijv kleur en grootte etc. Maar ook verschillen nml de achtergronden en bepaalde takken die alleen maar vanuit dat standpunt zichtbaar zijn.
    Nu kan dit herhaald worden in de lente,zomer,herfst en winter,het perspectief wijzigt dan niet maar wel de waarneming. Dan komt er ook nog een luchtfoto,die de 4 waarnemers laat zien in hun perspectief.
    Dan komt er een oude man langs en verteld dat dit ooit een vlak veldje was en dat hij daar ooit een boomzaadje in de grond gestopt heeft. 2 biologen
    komen er langs,de ene heeft metingen verricht overdag en de ander ’s nachts,beiden hebben verschillende verhalen over hoe de boom omgaat met zuurstof etc. Het zal duidelijk zijn dat het beeld van de boom veel meer is dan alleen gezien op een moment vanuit 4 standpunten. Er zijn nog oneindig veel andere standpunten in ruimte maar ook in tijd. En daarmee is nog niet eens gezegd dat er en bioloog is die ontdekt dat bepaalde groeiwetmatigheden van de boom samenhang vertonen met een bepaalde planeet. Wat nu van de boom gezegd is kan ook van karma of van de antroposofie zelf gezegd worden. Het moge duidelijk zijn dat een geisoleerd standpunt tov de boom nooit het gehele beeld omvat.

Geef een reactie op Ridzerd Martinus Reactie annuleren