Peter R. de Vries – Spijt

Ik heb in mijn loopbaan tientallen, misschien zelfs wel honderden moordenaars, bankrovers, ontvoerders, verkrachters, geweldplegers en oplichters gesproken en altijd wilde ik wel weten of er sprake was van berouw, van inzicht in de eigen misdragingen, van gevoel voor het slachtoffer, ja van spijt dus. Ik kan u zeggen dat ik alle gradaties van spijt – of juist het ontbreken daarvan – gezien en gehoord heb. Ik heb bikkelharde criminelen gesproken die volkomen onschuldige mensen levenslang in de vernieling hebben geholpen, maar nooit een woord van spijt of medeleven over hun lippen konden krijgen. Integendeel, zij konden soms nauwelijks hun ergernis over het ‘gezeur’ van het slachtoffer of de nabestaanden verbergen. Maar o wee als zij zelf in de gevangenis een keer onheus werden behandeld of hen enig onrecht werd aangedaan, dan vlogen de beklagprocedures en advocatenbrieven je om de oren en waren zij tot in het diepst van hun ziel gekrenkt.

Bron: Peter R. de Vries – Alleen huilebalken hebben spijt

Overlijden door een ongeluk en karma

Voor u uw huidige leven hebt doorgemaakt, hebt u vele andere meegemaakt. Wat men vroeger in het aardeleven heeft doorgemaakt, dat zal zich op bepaalde wijze uitwerken. Dat zal bijvoorbeeld zo uitwerken dat men in dit leven een lang leven heeft, opdat alles kan uitwerken zoals het door de vroegere aardelevens veroorzaakt is. Nu kan dat zelfs in tegenspraak zijn met de uiterlijke natuur. Ik kan op een dag door externe omstandigheden een ongeluk krijgen, zou kunnen overlijden, en de zaak zou zo kunnen zijn dat ik, bijvoorbeeld, op basis van mijn vorige aardeleven op een naar verhouding vroeger tijdstip overlijd. Het is in samenhang met het vorige aardeleven niet juist, dat ik zo vroeg sterf, omdat ik nog wat te doen heb op aarde. Nu zou ik ook kunnen sterven. Gelooft u niet dat het absoluut zeker is, dat ik niet overlijd! Ik zou ook kunnen overlijden, het ongeluk zou toch kunnen gebeuren. Ik zou kunnen overlijden, maar mijn hele lot zou veranderd worden. Want ik heb het stuk aardeleven, dat ik nog zou hebben moeten doormaken, dan niet. Het hele lot zou worden veranderd! Daar grijpt nu dit spiritueel wezen in dat de mens van aardeleven naar aardeleven leidt, en kan hem waarschuwen. Er ligt altijd een reden aan ten grondslag, als zij hem waarschuwen kan. Maar natuurlijk zijn de verhoudingen buitengewoon ingewikkeld, en het kan ook wel eens zo liggen, dat dit wezen dat de mens beschermen wil, als we het zo willen noemen, te maken heeft met andere wezens, die haar ervan afhouden, die haar weghouden. In de geestelijke wereld kunnen beslist ook zulke conflicten (Duits: Kämpfe) plaatsvinden. Maar als deze kwaadaardige wezens, als ik me zo mag uitdrukken, geen bijzondere interesse daaraan hebben, dan komt de waarschuwing door. […] En dat dan zeer bijzondere dingen gebeuren kunnen, ook uiterlijk, ja, dat komt talloze keren voor.

Bron: Rudolf Steiner  – GA 350 – Rhythmen im Kosmos und im Menschenwesen, Wie kommt man zum Schauen der geistigen Welt? – Dornach 13 juni 1923 (bladzijde 92-93)