Hoe vreemd het ook klinkt, toch is het waar…

Zo vreemd het voor onze tijd klinkt, toch is het waar, dat bij mensen die veel liegen, bijvoorbeeld wonden – onder verder gelijke omstandigheden – moeilijker te genezen zijn dan bij eerlijke mensen. Vanzelfsprekend mag men dit niet absoluut concluderen, er kunnen ook andere redenen voor zijn. Maar vooropgesteld dat al de overige omstandigheden hetzelfde zijn, dan zijn bij leugenachtige mensen wonden moeilijker te genezen dan bij waarheidslievende mensen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 125 – Wege und Ziele des geistigen Menschen – München 11 december 1910 (bladzijde 209)

 

Gemaskeerde afgunst

Als we proberen een uit een vroegere incarnatie voortkomende neiging tot afgunst te bestrijden, dan neemt de afgunst een masker aan. […] En er treedt een andere werking op, die een gevolg is van de bestrijding van de jaloezie. Bestreden eigenschappen komen gemaskerd naar voren. En de afgunst die wij bestrijden, treedt dan dikwijls in het leven zo op, dat we de begeerte krijgen de fouten van andere mensen op te zoeken en zeer veel aanmerkingen te maken (Duits: tadeln). We ontmoeten in het leven menig mens die als met een soort helderziende kracht steeds de fouten en schaduwkanten van andere mensen te weten komt, en als wij de oorzaak van dit verschijnsel nagaan, dan ligt het in de afgunst die zich in zucht tot kritiseren (Duits: Tadelsucht) omgevormd heeft, en dit schijnt de betrokken mens een heel goede eigenschap te zijn. Het is goed, zo zeggen ze, dat men op de aanwezigheid van deze slechte eigenschappen opmerkzaam maakt. Achter dergelijk vitzucht schuilt echter niets anders dan omgezette, gemaskeerde afgunst.

Bron: Rudolf Steiner – GA 125 – Wege und Ziele des geistigen Menschen – Bremen 26 november 1910 (bladzijde 194-195)

Zie ook: Wie kent niet de spotters…

Ik heb er altijd naar gestreefd enkel de feiten te laten spreken

U weet uit mijn voordrachten dat ik niet graag mijn meningen naar voren breng. De persoonlijke meningen van een individu hebben in principe eigenlijk weinig waarde. Ik heb er altijd naar gestreefd, ook op het gebied van de geesteswetenschap, louter de feiten door zichzelf te laten spreken.

Bron: Rudolf Steiner – GA 125 – Wege und Ziele des geistigen Menschen – München 26 augustus 1910 (bladzijde 71)

Zie ook: Meningen zijn onbelangrijk

Het kwaad en hindernissen: waar is het goed voor?

Beste lezers en lezeressen,

Nogmaals hartelijk dank voor alle leuke, aardige reacties van gisteren. Ik ben al weer redelijk opgeknapt, zodat ik weer een mooi fragment van Steiner kon vertalen.

Het kwaad en hindernissen: waar is het goed voor?

De ontwikkeling verloopt zo dat de mens zich steeds weer om zo te zeggen obstakels in de weg legt. […] Men mag niet zo denken, dat men zegt: het zou beter zijn voor de mens, als hij zich geen hindernissen in de weg legde. Doordat hij zich hindernissen en belemmeringen in de weg legt, wordt hij sterk, doet hij ervaring op. Doordat hij de obstakels die hij zichzelf in de weg heeft gelegd, ook weer elimineert en overwint, wordt hij pas het sterke wezen aan het eind van de aardeontwikkeling, dat hij moet worden. Het is beslist in de zin van de evolutie van de aarde gelegen, dat hij zichzelf stenen in de weg legt. En zou hij zich geen kracht moeten veroveren om de barrières weer uit de weg te ruimen, dan zou hij die kracht ook niet verkrijgen. Dat wil zeggen: de wereld zou deze kracht die hij daardoor ontwikkelt, kwijt raken (Duits: verlustig gehen). We moeten er geheel van afzien wat er aan goed en kwaad met zulke hindernissen en weerstanden verbonden is. We moeten er alleen naar kijken, dat de wijsheid van de wereld vanaf het begin in de menselijke aardeontwikkeling erop gericht is de mensen de mogelijkheid te bieden om zich hindernissen in de weg te kunnen leggen, opdat hij ze weer uit de weg kan ruimen en dan de grote, sterke kracht voor later in de wereld kan hebben. Men zou zelfs kunnen zeggen: De wijsheid der wereldleiding heeft de mensen slecht laten worden, heeft hem de mogelijkheid van het kwaad, van het schade aanrichten gegeven, zodat hij door het goedmaken van de schade, in de overwinning van het kwaad, in het verloop van de karmische ontwikkeling een sterker wezen wordt, als hij anders geworden zou zijn, wanneer hij als vanzelf zijn doel zou bereiken. Zo moet men het belang en de rechtvaardiging van tegenwerkingen en hindernissen zien.

Bron: Rudolf Steiner – GA 107 – Geisteswissenschaftliche Menschenkunde – Berlijn 26 januari 1909 (Bladzijde 207-208)

Karma

Hoe gemakkelijk laten wij ons door een verkeerd oordeel meeslepen tot beledigingen, zonder aan de gevolgen van ons handelen te denken. We geven een mens een klap en weten niet dat wij de hand tegen ons zelf opheffen, want deze klap zal ons te zijner tijd weer treffen.

Bron: Rudolf Steiner – GA 125 – Wege und Ziele des geistigen Menschen – Kopenhagen 4 juni 1910 (bladzijde 56)

Zie ook: Gelatenheid en berusting