Wie zich moeite geeft veel goede daden te volbrengen, zal door de gevoelens die daarbij worden ontwikkeld, in een volgend leven zeer zeker een talent voor het verrichten van goede daden bezitten. Hij zal ook een zorgvuldig ontwikkeld geweten hebben en zal een moreel goed aangelegd mens zijn.
Bron: Rudolf Steiner – GA 99 – Die Theosophie des Rosenkreuzers – München 30 mei 1907 (bladzijde 66)
Van inspanning naar aanleg van leven tot leven. Geen tabula rasa in dat opzicht. En het geweten draagt zoveel aspecten, heeft zoveel kanten; zeker geesteswetenschappelijk bezien.