Dat is juist bij de goede medicijnen zo belangrijk, dat de arts niet alleen weet: voor deze ziekte gebruik ik dit of dat, maar dat hij weet wat hij aan de individuele patiënt vragen moet. Dat is de grootste medische kunst, dat als een ziekte zich voordoet, men aan de patiënt de juiste vragen stelt, dat men hem tot op zekere hoogte kent. Dat is van zeer groot belang. Het is bijvoorbeeld merkwaardig, dat men artsen treft die over een patiënt spreken en als men ze vraagt: Hoe oud is hij? – dat hebben ze hem helemaal niet gevraagd! Maar dat is immers zo belangrijk, dat men een vijftigjarige heel anders, wanneer ook met dezelfde middelen, moet behandelen dan een veertigjarige. Men moet dan niet alleen maar zo schematisch zijn, dat men zegt: voor die en die ziekte is dat en dat middel goed. Het is een heel groot verschil of u iemand, die voortdurend met diarree rondloopt, met een middel wilt helpen, of dat u iemand wilt helpen, die voordurend met verstopping rondloopt.
Bron: Rudolf Steiner – GA 348 – Über Gesundheit und Krankheit – Dornach 27 december 1922 (bladzijde 169-170)
De antroposische geneeskunst is ook niet voor niets een Genees-Kunst. Het is van uitermate groot belang, dat de arts de hele biografische geschiedenis van een patient kent. Mijn ervaring is, dat waar ik ook behandeld werd, in Arlesheim of in Nederland, er steeds eerst gevraagd wordt naar mijn levensloop in al haar facetten. Dat kan op verschillende manieren. Heel uitgebreid in verhaalvorm of juist heel efficiënt, door feiten en gevoel naast elkaar te zetten. Er wordt o.a. gekeken naar allerlei ritmen, constitutie, etc, etc. Dan pas kan een arts heel adekwaat reageren met medicatie en/of therapieën.
In bovenstaand voorbeeld lijkt het mij interessant om te weten waarom de een ‘alles laat lopen’ en de andere ‘alles vasthoudt’.
Dankjewel maar weer Ridzerd voor je moeite dit citaat te plaatsten!
Volkomen met je eens, Annelies. Jammer genoeg hebben de huisartsen vaak gewoon veel te weinig tijd om echt heel uitgebreid je levensloop te bekijken. Ook de antroposofische huisarts in Sneek had dat in feite niet. Jammer genoeg hebben we hier in Sneek nu niet meer een antroposofische huisarts, hij is in Appelscha gaan werken bij woon- en werkgemeenschap OlmenEs.
Ik heb toch een kritisch puntje richting Steiner bij dit citaat, Ridzerd. Over de laatste zin:
‘Het is een heel groot verschil of u iemand, die voortdurend met diarree rondloopt, met een middel wilt helpen, of dat u iemand wilt helpen, die voordurend met verstopping rondloopt.’
Dat lijkt me nogal wiedes, dat is het tegenovergestelde, dus vraagt ook een verschillende aanpak. Daar hoef je geen groot arts of antroposofisch arts voor te zijn. Of was dit soms in 1924 nog geen algemeen inzicht? Ik kan niets beters bedenken dan dat dit een verschrijving is van de stenografe…
Ja, Michel, ik ben zelf ook niet zo heel gelukkig met dit citaat. Aan de ene kant wil ik niet met te lange epistels komen, wat ik trouwens ook helemaal niet kan, maar aan de andere kant zijn de korte citaten en fragmenten vaak heel onvolledig en onduidelijk.
Maar ik denk dat Steiner hier niet doelt op de aanpak van hetzij diarree, hetzij verstopping op zichzelf. Hij bedoelt volgens mij dat bij de behandeling van allerlei andere kwalen en ziekten het van groot belang is of de patiënt in kwestie lijdt aan verstopping of diarree. Net zoals het voor de behandeling van belang is wat voor leeftijd de patiënt bijvoorbeeld heeft.
Dit lijkt misschien vanzelfsprekend, maar dat is het toch niet. Ik ben in de loop der jaren voor verschillende kwaaltjes wel bij de huisarts geweest, zoals hoofdpijn, nierklachten, schildklierklachten, longklachten, hoge bloeddruk, maar nog nooit heeft hij gevraagd of ik verstopping of diarree heb. Ook de longarts en internist niet.
P.S. Uit het bovenstaande lijkt het nu wel of ik een slechte gezondheid heb en zowat terminaal ben, maar dat is niet zo, ik ben redelijk goed gezond.
@Michel
Het zou kunnen zijn dat Steiner hier doelt op een polariteit in de stofwisseling die je op jongere leeftijd heel anders zou moeten beoordelen dan op latere leeftijd. Wellicht heeft hij dit gezegd in de leeftijdscontext van enkele uitgesproken zinnen daarvoor en heeft de stenografe (m/v) dat niet opgemerkt.
Naar mijn mening heeft Steiner het hier helemaal niet over de behandeling van een specifieke ziekte, hij doelt er alleen op dat men, bij welke ziekte het ook is, de juiste vragen moet stellen, zoals bijvoorbeeld wat voor leeftijd de patiënt heeft en of hij verstopping heeft dan wel diarree. Maar hij heeft het niet over de behandeling van een stofwisselingskwaal op zichzelf.
