Van geld kan men niet leven. Daar moet eerst eens begonnen worden met nadenken. […] Opdat ik een jas kan aantrekken of een pantalon, moeten mensen urenlang hun arbeidskracht geven om dat tot stand te brengen. Die werken voor mij. Daarvan leef ik en niet van mijn geld.
Bron: Rudolf Steiner – GA 186 – Dornach 30 november 1918 (bladzijde 45-46)