Voor het opzoeken van wat in de geestelijke wereld is behoort helderziendheid, voor het begrijpen van de hogere wijsheden is enkel gezond verstand en logica nodig. Weliswaar zijn tegenwoordig velen van een min of meer materialistisch denken of van de onfeilbaarheidwaan bezeten, die voortkomt uit de positivistische wetenschap. (Positivisme: De term duidt op een filosofie die zich enkel op waarneembare feiten baseert en godsdienstige of metafysische verklaringen van de hand wijst – Wikipedia). Dit is de reinste fantasterij. Als de mensen eens wisten dat ze in feite alleen in inbeeldingen leven, dat ze niet weten, wat werkelijk en wat niet werkelijk is! De onfeilbaarheid van de Paus willen ze weliswaar niet erkennen, zich zelf houden ze echter voor onfeilbaar. Degenen die op het standpunt van de wetenschap staan, zijn tegenwoordig het meest intolerant. De geesteswetenschapper beschouwt hij als een dwaas, en zichzelf? Nu ja, als een onfeilbaar mens!
Bron: Rudolf Steiner – GA 56 – Berlijn 28 november 1907 (bladzijde 119)