Michel, ik moet aan het bovenstaande nog iets toevoegen. Ik heb ook enkele jaren een antroposofische huisarts gehad, ik geloof van ongeveer 1996 tot 1999. Hij heeft wél eens naar de stoelgang gevraagd.
Uit het citaat:
“Het is een heel groot verschil of u iemand, die voortdurend met diarree rondloopt, met een middel wilt helpen, of dat u iemand wilt helpen, die voordurend met verstopping rondloopt”.
In beide gevallen kun je hetzelfde medicijn, dezelfde medicijnen geven, alleen in een totaal andere potentiëring. Dat is een bekend feit in de antroposofische medicatie. Ik ben geen arts en kan niet zeggen welke precies in dit geval. Wel klopt het principe.
En dan wordt er meestal nog iets naast gegeven dat de constitutie van de ‘patient’ ondersteund en in dit geval ook een medicijn dat het ‘buikgebied’ versterkt….
En ja Ridzert, het is erg jammer dat antroposofische artsen al langere tijd geen tijd genoeg meer hebben voor een patient. Dat is heel goed merkbaar. Aan de andere kant doet het ook een extra appél aan jezelf, onszelf. Goed voelen, goed luisteren, goede vragen stellen….
Ik had hier per abuis de foute link gezet onder de blog. Wie op GA 348 klikte, kwam bij GA 54 terecht. Dat heb ik nu hersteld.
Jeetje, wat geven jullie goede reacties! Jullie hebben het veel beter begrepen dan ik… Ik heb de suggestie van Frans opgepikt en de voorgaande in het origineel gelezen. En nu wordt het me duidelijk hoe het bedoeld is. Geen zorgen, Ridzerd, dat je te korte citaten geeft. Hoe korter, hoe beter, wat mij betreft. En al is het een puzzelstukje, wat dan nog? Er is niets heerlijkers om zelf creatief te worden. Steiner blijkt het in dit stuk over hooikoorts te hebben. hoe toepasselijk…! Volgens hem hangt hooikoorts veel meer af van het jaargetijde dan van de pollen. Dat lijkt misschien een drogreden, maar is het niet. Hij heeft het erover dat de mens ook een watermens is, een watermens in zich draagt. Elders heb ik weleens gelezen, dat het lichaam van een mens voor meer dan 90% uit water bestaat, dus met heel weinig echt vaste bestanddelen. In het voorjaar dijt deze watermens een beetje uit, zijn huidgrens wordt wat dunner, misschien wel poreuzer. Hij lost een beetje op. Nu is het volgens Steiner zo bij mensen die aanleg voor hooikoorts hebben dat zij hoe dan ook een wat grotere watermens hebben. Met als gevolg dat de pollen in de lente, wanneer zij tevoorschijn komen, makkelijker bij hem binnendringen. En niet alleen de pollen trouwens zijn aanleiding voor hooikoorts; zij zijn er overigens niet de oorzaak ervan, alleen aanleiding, benadrukt Steiner.
Het antroposofisch geneesmiddel tegen hooikoorts zorgt er nu voor dat de watermens wat wordt ingesnoerd en wat van binnen is opgelost apart wordt gehouden. Het is zo’n simpel geneesmiddel, zegt Steiner dan. Het doet niets anders dan een mens weer tot zijn oorspronkelijke gestalte terugbrengen. Maar nu gaat het erom dat wat apart is komen te staan het lichaam ook verlaat, anders lukt dit niet goed. En daarvoor moet je bijvoorbeeld bewegen en dus zweten, dan gebeurt dit. Maar stel je voor dat je dit middel toedient terwijl deze mens nu net aan verstopping lijdt, dan ontstaat er een probleem. Dan kan het middel zelfs erger werken dan de kwaal.
En dan volgt het citaat van vandaag. In de laatste zin wordt gesproken over ‘een middel’, maar wat daarmee eigenlijk bedoeld wordt, krijgt pas in dit verband zijn werkelijke zin:
‘Het is een heel groot verschil of u iemand, die voortdurend met diarree rondloopt, met een middel wilt helpen, of dat u iemand wilt helpen, die voordurend met verstopping rondloopt.’
Ja, logisch, zou ik nu zeggen! Het leuke hierbij is, dat dit een schoolvoorbeeld is van het rationele karakter van antroposofische geneesmiddelen en therapieën, zoals Steiner dit wel eens genoemd heeft. Niks wondermiddeltjes, gewoon logica. Maar wel een die je moet (willen) snappen.
Bedankt, Michel, voor deze uitvoerige uitleg, het blijkt nu dat hij het dus in dit stuk wel over een specifieke ziekte had, hooikoorts dus. Dat was me eerlijk gezegd ontgaan. Ik heb die voordracht wel doorgelezen, maar over veel dingen lees ik ook nogal vluchtig heen. Maar de grote lijnen heb ik geloof ik wel begrepen, zelfs beter dan jijzelf, zoals je zegt. Dat is weliswaar niet zo, maar evengoed bedankt voor het compliment. 😉
Bedankt heren, het is allemaal een stuk duidelijker geworden.
Het middel ‘Gencydo’ wordt gebruikt bij hooikoorts, dat bevat de bestanddelen kweepeer en citroen.